Samenvatting Op naar de volgende crisis
Hoofdstuk 1
De kredietcrisis als communicatiecrisis. We geloven niet meer wat er wordt gezegd, we reageren
anders op uitspraken dan normaal. In ‘normale’ tijden zou een centralebankdirecteur wel
geloofd worden en leveren zijn woorden bijdrage aan het beleid. Tijdens een crisis leidt dit
gebrek aan geloof aan ongehoorzaamheid en speculatie. De Amerikaanse socioloog Robert K.
Merton introduceert het begrip self-fulfilling prophecy, voorspelling die direct of indirect leidt
tot het uitkomen van die voorspelling. Hij baseert dit op Thomas-theorema, die luidt als volgt: ‘if
men define situations as real, they are real in their concequences’. Als voorbeeld gebruikt hij een
bankrun. De klanten van de bank nemen de valse geruchten over problemen bij de bank aan als
waar (‘as real’), met als gevolg dat de bank ook daadwerkelijk in de problemen komt (‘real in
their concequence’).
De kracht van woorden kan zich ook tegen de spreker keren door precies het tegenovergestelde
doen van wat de spreker wil, dit heet self-denying prophecy. Een voorbeeld is zodanig
ontkennen of negeren van de crisis dat mensen denken dat er echt wel wat aan de hand moet
zijn. De CEO van Fortis is hier een voorbeeld van. Hij had een stoppelbaard en zag er vermoeid
uit tijdens de persconferentie. Later stelde hij in een telefonische persconferentie dat de bank
niet bankrupt zou gaan. De media dook er toen op en later die dag werd bekend dat Fortis gered
moest worden van een faillissement.
Er bestaat ook nog een situatie dat de spreker er rekening mee houdt dat hij gemanipuleerd
wordt. Het Droste-effect treedt dan op.
De markt bewaakte tot 2007 de orde. Vanaf de zomer van 2007 wordt dit ter discussie gesteld
door zaken waar we tot dan toe niet of nauwelijks van gehoord hebben: subprime hypotheken,
mortgage backed securities(MBS), credit default swaps (CDS) en collateralised debt obligations
(CDO). De strijd om de geloofwaardigheid terug te winnen begint dan.
De ‘redding’ van Nothern Rock
Northern Rock is een Britse consumentenbank. In september 2007 komt deze bank in
problemen en moet de overheid en centrale bank bijspringen. Maar de centrale bank heeft zich
tijdens de crisis lang stilgehouden en gaat door met haar monetair beleid. De Europese Centrale
Bank en de Amerikaanse Federal Service grijpen in door geld te injecteren maar de Bank of
England vindt dat zij dat niet moeten doen. Hierdoor zou namelijk het roekeloos gedrag beloont
worden en pas als het systeem in gevaar komt wil de bank ingrijpen. King, president van de
Bank of England, hoopt hiermee op een self-denying prophecy. Terwijl hij deze uitspraken doet
is hij volop bezig met het redden van Northern Rock. De bank heeft liquiditeitsproblemen en
door de kredietcrisis durven banken geen geld meer aan elkaar uit te lenen. King dringt erop aan
om de reddingsactie als een ‘covert operation’, geheime operatie, uit te voeren. Pas als de
reddingsactie helemaal voltooid is wordt het publiekelijk bekend gemaakt. Ondanks zijn wens
wordt het geen geheime operatie om 2 redenen:
1. Northern Rock is een beursgenoteerde bank en moet de reddingsactie dus publiekelijk
maken.
2. Northern Rock is zelf geen voorstander van een geheime operatie. Zij geloven dat het
bekendmaken het vertrouwen zal herstellen en hierdoor een bankrun voorkomen.
Nadat het besluit is genomen om er een open operatie van te maken wordt er een week
ingepland om de communicatie zorgvuldig te laten verlopen. Er wordt gelekt en hierdoor duikt
de media er direct op. De persconferentie wordt vervroegd en er ontstaat een bankrun. Pas
nadat expliciet is duidelijk gemaakt dat de spaargelden door de overheid worden gegarandeerd
stopt de run. Daarnaast zie je een self-denying prophecy. Het bericht dat de bank wordt gered,
wat tevens waar is, brengt de bank in problemen.
, De ‘redding’ van Fortis
Één jaar na de redding van Nothern Rock komt het Belgisch-Nederlands-Luxemburgse Fortis in
de problemen. Sinds de overname van ABN Amro (2007) is Fortis een grote speler. Nout
Wellink, president van DNB, komt normaal gesproken niet of nauwelijks op televisie. In 2007
gebeurt het slechts zes keer, in het najaar van 2008 is hij in 3 weken tijd 4 keer op televisie,
waaronder live, dat is dan dus opmerkelijk. De strijd om geloofwaardigheid woedt erg in deze
crisistijd.
Geruchten doen de ronde over Fortis dat ze een extra aandelenemissie plant maar Fortis ontkent
deze geruchten. Toch blijft het aandeel dalen. De credit default swap (CDS), indicator voor de
mogelijkheid dat Fortis failliet gaat, blijft stijgen en het volume van de handel ook. Het volgende
gerucht is dat de DNB aan de Rabobank heeft gevraagd om geld te lenen aan Fortis. Dit zet de
koers nog verder onder druk en na de ontkenning herstelt de koers zich minimaal.
Eind september wordt het nieuws naar buiten gebracht. Fortis moet gered worden. In
noodberaad wordt het besluit genomen dat de Nederlandse, Belgische en Luxemburgse overheid
allemaal een belang van 49% in Fortis nemen. Er wordt verder overlegd en begin oktober maken
de minister van Financiën, de minister-president en de president van de centrale bank bekend
dat zij het Nederlandse deel van Fortis overnemen, dit gedeelte bevat ook ABN Amro. Er worden
geruststellende woorden .
Voordat bekend werd dat Fortis gered moest worden was Wellink ook al te gast in
televisieprogramma’s. Opmerkelijk is dat hij als enige de vragen van de interviewer
beantwoordt omdat er geen andere financieel-monetaire autoriteit in de studio zit die zijn
antwoorden ter discussie stelt. Daarnaast kan hij dit medium gebruiken om zichzelf als
deskundige neer te zetten en vertrouwen te winnen. Hij zegt namelijk wel dat we in een crisis
zitten maar dat we het niet moeten bagatelliseren. Nadat de overname bekend is gemaakt is hij
weer te gast bij een televisieopname. Een onderdeel hier is meta-communicatie, er wordt
gecommuniceerd over het communiceren. Hij zegt dat spreken in crisis is als het lopen op
eieren. Hiermee doelt hij op de uitspraak van Wouter Bos toen hij zei dat Nederland het gezonde
deel van Fortis heeft overgenomen en dat België met giftige portefeuilles blijft zitten. Hierdoor
heeft hij België in diskrediet gebracht.
Hoofdstuk 2
De Black-Scholes formule die is bedacht door Scholes en Fisher Black in de jaren ’70 en verder is
uitgewerkt door Merton wordt nu dagelijks over de hele wereld gebruikt. Door de formule was
het veel beter om risico’s in de hand te houden in de maatschappij.
Economen beschrijven de economie niet, ze performeren haar. De term performativiteit komt
van de Britse taalfilosoof John Austin. Hij stelt dat maar een deel van de uitspraken die wij doen
in het dagelijks leven een waarheidsclaim inhouden. Veel andere uitspraken dus niet. Deze
verhouden zich niet met de werkelijkheid door middel van een waarheidsclaim, maar ‘doen iets’
met die werkelijkheid, ze zijn dus performatief. Voorbeelden performativiteit:
1. Black-Scholes formule: formule verandert rekenmachines en later ook de
computermodellen waarmee handelaren werken.
2. Principaal-agent theorie (beloningsbeleid): hoe beursgenoteerde bedrijven zoals banken
hun managers belonen. Dit leidt tot veel eigenbelang.
3. Chicago School zet binnen de economische wetten de deregulering van financiële
markten in gang.
Er bestaat ook een mogelijkheid van contra-performativiteit. In dit geval gaat de economie niet
steeds meer, maar uiteindelijk steeds minder op die theorie lijken. Die theorie luidt: er is geen
sprake meer van strikte scheiding tussen econoom en economie, de onderzoeker en het
onderzochte, tussen theorie en praktijk. De econoom is dus actor binnen de economie die hij
bestudeert.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Chinoukkk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.