Samenvatting van:
- Boek (Business Research Methods, Blumberg): H1 (blz. 27-36), H6, H7, H13, H14
- Collegestof (videocolleges )
Let op: de 'technische' stof is niet opgenomen in deze samenvatting (over SPSS/statistische analyses).
HET BEGRIJPEN VAN THEORIE: COMPONENTEN EN VERBINDINGEN
Concept= algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of karakteristieken die geassocieerd worden met bepaalde
gebeurtenissen, situaties en gedragingen. In onderzoek zijn er problemen met de noodzaak tot conceptprecisie en
inventiviteit. We ontwerpen hypotheses met behulp van concepten. We bedenken metingsconcepten waarbij we
hypothetische stellingen testen. Het succes van onderzoek hangt af van:
- Hoe succesvol we conceptualiseren
- Hoe goed anderen de gebruikte concepten begrijpen
Constructen= abstracte concepten waarvoor vele verschillende definities zijn; een idee of ‘plaatje’ dat speciaal is
‘uitgevonden’ voor gegeven onderzoek en/of theorie opbouwend doel. We bouwen constructen door simpeler concepten te
combineren, vooral wanneer het idee of ‘plaatje’ dat we over willen brengen niet direct onderworpen is aan observatie.
Definities= meer rigoureuze definities nodig in onderzoek. Dus, concepten/constructen moeten worden gemeten.
• ‘Woordenboekdefinitie’= concept wordt gedefinieerd met synoniem.
• Operationele definitie= uitgedrukt in termen van specifiek testen of metingscriteria.
Variabelen= eigenschap die in praktijk wordt bestudeerd; een symbool waaraan we een getal/waarde toekennen (in context).
• Elke relatie heeft minstens 1 onafhankelijke variabele en 1 afhankelijke variabele.
• Modererende/interacterende variabelen= contextualisering van het effect.
• Externe variabele kan worden beschouwd IV of MV, maar moet aangenomen of uitgesloten worden van de studie.
Om te verzekeren dat resultaten niet ‘biased’ worden door ze niet op te nemen, kunnen ze worden opgenomen als
controlevariabelen. Als de variabelen de relatie beïnvloeden, worden ze confounding variabelen genoemd.
• Mediërende variabelen worden genoemd m.b.t. causale relaties. Ze zijn concreet en duidelijk meetbaar.
PROPOSITIES EN HYPOTHESES
Propositie= statement over concepten die kunnen worden beoordeeld als waar of onwaar (over een te observeren
fenomeen). Wanneer een propositie wordt geformuleerd voor empirische testen, noemen we het een hypothese.
• Beschrijvende hypotheses= proposities die het bestaan, de grootte, vorm of verdeling van een variabele stellen.
• Relationele hypotheses= stellingen die een relatie tussen twee variabelen m.b.t. een bepaalde case beschrijven.
• Correlationele hypotheses= stellen dat variabelen samenhangen op een bepaalde manier, zonder dat er
geïmpliceerd wordt dat de ene de ander veroorzaakt.
• Uitleggende (causale) hypothese= implicaties dat het bestaan van of een verandering van de ene variabele leidt tot
een verandering in de andere (of dit veroorzaakt).
Een hypothese dient de volgende functies:
- Het geeft richting aan de studie
- Het identificeert feiten die relevant zijn en feiten die dat juist niet zijn
- Het suggereert welke vorm van onderzoekontwerp het meest gepast is
- Het biedt een raamwerk voor het organiseren van conclusies
Een goede hypothese:
➢ Is gepast voor het doel
➢ Kan je testen
➢ Is beter dan de ‘rivalen’
THEORIE
Theorie= set systematisch gerelateerde concepten, definities en proposities die feiten kunnen uitleggen en voorspellen. Het
verschil tussen een theorie en een hypothese, is de mate van complexiteit en abstractie. → De rol van theorie is uitleggen.
Welke functies heeft theorie?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller businessstar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.