dit document is een samenvatting van de geziene hoofdstukken in de les. dit is een uitgebreide samenvatting die alle info bevat voor het examen uit het academiejaar . de belangrijkste hoofdstukken, de bv en nv staan op de laatste pagina's van het hoofdstuk.
door deze samenvatting alleen, samen m...
Juridische vorming voor
ondernemers
Hoofdstuk 1: ondernemingsrecht: vrijheid van
ondernemen en algemene verplichtingen van de
onderneming
1. Vergelijk het begrip “onderneming” met “handelaar”. Ken zeker de
definitie van een “onderneming”.
Handelaar is een verouderd begrip en werd afgeschaft bij de invoering van de nieuwe wetgeving
omtrent het ondernemingsrecht. (In voege sinds 1/11/2018). Wetboek van Koophandel werd verder
ontmanteld en nu moeten we op het WER terugvallen voor het toepassingsgebied en de regels m.b.t.
de vrijheid van ondernemen en de algemene verplichtingen v/d onderneming. Onderneming is het
uniforme begrip voor “handelaar” en “koopman”.
Een onderneming:
- Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
- Iedere rechtspersoon
- Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
2. Vrije beroepen zoals dokters, advocaten,.. Zijn dat ondernemingen?
Ja, dat zijn ondernemingen want dat zijn natuurlijke personen die op zelfstandige basis een
economische activiteit uitoefenen. Zij vallen sinds de invoering van de nieuwe definitie van het
ondernemingsbegrip ook onder het nieuwe begrip onderneming. In het WER: apart boek voor deze
vrije beroepen met o.a. regels inzake oneerlijke handelspraktijken.
3. Kunnen dokters en advocaten failliet worden verklaard?
Ja, sinds de nieuwe wetgeving van 2018. Er is geen reden om hen buiten de faillissementswet te
houden. Daarom kunnen beoefenaars van een vrij beroep (ook tandartsen, kinesisten,..) voortaan
ook failliet verklaard worden. Dit als zij hun schulden niet kunnen terugbetalen en er geen
verbetering van hun financiële situatie verwacht kan worden. Bij deze nieuwe wetgeving horen ook
meer mogelijkheden om zich bij financiële moeilijkheden te reorganiseren. Samengevat: elke
onderneming kan failliet worden verklaard of in aanmerking komen voor de maatregelen waarin
wordt voorzien door het insolventierecht.
Voor deze vraag moet je terug kijken naar het ondernemingsbegrip.
4. Wie zijn dan geen ondernemingen?
- Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen winstuitkering als doel heeft en die
ook in feite geen uitkeringen verricht aan haar leden of aan personen die een beslissende
invloed uitoefenen op het beleid van de organisatie.
- Ieder publiekrechtelijk rechtspersoon die geen goederen aanbiedt op een markt
1
, - De Federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de hulpverleningszones,
de prezones, de Brusselse Agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentezones, de
binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse
Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
5. Vallen overheidsinstanties onder “onderneming?
De economische bedrijvigheden vd overheid vallen in principe niet onder het ondernemingsbegrip.
- De NMBS en Bpost worden wel beschouwd als onderneming omdat zij als
overheidsbedrijven een economische activiteit uitoefenen. –> bieden uiteraard goederen en
diensten aan op de markt.
- FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen) is opgericht door de
overheid en is dus een publiekrechtelijk rechtspersoon. RP omdat wet dat zo omschreef.
Aangezien zij geen economische activiteit hebben, is FAVV geen onderneming. De opdracht
van FAVV bestaat erin te waken over de veiligheid id voedselketen en de kwaliteit van ons
voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.
6. Wanneer is men juridisch bekwaam om een onderneming te starten?
Behandeld in BW, daar is nl. een artikel dat de leeftijd van juridische bekwaamheid bepaalt.
Deze leeftijd is 18 jaar en geldt dus ook voor het opstarten van een onderneming. Om alleen
te kunnen werken en te ondernemen heb je in België de leeftijd van 18 jaar nodig.
Elk land beslist dit zelf. Moet België met al die mogelijke nationaliteiten altijd die regel van 18
jaar volgen? De regel is dan te kijken naar de vreemde wet en als hierin bepaalt is dat 16 de
minimumleeftijd is, moet de rechter uit België dit accepteren.
Juridische bevoegdheid bij statuut van de ondernemer Onverenigbaarheid: personen die in de
samenleving bepaalde ambten bekleden, functies of beroepen uitoefenen in het algemeen belang
mogen geen ondernemingsactiviteiten uitvoeren. Notaris kan nooit een onderneming starten. Er zijn
beroepsverboden waarbij iemand die bijv. naast een andere straf ook een beroepsverbod opgelegd
krijgt. Iemand die veroordeeld werd voor kinderporno kan een beroepsverbod krijgen voor
verschillende jaren om bijvoorbeeld in een kleuterschool te gaan werken. (beslist in correctionele RB)
Kruispuntbank voor ondernemingen = KBO: een onderneming moet zich voor aanvang van haar
activiteiten bij de KBO inschrijven. Dit is een centraal (elektronisch) register voor het hele land met
informatie over:
- Elke NP die in BE een onderneming is. Dus iedere NP die zelfstandig een beroepsactiviteit
uitoefent.
- Elke RP naar Belgisch recht
- Elke RP naar buitenlands of internationaal recht die in BE over een zetel of bijkantoor
beschikt.
- Elke vestigingseenheid van voorgaande ondernemingen.
Bij inschrijving (de wet spreekt over geregistreerde entiteiten) van een onderneming (of een
vestigingseenheid van een onderneming) krijgt deze een uniek identificatienummer, het
2
, ondernemingsnummer of het vestigingsnummer. De nummers zijn niet overdraagbaar tussen
ondernemingen.
7. Ondernemingsloket: waarvoor dient het en geef 2 vb’en:
Voor de inschrijving bij de KBO moeten de inschrijvingsplichtige ondernemingen zich tot een
ondernemingsloket wenden. Dit zijn vzw’s. Ze hebben verschillende taken en kunnen voor de
ondernemer alle administratieve formaliteiten vervullen.
Twee voorbeelden kennen:
o Eunomia vzw
o Liantis ondernemingsloket vzw
o Formalis vzw
o Acerta ondernemingsloket vzw
8. Verschillende stappen die een RP moet ondernemen:
1) Statuten en oprichtingsakte neerleggen bij de griffie vd ondernemings-RB
2) De griffie geeft die gegevens door aan de KBO, die een ondernemingsnummer toekent
3) Met dat ondernemingsnummer richt de RP zich tot het ondernemingsloket.
4) Dat loket gaat nu na of wel degelijk aan alle vestigingsvoorwaarden voldaan is. Als dat het
geval is, dan zal zij de onderneming inschrijven als geregistreerde onderneming,
vestigingsnummer(s) toekennen en nota nemen vd activiteiten die de onderneming zal
uitvoeren.
Vestigingswet in BE: niet dezelfde regeling voor het hele grondgebied. In Brussel en Wallonië is de
vestigingswet nog (gedeeltelijk) van toepassing.
Hoofdstuk 2: fundamentele elementen van het
economisch recht: het bewijs in
ondernemingszaken
Je kan werken met bv. een onderhandse akte. Daarnaast kan ook gewerkt worden met een factuur.
Dit laatste is specifiek voor ondernemingen en heeft een vrij goede bewijskracht. In het
ondernemingsrecht is de bewijskracht soepeler dan in het Burgerlijk recht. Tussen ondernemingen
zijn er veel meer mogelijkheden om iets te bewijzen. Getuigen, e-mails, videogesprekken,.. kunnen
dienen als bewijs. Bij particulieren zit dat totaal anders in elkaar.
(boekhouding p18 is een richtinggevende vraag maar kans is klein dat dat gevraagd wordt volgens
Dirk dus staat hier niet in)
Factuur is een bewijsmiddel. De bewijswaarde is niet hetzelfde als het gaat om een factuur tussen 2
ondernemingen of een factuur tussen een onderneming en een consument. Jij bent ondernemer en
krijgt een factuur dat verzonden werd met gewone postzegel. Wat is dan de bewijskracht? “Een
aangenomen factuur geldt als bewijs van de onderliggende rechtshandeling van de partijen.”
Bewijskracht is dus groot.
Een factuur kan aanvaard worden maar dus ook geprotesteerd worden. Dit kan via mail of via een
brief (beter als het om veel geld gaat). Kan ook deels geprotesteerd worden. Bv je bent akkoord met
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ng2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.01. You're not tied to anything after your purchase.