100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Warehousing en fysieke distributie h 8 t/m 14 $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Warehousing en fysieke distributie h 8 t/m 14

10 reviews
 603 views  45 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Warehousing en fysieke distributie van Engelbregt, J. - ISBN: 9789047300625, Druk: 1, Uitgavejaar: -

Last document update: 10 year ago

Preview 5 out of 18  pages

  • Yes
  • June 17, 2014
  • October 20, 2014
  • 18
  • 2013/2014
  • Summary

10  reviews

review-writer-avatar

By: erikhees • 3 year ago

review-writer-avatar

By: rjdomhof • 3 year ago

review-writer-avatar

By: brampeters40 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: LeviM • 7 year ago

review-writer-avatar

By: wesleyl • 7 year ago

review-writer-avatar

By: HANDL026 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: gijsdebie • 7 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Hoofdstuk 8 Dc-processen

Er zijn 2 typen magazijnen:
- Productiemagazijnen: om het productieproces te ondersteunen (grondstoffen,
halffabricaten, verpakkingsmateriaal). Je bewaard schoonmaakmiddelen, grondstoffen,
zelfgeproduceerde halffabricaten, gereedschappen, machine onderdelen en
verpakkingsmateriaal. Zodra er behoefte aan onderdelen ontstaat, kunnen de onderdelen uit
het magazijn worden gehaald. Bij bedrijven die JIT toepassen. Ook kunnen kritische
machineonderdelen op voorraad worden gehouden.
- Distributiemagazijnen/DC: in verschillende schakels (importeur, groothandel, detailhandel)
opslagplaats gereed product.
Open magazijnen: het personeel mag zonder document of opdracht goederen weghalen (afgifte
wordt niet geregistreerd). Bij bijvoorbeeld: moertjes, tape of verpakkingsmateriaal. Je kunt het two
bin-systeem toepassen.
Gesloten magazijn: niet toegankelijk voor al het personeel (wel registratie).
Combinatie open en gesloten magazijn  magazijnbalie waar men dingen pakt, maar ook
machtigingen uitvoert.

Functies DC: opslag van artikelen om verschillen te overbruggen van de vraag- en aanbodzijde en het
hergroeperen van artikelen omdat afnemers andere combinaties van goederen willen bestellen.
3 R’en: ruimte, rente en risico. De kosten bestaan uit: gebouw, equipment en personeel.

Processen: ontvangst (in), opslag (door), verzamelen/verdelen (door), consolideren (uit) en expeditie
(uit). Tussen in  door: kwaliteitscontrole, sorteren, beprijzen, ompakken. Tussen door  uit:
sorteren, assembleren, verpakken, etiketteren.

Aanvoer: via vrachtwagen, spoor of schip. De aankomsttijden verschillen en daarom kunnen er hoge
pieken en dalen per dag ontstaan. Demurrage= bij het laden van schepen gelden bepaalde tijden en
als je buiten die tijden komt, moet je overliggeld betalen. Om de aanvoer te versoepelen kun je
aanlever- (aanwijzingen over het moment en de wijze van leveren), laad- (volgorde van beladen),
verpakking- (verpakkingsaanwijzingen) en uitmonsteringsinstructies (codering, markering).
Bij JIT worden de goederen bij ontvangst bijna niet gecontroleerd. Het tijdstip moet dan worden
afgestemd op het moment waarop je de goederen nodig hebt.

Ontvangst: bij ontvangst moet er als bewijs de vrachtbrief worden afgetekend. De
verantwoordelijkheid wordt dan overgedragen. De ontvangstcontrole wordt gedaan aan de hand van
de factuur of vrachtbrief. Goederen met een hoge waardedichtheid (dure producten) moet je 100%
controleren. Vaak worden het aantal, de afmetingen, houdbaarheid enzovoorts gecontroleerd. Bij
het registreren van goederen wordt er onder andere gekeken naar: datum, nummer van het
vervoersmiddel, aantal eenheden per product, bestede tijd aan het lossen en controleren.

Kwaliteitscontrole: voldoen de goederen aan de productspecificaties?

Herverpakken/voorverpakken: herverpakken, voorverpakken en het samenstellen van sets is een
verlengde van de productie. Door andere werkwijzen kunnen deze activiteiten de werkzaamheden in
magazijnen flink verstoren  voorraadverschillen.

Afvoer naar magazijn: je kunt de locatie in het magazijn verbinden met het artikelnummer.

Opslag: ontvangen goederen worden opgeslagen en verlaten na verloop van tijd het DC. Er zijn
verschillende opslagsystemen voor verschillende soorten producten.


1

,Orderverzamelen: volgens binnengekomen opdrachten samenstellen van zendingen, uit een
verzameling goederen/artikelen. De orderstructuur(=grootte van de orde) is bepalend voor hoe je de
artikelen gaat verzamelen.

Consolideren: soms moet je orders van klanten splitsen in deelorders per deelmagazijn. Een order bij
elkaar voegen, noem je het consolidatieproces. Dit kun je met de hand doen, maar ook
geautomatiseerd.

Expeditie: zorgen dat de orders op de juiste wijze bij de klanten arriveren:
- Verpakken: krimpfolie of opvulmateriaal.
- Sorteren: handmatig of automatisch sorteren.
- Laden: tactisch inladen van de vrachtwagen.

Orderstroom: een orderstroom bestaat uit meerdere deelprocessen (plaatsen bestelling, financiële
check, producten verzamelen enzovoorts). Er zijn7 stappen te onderscheiden:
1. Bestelling door de klant,
2. Wel of geen check naar de kredietwaardigheid van de klant,
3. Controleren of de voorraad voldoende is,
4. Eventueel bestellen,
5. Order verzamelen als de voorraad voldoende is,
6. Voorfacturatie (maken van facturen op basis van geaccepteerde orders (vaak bij franchise,
eigen winkels enzovoorts)).
7. Verzamelen van goederen en zendingen tot transporteenheden, geladen en getransporteerd
naar de klanten maken.

Hoofdstuk 14 (t/m 14.2.3) Lay-outontwerp
De lay-out moet passen bij de indeling van het gebouw en het terrein. Bijna alle ontwerpmethoden
zijn top-down (hoog niveau stelt randvoorwaarden). Analyses en ontwerpen op een lager niveau zijn
meer gedetailleerd. In het boek gaat het om de algemene principes van lay-outontwerpen, die je
kunt toepassen op productiefaciliteiten en magazijnen. Je kunt dit baseren op ‘systematic lay-out
planning’ (SLP) of ‘systematic handling analyses’ (SHA). De spil voor deze methode wordt gevormd
door: procesanalyse, materiaal-routeanalyse, stroomintensiteitsklassering, abc-analyses, installatie of
bouw enzovoorts. De methode kun je op verschillende niveaus en situaties toepassen (heel
gedetailleerd). Voordeel detaillering: je ziet niks over het hoofd. Nadeel detaillering: te kleine stapjes.
Voor magazijnen, DC’s en flowshops is deze aanpak te gedetailleerd.

Als je in een bedrijf een analyse maakt van intern transport, material handling, opslag enzovoorts,
bespaar je geld door het realiseren van een andere lay-out. Zo’n verandering in lay-out moet je niet
te vaak doen. Belangrijk: efficiënt indelen, flexibel in productmix en productievolume.
Stap 1: functionele analyse van de stroom + processen.
Stap 2: goederenstroom in kaart brengen (stroomdiagram).
- Info nodig over:
o wie, wat, waar, waarom, waarmee, wanneer.
o Hoeveelheid orders, kwaliteitsbewaking, houdbaarheid enz.
Stap 3: PQRST sleutel:
• P = Product – materiaal – Eenheden; productgroepen, codenummers
• Q = Quantity – volume – Hoeveelheid, aantal, etc. (opslag en omloopsnelheid)
• R = Routing – procesvolgorde – Fysieke verwerkingsproces, draaiboeken
• S = Support – ondersteunende diensten – Energie, toiletten, kleedruimte, pakkerij
• T = Time – Tijd; Bijvoorbeeld: de uitslag van 90 % van de pallets van 6.00 – 11.00 uur of uitgespreid
over de hele dag


2

,Bij het verzamelen van gegevens is het belangrijk dat onzekerheden in de ontwikkeling probeert te
vertalen in flexibiliteitseisen.
Pareto: 80% van de winst maak je met 20% van je assortiment of 20% van de klanten is goed voor
80% van de omzet. Je onderscheid de hoofd- en bijstromen. Voor benchmarking kun je beter een
(niet-cumalatieve) grafiek gebruiken Lorenz-curve.

Operations process-chart: bewerkingsvolgordediagram (OPC), bij een productiebedrijf 
fabricageproces (zendingen + deelzendingen). Doel: zichtbaar maken bewerkingen en volgorde
daarvan, overzicht van de gecompliceerdheid van de fabricage, assemblage of distributie, je kunt het
aantal personen of tijd per bewerking aangeven en OPC toont de routing en transportafstanden 
OPC combineert routing, stuklijsten en de normen van het werk.

Flowchart (stroomdiagram): pijlen met daarbij de stroomgrootte (in stuks, dozen, m3 enzovoorts). Je
geeft de huidige en gewenste situatie weer. In een grafiek kunnen 4 gebieden worden aangegeven:
1. 1 of meer producten met grote productiehoeveelheden (bij massaproductie) 
procesanalyseblad.
2. Een aantal producten met niet te sterk uiteenlopende productiehoeveelheden 
multiproduct procesanalyseblad.
3. Veel artikelen, combineer de artikelen tot logische groepen (methode 1 of 2).
4. Veel ongelijksoortige artikelen (enkelstuksfabricage)  van-naarmatrix.

Procesanalyseblad: vastleggen stappen die een product doorloopt, door middel van symbolen. Je
kunt er een procesanalyse bij maken (wie, wat, waar, waarmee, wanneer, waarom). Doel: in detail
vastleggen inclusief normtijd en aantallen, de basis voor verbetering leggen en verborgen of
overbodige werkzaamheden opsporen.

Multiproduct procesanalyseblad: 1-3 producten, processen van de artikelen worden vermeld, links
alle bewerkingen, de artikelen in kolommen. Het gaat om het weergeven van de goederenstroom,
niet om de details. Je kunt er ook productieaantallen aan toevoegen (in liters, stuks enzovoorts).
Doel: je ziet welke producten een grote rol spelen bij de lay-out en je krijgt inzicht in de hoeveelheid
werk per bewerking.

Van-naarmatrix: bij kleine aantallen producten, per product de stroom weergeven, door middel van
turven in de vakjes van de bewerkingen, onder de diagonale lijn staan de tegengestelden
bewerkingen voor (deze moeten zo min mogelijk zijn). In plaats van turven kun je ook hoeveelheden
invullen.

De gegevens die je hebt verzameld geven info over de te produceren of handlen artikelen, de
hoeveelheden per artikel en de bewerkingsvolgorde  inzicht in de capaciteit. Je moet per machine
helder hebben wat de gegevens zijn die vastliggen: stroomaansluiting, gas/water/afvoer, maten,
benodigde gangpaden, persluchtaansluiting enzovoorts. Als je dit voor alle machines doet en de
vierkante meters optelt, weet je hoeveel ruimte de benodigde productieruimte moet zijn.

Hoofdstuk 9
Opslag van stukgoed kan op 2 manieren: statisch of dynamisch, kunnen beide met of zonder
stellingen. Opslag van massagoed: is onverpakt, vast/vloeibaar, enzovoorts.

STATISCH DYNAMISCH
ZONDER STELLINGEN Blokstapeling Trolleys of een rail,
rolcontainers aan een
towline
MET STELLINGEN Enkelvoudige pallet Goederen bewegen in Stelling met goederen

3

, stelling, inrijstelling, de stelling beweegt
doorrijstelling
Doorrolstelling Carrousel,
paternoster,
plateaulift, verrijdbare
stelling
Vast massagoed: erts, graan, zand, aardappelen. Je kunt kiezen voor open opslag of overdekte opslag
(duurder), dit hangt ook af van de milieueisen. Ook hangt het af van de opgeslagen hoeveelheid en
de througput (ton per jaar). Hoe worden de goederen aan/afgeboerd en hoeveel wordt ervan in
voorraad gehouden?

Mengvorm: stukgoed en bulkgoed  big-bag  nauwelijks goedkoper en niet eenvoudiger.
Vloeibaar massagoed: open/gesloten opslag, veiligheid speelt bij giftige stoffen een grote rol.
Gasvorming massagoed: tank/container, opslagbollen.

Magazijnen voor stukgoed: openlucht, traditioneel (<8 m, gangpaden van 3,20 m voor een heftruck),
middelhoog (8m – 12m, sideshifter of turrettruck) en hoogbouw (>12 m, rack supported building). De
keuze hangt af van de samenhangende investering, operationele lasten, inpasbaarheid in de
bedrijfsstrategie en het logistieke concept (flexibiliteit voor uitbreiding/wijziging van het assortiment,
verkoopbaarheid/uitbreidbaarheid, througputtijd (tussen ontvangst en uitslag), kwaliteitsbeheer van
goederen, mogelijkheden tot diefstalpreventie en de beheersbaarheid van de voorraden.

Opslagtechnieken
Opslagme Toepassingseisen + - Typen
thode heftrucks
Blokstape Grote voorraad per artikel, Eenvoudig, geen Geen FIFO Vorkheftruck
ling lage verpakkingsdichtheid, inrichtingskoste mogelijk, , reachtruck
stapelbaar, matige n, hoge stapelhoogte of stapelaar
handlingfreq, grote benutting van afhankelijk van de
hoeveelheden per x de ruimte. goederen, niet te
mechaniseren
Palletstell Palletiseerbaar, hoge/lage FIFO mogelijk, Arbeidsintensief, Alle typen
ing handlingfreq, lage lage investering, ongunstige
verpakkingsdichtheid, flexibel, combi verhouding tussen
beperkte voorraad met legbord opslag en
mogelijk gangpadgedeelte
Hoogbou Groot assortiment met Hoge ruimte Gebouw voor Smalle
wpalletst beperkte voorraad per benutting, FIFO specifiek gebruik, gangentruck
elling artikel hoge investering
Inrij/door Pallitiseerbaar, beperkt Grote Alleen bij 1 Alle typen
rij-stelling assortiment, groot aantal vullingsgraad, artikelsoort per
pallets per artikel, intensieve kanaal, nauwkeurig
lage/matige handlingfreq, benutting voor heftruck, lage
lage verpakkingsdichtbeid, ruimte (geen bezettingsgraad,
grote af/aanvoer per x paden), FIFO bij FIFO bij
doorrijstelling inrijstellingen
Palletdoo Palletiseerdbaar, beperkt FIFO, intensieve Hoge Alle typen
rrolstellin assortiment, hoge benutting aanschafkosten,
g handlingfreq, lage ruimte, korte dure exploitatie,
verpakkingsdichtheid, grote rijroutes beperkt in te zetten
voorraad


4

, Draagarm Lange zware goederen, Voor allerlei Lang Zijlader,
stelling matige handlingfreq lengten, orderverzameltraje vierwegtruck
toegankelijk ct , SBA
Insteekst Lange goederen met beperkt Intensieve Handmatig, niet Handmatig,
elling gewicht, matige/hoge benutting, kort geschikt voor ganggebbon
handlingfreq orderverzameltr zware goederen denorderver
aject zameltruck,
SBA
Legbord/ Beperkte en kleine artikelen, Flexibel dmv Handmatig vanuit Handmatig,
vakkenste lage en matige handlingfreq, schotten, hoge bulk ganggebond
lling hoge verpakkingsdichtheid, bezettingsgraad en
afzonderlijk , korte routing, orderverzam
orderverzamelsectoren, veel combi eltruck of
artikelen naast elkaar pallet/legbordst SBA
elling
Dozendoo Hoge verpakkingsdichtheid, FIFO, pick-to- Grote investering, Handmatig,
rrolstellin hoge handlingfreq light minder flexibel ganggebond
g en
orderverzam
eltruck of
SBA
Verrijdbar Lage handlingfreq, FIFO, Verplaatsen kost Handmatig,
e stelling matige/hoge ruimtebesparen tijd, hoge vorkheftruck
verpakkignsdichtheid, groot d aanschaffprijs, 1 , reachtruck
assortiment, kleine voorraad orderpicker per x of stapellaar
Paternost Kleine artikelen Efficiënt Duur
er (lift) gebruik ruimte
Automati Zoals bij Kruidvat, Efficient, snel Duur Machine
sch stellingkranen
magazijn
Standaar Wel gangpaden (Makro)
d

Hoe je de ruimte van een magazijn kunt benutten, is afhankelijk van de effectieve bezettingsgraad. Je
moet rekening houden met: fluctuaties in de voorraad, verliezen (aangebroken pallets, afwijkingen in
de maat), gedeeltelijk gevulde lanen, ruimte voor groei in het assortiment, ruimte voor herschikken
magazijn en operationele reserve (5-10%).

Locatiebeheer bestaat uit 3 componenten:
1. Groeperen en indelen van goederen,
a. Naar familiegroep: producten die op elkaar lijken, sla je bij elkaar op.
b. Naar complementariteit: die tegelijk worden besteld (camera + geheugenkaartje).
c. Per project: voor een specifiek project gereserveerd (kan op meerdere locaties hetzelfde
product liggen, maar voor een ander project).
d. Op alfabet: bij kleine dingen zoals in een apotheek.
e. Op artikelnummer: bij bijvoorbeeld reserveonderdelen.
f. Naar goederensoort: schroeven bij schroeven  overzichtelijk, maar risico op
verwisseling.
g. Naar volume en gewicht: vaak als subindeling, binnen de familiegroep.
h. Naar andere producteigenschappen: brandgevaarlijke stoffen bijvoorbeeld.



5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleur--vh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  45x  sold
  • (10)
  Add to cart