1.1. Naar een definitie : wat is menselijke natuurlijke taal ?
Open vragen :
1. Welke soorten kunstmatige talen onderscheidt men ? Welke verschillen
onderscheiden deze kunstmatige talen van menselijke natuurlijke taal ?
● Kunsttalen: Esperanto, Klingon, …
● Wetenschappelijke talen: algebra, taal van de wiskunde, …
● Computer- en programmeertalen
Kenmerken die kunstmatige talen onderscheiden van natuurlijke talen:
● Een natuurlijke taal wordt in een bepaalde gemeenschap gebruikt voor algemene
communicatiedoeleinden; ze wordt dus niet enkel gebruikt om te communiceren over een
bepaald domein (zoals vele wetenschappelijke talen).
● Natuurlijke taal heeft een lange traditie: ze is niet bewust door mensen gecreëerd en het
precieze ontstaan moment ervan is moeilijk te bepalen
● Een natuurlijke taal wordt door kinderen spontaan aangeleerd en verworven.
2. Wat bedoelt men wanneer men zegt dat taalvormen (of taaltekens) een semantische
waarde hebben ? Kan men zeggen dat elementen (alarmkreten enz.) uit dierlijke
communicatiesystemen in dezelfde mate een semantische waarde hebben als de
taaltekens in menselijke natuurlijke taal ?
Met semantische waarde bedoelt men dat ze een betekenis hebben, waardoor ze onder andere
in staat zijn naar objecten of naar acties buiten de taal te verwijzen.
Dierlijke communicatie lijkt ook een semantische lading te hebben. Maar deze veronderstelling
stelt op ten minste twee problemen:
● Het is niet duidelijk waar signalen zoals alarmkreten naar verwijzen. Ze kunnen
geïnterpreteerd worden als ‘gevaar van boven’ of ‘gevaar van onder’.
● Het tweede problemen van deze communicatievorm is of dat de symbolische waarde te
vergelijken is met de symbolische waarde van menselijke taal:
○ Bij dierlijke communicatie gaat het vaak over zaken die in de context aanwezig
zijn. Mensen kunnen communiceren buiten de context
○ Bij dieren gaat het om een gesloten repertoria. Mensen voegen steeds nieuwe
woorden toe aan hun lijst.
3. Naar welke twee eigenschappen van natuurlijke menselijke taal wordt verwezen wanneer
men zegt dat natuurlijke menselijke taal open, creatief of productief is ? Kan je aan de hand
van een vergelijking met dierlijke communicatiesystemen of van experimenten waarin men
heeft geprobeerd dieren taal aan te leren aantonen dat die twee eigenschappen inderdaad
menselijke taal van dierlijke communicatiesystemen onderscheiden?
, ● Het vermogen van de mensen om over eender wat te spreken, zonder dat dit
interpretatieproblemen oplevert.
● Mensen kunnen nieuwe taaluitingen maken door delen van al bekende taaluitingen op
een nieuwe wijze te combineren.
Voorbeeld van een experiment:
Kanzi (mensaap) kan tekens zoals lexicogrammen aanleren en combineren. Maar hij kan geen
combinaties vormen die vergelijkbaar zijn met de complexe structuren mensen. Daarbovenop
zijn de zinnen die Kanzi maakt niet structuuronafhankelijk en bij mensen wel.
1.2. Metaforen: taal, cognitie en cultuur
1. Welke vier eigenschappen maken deel uit van de traditionele definitie van metaforen?
(p.16)
1. Metaforen zijn een speciale vorm van taalgebruik (vandaar ‘overdrachtelijk’,
‘figuurlijk’ of ‘stijlfiguur’). Men gaat er dan van uit dat taalgebruikers doorgaans ‘letterlijk’
spreken. Vandaar dat men de betekenis van een metafoor ook tracht te vatten door
middel van een ‘letterlijke’ parafrase of omschrijving: de avond valt bijvoorbeeld zou
dan hetzelfde betekenen als de letterlijke uitdrukking ‘de avond begint’.
2. Metaforen komen voor in speciale teksten, literaire teksten of poëtisch taalgebruik of
in redevoeringen. Ze worden dan ook niet behandeld in grammatica of in taalkunde,
maar in retorica en de poëtica.
3. Metaforen zijn een bepaalde vorm van taalgebruik; het zijn dus fenomenen die de
taal betreffen.
4. Metaforen berusten op een gelijkenis: om ze te begrijpen gaat men op zoek naar een
eigenschap die gemeenschappelijk is aan de metaforische term en datgene waar die
term naar verwijst.
2. Welke vier stellingen verdedigen Lakoff en Johnson in hun kritiek op de traditionele
metaforentheorie? (het volstaat de stellingen op te noemen, je hoeft ze niet uit te werken)
(p.18)
1. Ze wijzen erop dat metaforen niet enkel voorkomen in speciaal taalgebruik, maar in
het dagdagelijks taalgebruik. We gebruiken elke dag van ons leven metaforen; niet
enkel in de taal, maar ook in de manier waarop we denken en handelen.
VB. De tijd vliegt!
2. Ze worden niet enkel in de retorica of poëtica bestudeerd, maar ook in de linguïstiek
of taalkunde.
3. Metaforen zijn in de eerste instantie geen talig verschijnsel, maar ze zijn een
conceptueel verschijnsel → Metaforen is niet alleen kwestie van taal en
woorden alleen, maar menselijke denkprocessen zijn grotendeels
metaforisch van aard. Metaforen komen in de taal terug, juist omdat ieders
conceptuele systeem is opgebouwd rond metaforen.
4. Metaforen zijn niet altijd gebaseerd op objectieve, wetenschappelijke gegevens, maar
wel uit wat stereotiep gedacht wordt over wat metaforisch gebruikt wordt. Bijvoorbeeld:
Jan is net een gorilla. Slaat op onbeleefd of ruw, wanneer gorillas in werkelijkheid
schuw zijn. Het is dus een cultureel bepaald stereotiep.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller magalivancalster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.