100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Italiaanse grammatica boek samenvatting deel 2 $4.31   Add to cart

Summary

Italiaanse grammatica boek samenvatting deel 2

 280 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Gramm.It van Gabriella Lacovoni, Nadia Persiani, Barbara Fiorentino (Hst 21 t/m Hst 40) - ISBN: 9788875734275, Druk: 1, Uitgavejaar: 2009

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • Hst 21 t/m hst 40
  • June 17, 2014
  • 11
  • 2010/2011
  • Summary
avatar-seller
Grammatica Italiaans periode 2


Hst 21: Ci e ne

! Bijna alle voorzetsels kun je vervangen door ci.
VB:
- Ik ga naar Rome. – Vado a Roma. Voorzetsel met een beweging.
- Morgen ga ik er heen. – Ci vado domani.
- Ik ga naar Italië. – Vado in Italia.
- Ik ga er heen. – Ci vado.
- Ik ga naar Luigi. – Vado da Luigi.
- Ik ga er heen. – Ci vado.

Het voorzetsel DI vervang je door NE en ook wanneer DA betekent: uit, vandaan.
- Hij praat altijd over voetbal. – Parla sempre di calcio.
- Hij praat er altijd over. – Ne parla sempre.
- Ik heb er een kilo van gekocht. – Ne ho comprato un chilo.

Getal + hoeveelheid = Ne.


Hst 22: Imperfetto
- Een herhaalde handeling (vanaf jongs af aan, ging ik…)
- Een beschrijving van een persoon/ding/landschap (bruin haar hebben)
- Een gewoonte (zoals elke dag koffie drinken)
- Een omstandigheid (we zijn gaan slapen), iets wat a/d gang is (Ik sliep nog toen je
belde)
- Een feit/situatie uit het verleden (Het was een donkere nacht).
- Na het woord mentre en 2 handelingen in het verleden die beschreven worden.
(Terwijl ik de krant las, keek mijn broer tv)

PORTAR VEDERE PARTIR
E E
Io Portavo Vedevo Partivo
Tu Portavi Vedevi Partivi
lui/lei/Lei Portava Vedeva Partiva
Noi Portavam Vedevamo Partivam
o o
Voi Portavate Vedevate Partivate
Loro Portavano Vedevano Partivan
o

ONREGELMATIGE WW:

ESSERE AVERE BERE DIRE FARE TRADURRE
Io Ero Avevo Bevevo Dicevo Facevo Traducevo
Tu Eri Avevi Bevevi Dicevi Facevi Traducevi
lui/lei/Lei Era Aveva Beveva Diceva Faceva Traduceve
Noi Eravamo avevamo Bevevam Dicevamo Facevamo Traduceva
o mo
Voi Eravate Avevate Bevevate Dicevate Facevate Traducevat
e
Loro Erano avevano Bevevano Dicevano Facevano Traducevan

, o



Hst 23: Imperfetto e passato prossimo
• De imperfetto: Onvoltooid. Iets wat aan de gang is.
• Passato prossimo: Voltooid. Het is niet meer aan de gang.
VB: Mentro dormivo, paolo ha suanato alla porta.
Ha suanato is een eenmalige handeling.

Zinnen met reden/oorzaak  Imperfetto. De gevolg van die reden  Passato prossimo.
VB: Non mi sentivo bene e perciò non sono andata alla festa.

Hst 24: Congiunzioni subordinative: appena, perché, siccome

• Appena – zodra
- Zodra ik thuis ben, bel ik je. – Appena arrivo a casa, ti chiamo.
• Dato che, perché, poiche, siccome – aangezien, omdat. (siccome = aangezien kan
alleen aan het begin van de zin, perché = omdat  alleen in het midden)
- Aangezien ik koorts heb, blijf ik thuis. – Resto a casa perché ho la febbre.
• Dopo che – Nadat.
- Nadat de kinderen hun huiswerk af hadden, nam mama hen mee om te spelen in de
tuin. – Dopo che i bambini avevano fatto i compiti, la mamma li ha portati a giocare in
giardino.
• Finché – zolang als.
- Zolang als er sneeuw ligt, ga ik elk weekend skiën. – Finché c’è neve vado a sciare
ogni fine settimana.
• Fino a quando – tot aan wanneer.
- Tot aan wanneer denk jij te werken op dit tempo? – Fino a quando pensi di
continuare a lavorare a questi ritmi?
• Mentre – Terwijl.
- Terwijl ik eet, kijk ik het journaal. - Mentre ceno guardo il telegiornale.
• Quando – Toen, wanneer
- Toen Giorgio klein was, woonde hij in Palermo. – Quando Giorgio era piccolo,
abitava a Palermo.

• Na QUALCHE ALTIJD enkelvoud!!!

Hst 25: Pronomi indiretti (p. 171)

Het persoonlijk vnw als meewerkend voorwerp.

1e persoon: mi = a VB: Mi dai una caramella?  Geef je me
Singolare me een snoepje? (AAN MIJ)
2e persoon: ti = a te
3e persoon: gli = a Vb: Le regliamo una cinta.  Ik geef (AAN)
lui haar een riem.
le = a
lei Mamma, ci racconti una favola?  Mama,
Le = a vertel je (AAN) ons een verhaaltje/sprookje?
Lei
1e persoon: ci = a
Plurale noi

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yvonnedoff. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31
  • (0)
  Add to cart