Motivatie: het totaal van beweegredenen of motieven dat op een bepaald ogenblik werkzaam is
binnen een individu. Wordt bepaald door:
- Interne krachten (behoeften)
- Externe krachten (situatie)
- Betekenisgeving aan situatie en behoeften
Freud: grondlegger van psycho-analyse > interne krachten zijn driften (aangeboren).
3 verschillende theorieën over behoeften:
- Maslow: gaat er vanuit dat aan het gedrag van alle mensen een vijftal behoeften ten
grondslag ligt (fysiologische behoeften, veiligheidsbehoeften, sociale behoeften,
erkenningsbehoeften en zelf-actualiseringsbehoeften). Deprivatie van behoeften leidt tot
activatie (wanneer er sprake is van een tekort zal de mens in beweging komen). Behoeften
zijn hiërarchisch geordend. Deficiëntiebehoeften: het in beweging komen vanuit een tekort.
Is alleen het geval bij de eerste 4 behoeften.
- Alderfer: ERG-theorie (existentiële behoeften zoals materiële zekerheid, relationele
behoeften zoals liefde en vriendschap, groeibehoeften zoals ontplooiing). Verschillende
behoeften kunnen tegelijkertijd aanwezig zijn en er is geen vaste volgorde. Frustratie-
regressie hypothese: hoe meer de bevrediging van hogere behoeften gefrustreerd wordt, des
te belangrijker worden de behoeften van een lager niveau. Deprivatie leidt tot activatie.
- McLelland: ieder individu ontwikkelt in de eerste levensjaren een behoefteprofiel. Hij
onderscheidt prestatiebehoefte (het leveren van goede prestaties), machtsbehoefte (invloed
en controle over anderen) en affiliatiebehoefte (goede relaties). De dominante behoefte is
aangeleerd (wet van het effect).
Trial and error: proces van gissen en missen.
Skinner: wet van het effect > de gevolgen van een handeling bepalen of iemand de neiging heeft om
die handeling te herhalen of juist achterwege te laten. Zijn de gevolgen aantrekkelijk positieve
bekrachtiging. Zijn de gevolgen niet aantrekkelijk negatieve bekrachtiging.
Conditioneren: een bepaalde handeling die steeds gevolgd wordt door een positieve bekrachtiging.
Stimuli: welke gevolgen een bepaalde handeling oproept is afhankelijk van bepaalde kenmerken. Die
kenmerken heten stimuli.
Trekkende kracht: het gedrag dat mensen vertonen omdat dat wordt uitgelokt door de situatie.
Duwende kracht: het gedrag dat mensen vertonen omdat dat wordt uitgelokt door behoeften.
Er liggen twee theorieën ten grondslag aan de keuze van gedrag:
- Verwachtingstheorie (Vroom): of mensen zich inspannen voor werk hangt af van
o Het verband tussen de inspanning en prestatie
o Het verband tussen prestatie en opbrengsten
o De waarde van de opbrengsten
Het gaat om subjectieve overwegingen en inschattingen. Daarbij spelen 2 zaken een rol:
, o Billijkheid (de mate waarin er een redelijke verhouding is tussen inspanning en
opbrengsten)
o Zelfbeeld (de mate waarin men zich in staat acht om tot goede prestaties te komen)
- Attributietheorie (Vroom&Kelley): verklaart waarom mensen zich willen inspannen.
Attribueren is een proces waarin mensen proberen te achterhalen wat de oorzaken zijn van
hun eigen gedrag en het gedrag van anderen. Interne attributie: wanneer iemand de enige is
die het goed of fout doet, zal deze persoon de oorzaak bij zichzelf zoeken. Externe attributie:
als mensen hun slagen of falen toeschrijven aan de omstandigheden.
In het bepalen van de oorzaak van het slagen of falen let men op de volgende zaken:
- Of ze dikwijls in dezelfde situatie falen of slagen (vast patroon vaststellen)
- Of anderen in dezelfde situatie falen of slagen
- Of ze in veel situaties falen of slagen
Zelfbeeld: bestaat uit de eigenschappen die mensen aan zichzelf toekennen.
Zelfdienende vertekening: selectief te werk gaan. Positieve eigenschappen aan jezelf toeschrijven en
negatieve zaken aan omgevingsfactoren.
Fundamentele attributiefout: de oorzaken van gedrag bij andere personen eerder toeschrijven aan
eigenschappen van die persoon dan aan omstandigheden.
Intrinsieke motivatie: je best doen omdat je het werk leuk vindt en omdat je plezier ontleent aan een
goede prestatie.
Extrinsieke motivatie: presteren omdat daar opbrengsten mee verkregen worden.
Competenties: specifieke kennis en vaardigheden, capaciteiten, persoonlijkheidseigenschappen en
motieven die nodig zijn voor een goede uitvoering van het werk.
Persoonlijkheid: het patroon van karakteristieke gedachten, gevoelens en gedragingen waarmee de
ene persoon zich van de ander onderscheidt en dat relatief constant blijft in de tijd en in
verschillende situaties.
5 dimensies van de persoonlijkheidstest de ‘big five’:
- Expressieve stijl: extraversie tegenover introversie
- Interpersoonlijke stijl: vriendelijkheid tegenover onvriendelijkheid
- Werkstijl: zorgvuldigheid tegenover gemakzucht
- Emotionele stijl: emotionele stabiliteit tegenover emotionele instabiliteit (neuroticisme)
- Intellectuele stijl: openheid voor nieuwe ervaringen tegenover afsluiten voor ervaringen
Nut van deze test: zelfinzicht verkrijgen om de juiste keuzes te kunnen maken bij het kiezen van bv
een beroep en het kan worden gebruikt bij selectieprocedures om te kijken of de persoon past bij de
functie.
Attitude: een redelijk stabiele houding die iemand heeft ten opzichte van andere mensen,
gedragingen, objecten of ideeën. 2 overwegingen spelen een rol:
- Cognitieve overweging: voor en nadelen op een rij zetten
- Affectieve/emotionele overweging: men laat gevoel meespelen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Iris-Groeneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.