Een zeer complete samenvatting van de kennistoets van het vak mond en spraak in jaar 1 op de HU. Er staan veel verduidelijkende plaatjes bij. Erg overzichtelijk! De samenvatting bestaat uit 25 pagina's.
De student benoemt de anatomische oppervlaktestructuren van de mond in het
Nederlands en (indien aangegeven) in het Latijn en kan deze aanwijzen op een foto,
plaat, model of bij een proefpersoon: kaak (maxilla en mandibula), lippen, tong, hard en
zacht verhemelte (palatum durum en molle, velum), huig (uvula), tandboog,
alveolairrand, achterkeelwand (farynx) & neustussenschot (septum nasi)
Maxilla = bovenkaak
Mandibula = onderkaak
Labiae = lippen
Lingula = tong
Palatum molle, velum = zachte verhemelte
Palatum durum = harde verhemelte
Uvula = huig
Arcus palatoglossus = voorste farynxboog
Alveolairrand = randje achter voortanden waar tongpunt moet
liggen in rust en bij slikken.
Farynx = achterkeelwand
Septum nasi = neustussenschot
De student benoemt en beschrijft de werking van de
spieren in het mondgebied:
Spieren van de faciale expressie: m. orbicularis oris, m.
buccinator, m. mentalis.
Spieren van de faciale expressie:
− m. orbicularis oris: tuiten van lippen, sluiten van
mond, lipbewegingen bij spreken.
− m. buccinator: duwt de wangen tegen de tanden,
wordt gebruikt van blazen en assisteert bij kauwen.
− m. mentalis: onderlip naar voren pruilen en huid op
kin rimpelen > putjeskin.
Kauwspieren: • m. masseter • m. temporalis
Kauwspieren:
− m. masseter: sluiten van de kaak.
− m. temporalis: sluiten van de mond en terugtrekken van de
onderkaak.
Extrinsieke Tongspieren: • m. genioglossus • m. hyoglossus • m.
styloglossus • m. palatoglossus
Extrinsieke tongspieren:
− m. genioglossus: onderste vezels houden tong terug van strottenhoofd en trekken tong
naar voren. Overige vezels trekken tong naar mondbodem.
, − m. hyoglossus: bij gefixeerd tongbeen trekt hij tong naar achteren.
Wordt geïnnerveerd door 12e hersenzenuw: nervus hypoglossus.
− m. styloglossus: trekt tongpunt terug en tilt tong craniaal (schedel) en
dorsaal (rug).
− m. palatoglossus: verheft achterste deel van tong, sluit oropharyngeale
landengte en helpt met slikken. Voorkomt dat speeksel morst vanuit
vestibule in oropharynx door palatoglossale boog te behouden.
Intrinsieke Tongspieren: • m. longitudinalis superior • m. longitudinalis inferior • m.
transversus • m. verticalis
Intrinsieke tongspieren:
− m. longitudinales superior: optillen van tongpunt en
zijkanten van tong > krultong.
− m. longitudinales inferior: helpt bij kauwen, spreken
en slikken.
− m. transversus: tong smal en langwerpig maken.
− m. verticalis: tong verbreden en afvlakken.
Spieren van het zachte verhemelte • M. uvula • M. tensor veli palatini • M levator veli
palatini • M. palatopharyngeus • M. palatoglossus • Sphincter velopharyngealis
Spieren van het zachte verhemelte:
− m. uvula: huig verkorten.
− m. tensor veli palatini: achterwaarts
verheffen van zachte verhemelte.
− m. levator veli palatini: trekt zachte
verhemelte achterwaarts waardoor
middenoor en nasofarynx worden
afgezonderd van farynx.
− m. palatopharyngeus: trekt keelholte en
strottenhoofd omhoog.
− m. palatoglossus: achterste deel van tong
omhoog trekken.
− Sphincter velopharyngealis: essentieel voor
normale spraak en slikken.
De student benoemt de basiskennis van het gebit: • Tandontwikkeling • Elementen in
het melkgebit (met cijfers) • Elementen in het blijvend gebit (met cijfers) •
Tandschikking • Occlusie
Ontwikkeling en groei van gelaat, kaak en gebit.
Melkgebit; 20 gebitselementen, volwassen gebit; 32 gebitselementen.
Nummering volwassengebit: rechtsboven 1e kwadrant, linksboven 2e kwadrant,
linksonder 3e kwadrant en rechtsonder 4e kwadrant.
, Nummering melkgebit: rechtsboven 5e kwadrant, linksboven 6e
kwadrant, linksonder 7e kwadrant, rechtsonder 8e kwadrant.
Wisselproces:
Eerste melk snijtanden komen door tussen 5 en 8 maanden →
incisieven.
Bij 8-10 maanden nog meer snijtanden → incisieven.
12-18 maanden: eerste pré-molaren (kleine kiesjes).
16-20 maanden: cuspidaten (hoektanden).
24-30 maanden: 2e pré molaren (nog meer kiezen).
Volwassengebit:
6-7 jaar: eerste molaren (kiezen; geen melkvariant van →
volwassen tand).
6-7 jaar: incisieven ondergebit; eerste wisselfase.
7-8 jaar: incisieven boven- en ondergebit.
8-9 jaar: incisieven bovengebit.
Intertransitionele fase: rustfase in wisselfase wanneer alle incisieven zijn gewisseld.
Tweede wisselfase:
9-10 jaar: cuspidaten onderkaak.
10-11 jaar: eerste pré-molaren bovenkaak.
10-11 jaar: eerste pré-molaar onderkaak.
Tweede pré-molaar bovenkaak.
11-12 jaar: tweede pré-molaar onderkaak.
11-12 jaar: cuspidaten bovenkaak.
11-13 jaar: tweede molaar onder.
12-13 jaar: tweede molaar boven.
17-21 jaar: verstandskiezen.
Occlusie sagittaal → gebit bekijken vanuit zijkant. Ideale stand van de
kiezen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller caroline2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.92. You're not tied to anything after your purchase.