100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Personen- en Familierecht $4.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Personen- en Familierecht

7 reviews
 330 views  41 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van het vak Personen- en Familierecht (CIVR3-PFR) (derde leerjaar). Het boek dat ik hierbij heb gebruikt is 'Hoofdstukken Personen- Familie- en Erfrecht' (vierde druk). Deze samenvatting bestaat vooral uit uitleg van van de theorie, uitleg van begrippen en voorbeelden. De theorie i...

[Show more]
Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 38  pages

  • No
  • H1, h2 en h3, m.u.v. §3.2.3.3 (wilsrechten), §3.4.5.1 (inkorting), §3.5.4 (bewind) en §3.5.6 (boede
  • December 28, 2020
  • January 20, 2021
  • 38
  • 2020/2021
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: meeswilliams • 6 months ago

review-writer-avatar

By: jovogtprive • 11 months ago

review-writer-avatar

By: kim6 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: juliavanvoorst2000 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: julietpeterman • 3 year ago

review-writer-avatar

By: karlijnarends • 3 year ago

review-writer-avatar

By: 2062260secreve • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting Personen- Familie- en Erfrecht
Week 1 – H1, §1.1 t/m §1.3 en §1.10
> Personenrecht ziet op de rechtspositie van de individuele persoon.
> Familierecht ziet veel meer op de rechtspositie van de natuurlijke persoon op andere
natuurlijke personen en dan met name de familierechtelijke rechtspositie. Denk hierbij aan
afstammingsrecht, huwelijkse voorwaarden, partnerschap, alimentatie, enz.
> Erfrecht ziet op de rechtspositie na iemands overlijden, die vervolgens overgaat op de
erfgenamen.

Vanaf de geboorte ben je een rechtssubject. Vanaf dat moment ben je dus een drager van rechten en
plichten. Een kind dat levend ter wereld komt, draagt ook de rechten en plichten die tijdens de
zwangerschap te zijnen behoeve zijn opgekomen. Art. 1:2 BW geeft namelijk aan dat het kind
waarvan de vrouw zwanger is als reeds geboren wordt aangemerkt, indien dit in het belang van het
ongeboren kind is en mits het levend ter wereld komt.
> Dit is van belang bij het erfrecht en de eventuele nalatenschap die voor het kind zijn
geboorte openviel.
> Bij art. 1:1 lid 2 BW houdt ‘persoonlijke dienstbaarheden’ in dat er een verbod is op slavernij.

De naam
Er wordt onderscheid gemaakt in iemand zijn voornaam en geslachtsnaam:
> Voornaam – iemand kan meerdere voornamen hebben. Iemand zijn voornaam is de naam
die als zodanig in de geboorteakte staat vermeld (art. 1:4 lid 1 BW).
> Geslachtsnaam – dit is je achternaam.

Voornaam
De ouders mogen de naam of meerdere namen kiezen. Zij zijn hier echter wel in beperkt, art. 1:4 lid
2 BW. De voornaam mag niet:
> Ongepast zijn. Voorbeeld hiervan is de naam van de zoon van Elon Musk: X AE A-XII, Hitler of
een scheldwoord.
> Overeenstemmen met een bestaande geslachtsnaam, tenzij het een gebruikelijke
voornaam is. Voorbeeld hiervan is dat iemand zijn kind Wouda wil noemen, maar zijn
achternaam wordt ook Wouda. Dit levert te veel verwarring op.
Indien de ouders geen naam hebben gekozen, kiest de ambtenaar een naam (art. 1:4 lid 3 BW).

Indien iemand zijn voornaam wil wijzigen, kan hij een verzoek doen richting rechtbank op grond van
art. 1:4 lid 4 BW:
> Een reden om je voornaam te wijzigen kan zijn omdat het een rare betekenis heeft in het
buitenland of eigen land, als je veel met je naam wordt gepest. Maar denk ook aan de
situatie van een transgender, in religie, psychisch lijden of adoptie.
> Indien een minderjarige zijn of haar naam wil wijzigen, dan moet de wettelijke
vertegenwoordiger/ouder/voogd een verzoekschrift indienen.

Geslachtsnaam
Ouders mogen kiezen welke geslachtsnaam het kind krijgt (art. 1:5 lid 4 BW):
> De geslachtsnaam van de moeder, vader of duomoeder (art. 1:5 lid 5 aanhef en sub a jo lid
13 BW).
> Indien er enkel familierechtelijke betrekkingen tot de moeder zijn (er is dus geen vader
aanwezig), dan is het automatisch de achternaam van de moeder (art. 1:5 lid 1 BW).
> Indien het kind door erkenning in de familierechtelijke betrekkingen tot de vader komt te
staan, houdt het kind de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de vader samen
verklaren dat het de geslachtsnaam van de vader zal hebben (art. 1:5 lid 2 BW).

1

, > De gekozen achternaam geldt ook automatisch voor eventueel later geboren kinderen (art.
1:5 lid 8 BW. Dit geldt ook wanneer er geen keuze is gedaan en de naam is bepaald door de
wet.

Indien iemand zijn geslachtsnaam wil wijzigen, dan moet hij of zij (of de wettelijke
vertegenwoordiger) een verzoek indienen bij de Koning op grond van art. 1:7 lid 1 BW. Er volgt dan
een procedure, die bij algemene maatregel van bestuur is vastgesteld. Bij Koninklijk Besluit wordt
uiteindelijk de wijziging van de geslachtsnaam vastgesteld.
> Dit kan iemand bijv. doen als hij een achternaam heeft zoals bij de faam/schaamnamen.
Iemand kan ook een rare of bespottelijke achternaam hebben, wat niet bij hem past in het
kader van zijn beroep. Iemand kan het ook willen wijzigen omdat hij of zij zich niet goed kan
onderscheiden door een veelvoorkomende achternaam.

Art. 1:9 BW geeft aan dat echtgenoten/geregistreerd partners het recht hebben om de naam van de
ander te voeren in plaats van de eigen geslachtsnaam, voorafgaand aan de eigen geslachtsnaam of
volgend op de eigen geslachtsnaam. Hierbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen mannen en
vrouwen (art. 1:9 lid 3 BW).

De woonplaats
De vraag waar iemand zijn woonplaats heeft speelt op veel terreinen van het privaatrecht en het
publiekrecht een rol. Het is belangrijk voor bijv. het uitbrengen van een dagvaarding.
Art. 1:10 e.v. BW geeft aan waar iemand zijn woonplaats bevindt.
> De woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich te zijner woonstede, en bij gebrek
aan woonstede ter plaatse van zijn werkelijk verblijft. Met woonstede wordt bedoeld de
woning waar iemand verblijft.
> Het verblijft moet dus een duurzaam karakter hebben. Daarbij speelt het ook een rol of
iemand daar staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie en of hij er
regelmatig ’s nachts slaapt.
> Indien iemand dus geen woning heeft, wordt gekeken naar waar iemand daadwerkelijk
verblijft/waar iemand veel te vinden is.

Handelingsonbekwamen hebben een afgeleide woonplaats. Als woonplaats van de minderjarige en
van onder curatele gestelde, geldt de woonplaats van degene die het gezag over hem uitoefent,
respectievelijk van zijn curator (art. 1:12 lid 1 BW).
In het erfrecht wordt de term sterfhuis (zie bijv. art. 4:191 BW) gebruikt. Daarmee wordt bedoeld de
plaats waar iemand zijn laatste woonplaats heeft gehad (art. 1:13 BW).

Het huwelijk
Er wordt vaak gesproken over twee soorten huwelijk:
1. Kerkelijk huwelijk – dit was vooral vroeger erg belangrijk.
2. Burgerlijk huwelijk – de wet kent alleen het burgerlijk huwelijk, zie art. 1:30 lid 2 BW.
Voor de wet is het huwelijk dus geen religieuze aangelegenheid. Een kerkelijk huwelijk is geen
rechtsgeldig huwelijk. De godsdienstige plechtigheden mogen pas plaatsvinden, nadat het burgerlijk
huwelijk is voltrokken en de bedienaar van de desbetreffende religieuze eredienst daarvan kennis
heeft genomen (art. 1:68 BW). Je gaat dus eerst het burgerlijk huwelijk aan, daarna mag je het
kerkelijk huwelijk sluiten. Om het huwelijk te kunnen sluiten, moet er worden voldaan aan de
materiële en de formele vereisten.

De materiële vereisten hebben betrekking op de personen die het huwelijk willen aangaan. De
materiële vereisten zijn:
1. Er moet sprake zijn van twee personen van verschillend of gelijk geslacht (art. 1:30 BW).


2

, 2. Er is geen sprake van polygamie (art. 1:33 BW). De personen moeten dus monogaam zijn, je
mag maar met één persoon getrouwd zijn.
3. Beide personen zijn minimaal 18 jaar oud (art. 1:31 BW).
4. Geen bloedverwantschap in opgaande/neergaande lijn. Er mag dus geen sprake zijn van
een huwelijk met je ouders of met je kinderen. Broer/zus mag ook niet (art. 1:41 BW).
Neef/nicht mag niet, tenzij er een verklaring is afgelegd dat er vrijwillig wordt getrouwd (art.
1:41a BW).

Indien er niet voldaan is aan een van de bovenstaande vereisten, dan is er sprake van een
huwelijksbeletsel. Andere huwelijksbeletselen zijn:
> Gestoorde geestvermogens (art. 1:32 BW).
> Polygamie (art. 1:33 en 1:42 BW).
> Curatele zonder toestemming van de curator/kantonrechter (art. 1:37 en 1:38 BW).
> Ter nauwe verwantschap (art. 1:41 en 1:41a BW).
Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand op de hoogte is van een huwelijksbeletsel, dan mag hij
niet meewerken aan voltrekking van het huwelijk of daaraan voorafgaande formaliteiten.
> Van een ambtenaar kan niet worden verwacht dat hij de gehele achtergrond van de
(potentieel) aanstaande echtelieden kent. De wet biedt aan bepaalde personen de
mogelijkheid het huwelijk te stuiten. Stuiten is het zich in rechte verzetten tegen een
aanstaand huwelijk en dient te worden onderscheiden van het nietig verklaren (Boek 1, titel
5 afdeling 3).
- Bij het nietig verklaren van een huwelijk wordt een reeds voltrokken huwelijk met
terugwerkende kracht geacht nooit te hebben bestaan (art. 1:56 BW).

De personen die bevoegd zijn tot stuiting staan in art. 1:51 lid 1 en 1:52 BW. Daarnaast is het
Openbaar Ministerie verplicht tot stuiting van een huwelijk, indien het op de hoogte is van bepaalde
huwelijksbeletselen (art. 1:53 lid 1 BW).
Wanneer het oogmerk van een van de aanstaande echtgenoten is gericht op het verkrijgen van
toelating tot Nederland of het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit, dan kan een huwelijk ook
worden gestuit. Er is dan sprake van een schijnhuwelijk.

De formele vereisten zijn de procedurele vereisten. De formele vereisten zijn:
1. Bekendmaken voornemen huwelijk bij de ambtenaar van de burgerlijke stand (art. 1:44
BW). Dit noem je ook wel in ondertrouw gaan. In art. 1:44 BW staat wat je allemaal moet
doorgeven bij de gemeente, indien je in ondertrouw wil gaan.
- De bekendmaking heeft mede tot doel derden van het voorgenomen huwelijk kennis te
laten nemen, wat onder andere van belang kan zijn bij een mogelijke stuiting van het
huwelijk.
2. Twee weken wachttijd (art. 1:62 BW). het huwelijk mag pas vanaf de veertiende dag na de
bekendmaking aan de ambtenaar worden voltrokken. Dit geeft de ambtenaar ook de tijd om
te onderzoeken of er beletselen zijn.
- Let op: binnen één jaar na het kenbaar maken moet men daadwerkelijk zijn getrouwd
(art. 1:46 BW).
3. Huwelijksvoltrekking ten overstaande van de ambtenaar en ten minste twee getuigen. Er
moeten ten minste twee getuigen en ten hoogste vier getuigen zijn bij de
huwelijksvoltrekking. De huwelijksvoltrekking geschiedt dus ten overstaande van de
ambtenaar, waar ten minste twee en ten hoogste vier getuigen bij zijn (art. 1:63 BW).

De huwelijksvoltrekking zelf is als volgt:
1. Het ‘ja-woord’, art. 1:67 lid 1 BW. Op het moment dat beide personen ‘ja’ hebben gezegd
zijn ze daadwerkelijk getrouwd.


3

, 2. De ambtenaar verklaart dat de partijen door de echt aan elkaar zijn verbonden en hij maakt
daarvan in het daartoe bestemde register een akte op (art. 1:67 lid 2 BW).
Het ja-woord laat het huwelijk tot stand komen, niet de akte. Art. 1:81 e.v. BW geeft verplichtingen
die de echtgenoten jegens elkaar hebben.

Indien aan de formele vereisten is voldaan, dan is het huwelijk tot stand gekomen ook al waren er
huwelijksbeletselen aanwezig. Indien dat het geval is, kan het huwelijk op verzoek van nauw
betrokkenen en het Openbaar Ministerie door de rechter nietig worden verklaard (art. 1:69 en 1:76
BW). Deze vernietiging heeft terugwerkende kracht.
> Voor bepaalde groepen personen, zoals bijv. de kinderen, zal de nietigverklaring gelijk
worden gesteld met het gevolg van een echtscheiding (art. 1:77 lid 1 en 2 BW).

Geregistreerd partnerschap
Geregistreerd partnerschap is mogelijk sinds 1998. Het is ingevoerd zodat mensen met hetzelfde
geslacht die een relatie met elkaar hadden, dezelfde rechten zouden hebben als heterostellen. In
2001 is wel ingevoerd dat mensen van hetzelfde geslacht met elkaar kunnen trouwen.
Het geregistreerd partnerschap heeft ook het praktische voordeel dat het in sommige landen
makkelijker wordt erkend dan een huwelijk.

Op vrijwel alle punten kan het geregistreerd partnerschap gelijk worden gesteld met het huwelijk.
Zowel met betrekking tot de vereisten voor totstandkoming (art. 1:80a BW), als de regels
betreffende het huwelijksvermogensrecht (art 1:80b BW). Er gelden dus dezelfde materiële en
formele eisen. Tevens gelden ook de regels van echtscheiding (art. 1:80d en 1:80e BW). Er zijn een
aantal kleine verschillen. Deze verschillen zijn:
> Geregistreerd partnerschap komt tot stand zonder formele verklaring uit art. 1:67 BW. Het
door de ambtenaar op te maken akte van registratie, met daarop de handtekeningen van
beide partners, laat het geregistreerd partnerschap ontstaan. Art. 1:63 BW is wel
overeenkomstig van toepassing (art. 1:80 lid 6 BW).
> Art. 1:68 BW ziet niet op een geregistreerd partnerschap.
> Geregistreerd partnerschap kent een vorm van beëindiging zonder tussenkomst van een
rechter. Dit is mogelijk indien het geschiedt met – bij advocaat of notaris schriftelijk
vastgelegd – wederzijds goedvinden van beide partners en er mogen geen kinderen in het
spel zijn over wie de partners al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen (art. 1:80c lid 1
sub c en lid 3 BW).
- Indien er dus kinderen zijn moet het geregistreerd partnerschap worden beëindigd door
middel van ontbinding op verzoek van beide partners of een van hen (art. 1:80c lid 1 sub
d BW), waarop de regels van echtscheiding bij het huwelijk van toepassing zijn verklaard
(art. 1:80e BW).
> Scheiding van tafel en bed is niet mogelijk bij geregistreerd partnerschap (zie week 4)

Vermogensrechtelijke gevolgen bij een huwelijk
> Voor 01-01-2018  gemeenschap van goederen. Vermogens vloeide dus samen tot één
vermogen.
> Na 01-01-2018  beperkte gemeenschap van goederen. Bezittingen, schulden, erfenissen en
giften van voor het huwelijk valt niet er niet onder. Alles wat na het huwelijk ontstaat vloeit
samen tot één vermogen.
> Afwijken van de wet is mogelijk door huwelijkse voorwaarden op te maken.

Het EVRM
Vooral art. 8 en 14 EVRM worden veel gebruikt bij juridische geschillen. Deze artikelen hebben
directe werking. Dit houdt in dat je hier als Europese burger direct een beroep op kan doen, het
hoeft niet perse te zijn opgenomen in de nationale wetgeving.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MandyyH. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.89  41x  sold
  • (7)
  Add to cart