In dit document staan allemaal vragen die helpen bij het leren van de stof voor Inleiding Privaatrecht. De antwoorden staan er ook bij.
Het is heel handig voor het leren voor je tentamen.
Veel succes!
1. Wat zijn de algemene vereisten voor het bestaan van een rechtshandeling
+ wettelijke grondslag?
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard. Art. 3:33 BW.
2. Wat zijn de algemene vereisten voor het bestaan van een overeenkomst +
wettelijke grondslag?
Om een overeenkomst te sluiten moet er een wil en vertrouwen zijn. Een
overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding
daarvan.
3. Hoe verhouden de begrippen rechtshandeling en overeenkomst zich tot
elkaar?
Bij een rechtshandeling is er de wil om het rechtsgevolg te laten intreden.
Deze wil moet zich openbaren door een verklaring of het aanvaarden van
het aanbod. Zo komt een overeenkomst tot stand.
4. Op welk moment komt een overeenkomst tot stand?
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding
daarvan.
5. Welke ‘vormen’ van aanbod kunnen worden onderscheiden? Waarom is
dit onderscheid van belang?
Herroepelijk aanbod: Door het aanbod tijdig te herroepen, vervalt
het.
Onherroepelijk aanbod: hier ontbreekt de mogelijkheid het aanbod
rechtsgeldig te kunnen herroepen.
Vrijblijvend aanbod: De aanbieder die zijn aanbieding vrijblijvend
heeft gedaan, kan na aanvaarding nog op zijn aanbod terugkomen,
door haar ‘onverwijld’ te herroepen. Ondanks de aanvaarding, geen
overeenkomst.
Dit onderscheid is van belang, omdat je zo kunt bepalen of je een aanbod
nog kunt herroepen, waardoor het vervalt, of niet.
6. Wat wordt bedoeld met wilsontbreken? Is dit wettelijk geregeld?
Als de wil en de wilsverklaring uiteenlopen, dan is er geen geslaagde
rechtshandeling. Het beoogde rechtsgevolg ontstaat niet.
Dit is wettelijk geregeld, namelijk in art. 3:33 BW en in art. 3:34 BW.
1
,7. Wat wordt bedoeld met nietigheid/ vernietigbaarheid van een
rechtshandeling + wettelijke grondslag?
Nietig: wanneer de overeenkomst van begin af aan ongeldig en
daarmee krachteloos is. Er ontbreken van aanvang af de door
partijen met het sluiten van de overeenkomst beoogde
rechtsgevolgen. Er ontstaat geen rechtsgevolg.
Vernietigbaar: Een volkomen geldige overeenkomst, zij het dat
daaraan een bijzonderheid kleeft. Dij bijzonderheid bestaat daarin,
dat de overeenkomst in haar geldigheid kan worden ontnomen. Dit
heeft altijd een terugwerkende kracht, waarmee de rechtshandeling
nooit heeft bestaan.
8. Wanneer is er sprake van een geestelijke stoornis in de zin van art. 3:34
BW?
Bijvoorbeeld als je geestelijk gestoord bent, je in dronkenschap verkeert of
je verstoord bent.
9. Is er in geval van een geestelijke stoornis sprake van een wilsontbreken?
Ja, want vaak maak je een beslissing die je niet wil, omdat je er niet
helemaal met je verstand bij bent. De wil en de wilsverklaring lopen dan
uiteen.
10. Wanneer is er sprake van gerechtvaardigd vertrouwen in de zin van art.
3:35 BW? Welke factoren zijn in dat kader relevant? Wat is het
rechtsgevolg indien een beroep op art. 3:35 BW slaagt?
Er is volgens art. 3:35 BW sprake van een verklaring of gedraging is. Het
is op een bepaalde wijze opgevat en hij mocht het ook zo opvatten. Als
een beroep hierop slaagt, dan is het rechtsgevolg dat de overeenkomst
doorgaat.
11. Welke wilsgebreken kent de wet? Welke voorwaarden gelden voor het
succesvol inroepen van deze wilsgebreken?
Bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW).
Enig nadeel: vrees als OVK niet gesloten wordt.
Bedreiging dient onrechtmatig te zijn. (dood of brandstichting)
Causaal verband tussen bedreiging en OVK die tot stand komt.
Beïnvloeding redelijk oordelend mens = objectief causaal verband.
Bedrog (art. 3:44 lid 3 BW).
Opzettelijke misleiding door:
o Onjuiste mededeling.
o Verzwijging van enig feit dat de verzwijger verplicht was mee
te delen.
2
, o Een andere kunstgreep.
Causaal verband. (‘beweegt door’)
Aanprijzingen in algemene bewoordingen ook al zijn ze onwaar,
kunnen op zichzelf geen bedrog opleveren. Denk aan reclames.
Misbruik van omstandigheden (art. 3:44 lid 4 BW).
Bijzondere omstandigheden.
Causaal verband.
Kenbaarheid: iemand die weet of moet begrijpen dat een ander
door…
Een ander bevordert de totstandkoming.
Misbruik.
Nadeel is niet vereist.
Dwaling (art. 6:228 BW).
Lid 1:
o Onjuiste voorstelling van zaken.
o Causaal verband.
o Dwalingsgronden:
Inlichtingen wederpartij. Ongeoorloofde
wilsbeïnvloeding van 1 partij. Informatie gegeven.
Schending mededelingsplicht. Ongeoorloofde
wilsbeïnvloeding van 1 partij. Informatie verzwegen.
Wederzijdse dwaling.
Lid 2:
o Dwaling blijft voor rekening van de dwalende in geval van:
Een uitsluitende toekomstige omstandigheid.
Aard van de overeenkomst.
In verkeer geldende opvattingen.
Onderzoeksplicht.
Verkopersdwaling.
Omstandigheden van het geval.
12. Wat is handelingsonbekwaamheid? Wie zijn handelingsonbekwaam?
Handelingsonbekwaamheid houdt in dat een natuurlijk- of een rechtspersoon
in zijn geheel of gedeeltelijk onbevoegd is rechtshandelingen te verrichten.
Wie handelingsonbekwaam zijn vinden we in de regeling van de
minderjarigheid (art. 1:234 BW) en in de regeling van de curatele gestelden
(art. 1:381 BW)
De wetgever beoogt hen tegen zichzelf te beschermen, ook al gaat dit ten
koste van anderen. Zij worden door hem niet in staat geacht om op
verantwoorde wijze de belangen in te schatten, die bij het verrichten van
rechtshandelingen zijn betrokken.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LoisDeckers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.