100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Juridische Kaders (periode 1 & 2): samenvatting $4.24
Add to cart

Summary

Juridische Kaders (periode 1 & 2): samenvatting

1 review
 214 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Hier heb ik een samenvatting gemaakt van het vak Juridische Kaders. Ik heb wel het boek van gebruikt. Maar op Blackboard (op draaiboek) staat precies wat er in dit boek geleerd moest worden en deze heb ik dus samengevat.

Last document update: 3 year ago

Preview 8 out of 65  pages

  • No
  • Deel 2 § 14.1 deel 2 § 13.1.1 t/m § 13.1.3.5 deel 2 § 13.1.4 deel 3 hoofdstuk 17 deel 2 § 14.5.
  • December 28, 2020
  • January 18, 2021
  • 65
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: YEA1999 • 3 year ago

reply-writer-avatar

By: acp18 • 3 year ago

Translated by Google

Did you find my summary too long-winded?

avatar-seller
LEERSTOF UIT HET BOEK:
Basisboek recht in de zorg- en
welzijnssector 2018-2019




JURIDISCHE KADERS
Social Work (2e jaar): Periode 1 en 2

,Inhoudsopgave

Hoorcollege 1: Samenlevingsvormen
Simons (2018):
Deel 2 § 14.1

Hoorcollege 2: Minderjarigheid, juridisch ouderschap en ouderlijk gezag
Simons (2018):
Deel 2 § 13.1.1 t/m § 13.1.3.5

Hoorcollege 3: Jeugdhulp en kinderbeschermingsmaatregelen
Simons (2018):
Deel 2 § 13.1.4
Deel 3 Hoofdstuk 17

Hoorcollege 4: Inleiding socialezekerheidsrecht
Simons (2018):
Deel 2 § 14.5.1 t/m § 14.5.3

Hoorcollege 5: Sociaal zekerheidsrecht
Simons (2018):
Deel 2 § 14.5.4 t/m § 14.5.7

Hoorcollege 6: WMO/besluitvorming gemeenten
Simons (2018):
Deel 1 § 2.3.2, § 2.4, § 2.5.1 t/m § 2.5.4, § 2.6, § 2.7 en § 2.10,
Deel 1 Hoofdstuk 8
Deel 4 § 24.1.2, § 24.1.3, § 24.2.2 en § 24.5

,Hoorcollege 1: Samenlevingsvormen

Het huwelijk
Aangaan van het huwelijk
In de wet staan de vereisten om een huwelijk aan te gaan:
1. Een huwelijk kan slechts gesloten worden uit vrije wil van beide partijen. Uithuwelijken is dus in
Nederland niet mogelijk;
2. Om te mogen trouwen moet men 18 jaar oud zijn;
3. De huwelijkspartners mogen niet in te nauwe bloedverwantschap met elkaar staan (bv: broer,
zus, nicht, neef, oom of tante).
Uitzonderingen:
▪ Bij neven, nichten, ooms of tantes (die met hun nicht/neef wil trouwen): Huwelijk is
mogelijk wanneer zij een beëdigde verklaring (die inhoudt dat zij hun vrije toestemming
geven tot het huwelijk) af hebben gelegd.
▪ Bij het geval van geadopteerde kind (die met hun broer/zus wil trouwen): Huwelijk is
mogelijk na de ontheffing van de adoptie bij de Ministerie van Justitie en Veiligheid.
4. De huwelijkspartners moeten ten tijde van de huwelijkssluiting beide ongehuwd zijn en ook
niet als partner geregistreerd staan. Polygamie is dus niet toegestaan in Nederland.
5. Schijnhuwelijken is niet toegestaan. Dat is wanneer betrokkenen trouwen om bijvoorbeeld een
buitenlandse man/vrouw aan een verblijfsvergunning te helpen.

Inhoud van het huwelijk
Het afsluiten van een huwelijk heeft de volgende rechtsgevolgen:
1. De gehuwde vrouw mag de familienaam van haar man dragen. En het kan ook andersom.
2. Ouders (in de juridische betekenis van het woord) hebben het ouderlijk gezag over kinderen die
tijdens hun huwelijk geboren worden.
3. Men is elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verplicht elkaar het nodige te verschaffen.
4. Het sluiten van bepaalde overeenkomsten (bv: arbeidsovereenkomst) is verboden.
5. Een schenking tussen echtgenoten is niet mogelijk, tenzij deze is gedaan bij huwelijkse
voorwaarden.
6. Een echtgenoot heeft de toestemming van de ander nodig tot het verrichten van bepaalde
rechtshandelingen:
▪ Koop of afbetaling: dit is een koopovereenkomst waarbij in een aantal termijnen wordt
betaald;
▪ Rechtshandelingen m.b.t. de echtelijke woning: hier gaat het om overeenkomsten tot
verkoop, hypotheekgeving, verhuur of opzeggen van de huur bijvoorbeeld;
▪ Het doen van buitensporige giften;
▪ Borgstelling en aansprakelijkheidstelling.
Zijn de laatste drie rechtshandelingen toch zonder toestemming van de echtgenoot verricht, dan kan
deze de handeling ongedaan maken door binnen een jaar nadat hij daarvan kennis heeft genomen de
wederpartij te berichten dat hij er niet mee eens is. De wederpartij die te goeder trouw is, wordt
beschermd (tenzij het gaat om giften).

Mensen die na 1 januari 2018 in het huwelijk treden en geen huwelijkse voorwaarden maken, vallen
onder het gemoderniseerde huwelijksvermogensrecht. Zij trouwen nog steeds in gemeenschap van
goederen, maar alles wat ze voor hun huwelijk bezitten, blijft ieders eigendom. Zo blijven alle
goederen en schulden die de echtgenoten voor het huwelijk privé hadden, buiten de gemeenschap.

,Goederen waarvan de echtgenoten al voor het huwelijk samen eigenaar waren, behoren wel tot de
gemeenschap van goederen.

Mensen die na 1 januari 2018 trouwen, moeten een effectieve administratie bijhouden, zodat aan
het einde van het huwelijk kan worden vastgesteld welk eigendom van ieder van hen is en wat er tot
de gemeenschap van goederen behoort. Mocht een echtgenoot niet kunnen aantonen dat een
bepaald goed van hem/haar is, dan wordt dit gerekend tot de gemeenschap van goederen.

Men kan bij het aangaan van het huwelijk, of tijdens het huwelijk (hoewel dit ingewikkelder is),
huwelijkse voorwaarden maken. Men kan dan op verschillende manieren de vermogensrechtelijke
gevolgen van het huwelijk regelen.

Einde van het huwelijk
Juridische procedures en juridische strijd gaan bij echtscheidingen hand in hand met emotionele
processen en strijd.

Ouderschapsplan
De wet gaat er sinds 2009 van uit dat voortgezet ouderschap bij scheiding de norm is en dat beide
ouders, dus ook na de scheiding, verantwoordelijk zijn en blijven voor de verzorging, opvoeding en
ontwikkeling van hun kinderen. Dit betekent dat in elk (gezamenlijk) verzoek tot echtscheiding een
ouderschapsplan moet worden opgenomen. In het ouderschapsplan worden in elk geval afspraken
gemaakt over:
▪ De wijze waarop de ouders de zorg- en opvoedingstaken verdelen of het recht en de
verplichting tot omgang regelen;
▪ De wijze waarop de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige
aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van hun minderjarige
kinderen;
▪ De kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen (kinderalimentatie).

Echtscheidingsbemiddeling
Echtscheidingsbemiddeling is een wijze van conflictoplossing waarbij niet een rechter of bemiddelaar
bepaalt wat er gebeurt, maar waarbij de partners zelf naar een oplossing zoeken. Als zij die oplossing
vinden, is dat over het algemeen een meer duurzame oplossing dan in de door de rechter opgelegde
beschikking te vinden is.
Naast de inhoudelijke winst levert bemiddeling ook de pragmatische winst op van tijd en geld.
Inmiddels zijn er in Nederland een paar honderd scheidingsbemiddelaars aan het werk. Onder hen
zijn veel advocaten, maar ook andere juristen en tevens gedragswetenschappers.

Voorwaarde om te scheiden
Aan een voorwaarde moet voldaan zijn: het huwelijk moet ‘duurzaam ontwricht’ zijn. Als er geen
verweer geboden wordt, hoeft de verzoeker niet uit te leggen of te bewijzen waarom hij het huwelijk
duurzaam ontwricht acht. Wordt er wel verweer geboden, dan zal de rechter moeten onderzoeken
of het huwelijk inderdaad duurzaam ontwricht is. Vaak wordt partijen dan verzocht voor de rechter
te verschijnen om een en ander toe te lichten. De houding van partijen op deze hoorzitting is vaak al
zo illustratief voor de duurzame ontwrichting dat de rechter geen verder bewijs nodig heeft.

,Procedures voor scheiding
Er zijn twee procedures mogelijk:
1. Partijen kunnen gezamenlijk een gemeenschappelijk verzoekschrift bij de rechtbank indienen.
Zij zullen het in dit geval over alle te regelen zaken eens zijn. In het verzoekschrift, of in de
regeling (convenant genoemd) die bij het verzoekschrift wordt gevoegd, worden in elk geval de
volgende punten vastgelegd:
▪ Bij welke ouder blijven de kinderen (de hoofdverblijfplaats van het kind)?
▪ Hoeveel alimentatie wordt voor de kinderen betaald?
▪ Ontvangt een van de partijen partneralimentatie, en zo ja hoeveel?
▪ Welke ouder mag het huis verder bewonen?
▪ Hoe worden de inboedel en de huwelijksgemeenschap verdeeld?
▪ Hoe zijn de zorg- en opvoedingstaken verdeeld?
▪ Hoe zijn de omgang met en de informatie en raadpleging over het kind geregeld?
▪ Het ouderschapsplan.
2. Lukt het de huwelijkspartners niet om op een lijn te komen (bv: omdat de een wil scheiden en
de ander niet), dan kan een van de echtgenoten een verzoekschrift bij de rechtbank indienen.
In dit geval wordt in het verzoekschrift opgenomen hoe de verzoekende partij de zaken
geregeld wil hebben.

Voorlopige voorzieningen
Voor of in het begin van de procedure tot echtscheiding kan aan de rechter gevraagd worden een
aantal ‘orde’-maatregelen te treffen. Deze maatregelen heten voorlopige voorzieningen. In
echtscheidingszaken kunnen de conflicten tussen de partners zo hoog zijn opgelopen dat samenleven
niet meer mogelijk is. In afwachting van de definitieve beschikking bepaalt de rechter dan een aantal
belangrijke zaken voor de duur van de procedure.

De rechter kan een besluit nemen over de volgende zaken:
▪ Het gebruik van de echtelijke woning.
▪ Of en hoeveel er voorlopig betaald moet worden voor levensonderhoud aan een van de
partijen en eventuele kinderen.
▪ Wie tijdens de procedure de kinderen verzorgt en opvoedt. Tevens kan de rechter dan bepalen
of en hoe vaak de andere ouder en de kinderen met elkaar mogen omgaan en welke informatie
over de kinderen aan die ouder moet worden verstrekt.

Vaak wordt de voorlopige voorziening ook de definitieve echtscheidingsbeschikking.

Het verloop van de echtscheidingsprocedure
Vooropgesteld moet worden dat de echtscheidingsprocedure vrijwel geheel schriftelijk verloopt.
Man en vrouw hoeven alleen maar naar de rechtbank toe als ze het over bepaalde zaken niet eens
zijn en de rechtbank daarin een beslissing moet nemen.

Het gemeenschappelijk verzoekschrift
Een gemeenschappelijk verzoek waarin staat dat partijen de echtscheiding wensen en hoe ze de
gevolgen willen regelen, wordt opgemaakt door een advocaat.
Als een partij toch niet achter het gemeenschappelijk verzoek staat, kan zij zich tijdens de procedure
terugtrekken.

,Het verzoek aan de rechtbank namen een van de partijen
De verzoeker moet ervoor zorgen dat de deurwaarder binnen 14 dagen het verzoekschrift aan de
andere partij betekent. Hij moet ook laten weten voor welke datum de andere partij een
verweerschrift of een verzoek om uitstel (eveneens via een advocaat) moet indienen bij de
rechtbank. Dat verweerschrift heeft betrekking tot op wat verzocht wordt en waar men het niet mee
eens is. Als er geen verweerschrift wordt ingediend, beslist de rechter zoals er verzocht is.
De meeste echtscheidingszaken worden door slechts een rechter behandeld. Is er een
echtscheidingsbeschikking, dan kunnen partijen binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van
de beschikking in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Als men daarvan afziet, kan daarvoor een
verklaring getekend worden (akte van berusting). Door een dergelijke verklaring of door niet in hoger
beroep te gaan wordt de beschikking onherroepelijk.
Binnen 6 maanden na het onherroepelijk worden van de echtscheidingsbeschikking moet deze
beschikking worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Pas na deze inschrijving is
men gescheiden.

De gevolgen van de echtscheiding
Als partijen het samen eens zijn over de gevolgen van de echtscheiding, kunnen ze een en ander
vastleggen in een echtscheidingsovereenkomst, ook wel echtscheidingsconvenant genoemd.
Elk echtscheidingsconvenant moet een ouderschapsplan bevatten (als er minderjarige kinderen zijn).

Alimentatie
Een van de gevolgen is het levensonderhoud van de partner die niet voldoende inkomsten heeft om
in zijn eigen levensonderhoud te voorzien en die ook niet in redelijkheid kan verwerven. Juridisch
gezien gaat alimentatie over de draagkracht en de behoefte van beide partijen. De partners kunnen
zelf onderling regelen of en hoeveel alimentatie betaald moet worden. Ze kunnen ook onderling
afspreken dat ze elkaar geen alimentatie verschuldigd zijn, nu niet en voor de toekomst niet. Dit is
een zogenaamd nihilbeding.
Partijen kunnen ook afspraken maken over de duur van de alimentatie. De alimentatie die iemand
voor zijn ex-partner betaalt, kan hij als aftrekpost opvoeren voor zijn inkomstenbelasting. De
alimentatie die iemand voor zichzelf ontvangt, is voor hem daarentegen wel inkomen. Hij moet daar
belasting en de premieheffing voor de volksverzekeringen over betalen. Vanaf 1 januari 2015 is het
betalen van kinderalimentatie niet langer aftrekbaar van de inkomstenbelasting.
De alimentatieovereenkomst die gemaakt wordt, is voor partijen binden. De rechter kan een
dergelijke alimentatieovereenkomst echter wijzigen wanneer er duidelijk is ingegaan tegen wettelijke
maatstaven of wanneer de omstandigheden ingrijpend gewijzigd zijn.

Duur alimentatie
Kinderalimentatieplicht geldt tot het kind 21 jaar of tot het kind financieel zelfstandig is (dus als het
kind al vanaf 18 jaar financieel zelfstandig is, kan de alimentatieplicht ook eerder stoppen.
Soms kan de alimentatieplicht ook langer gelden. Als het onredelijk is dat het bij 21 jaar stopt,
bijvoorbeeld omdat het kind een lange opleiding moet volgen (bv: geneeskunde).

Per 1 januari 2020 zijn de regels voor partneralimentatie veranderd. Partneralimentatie geldt de helft
van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Dus als huwelijkspartners bijvoorbeeld 4
jaar zijn getrouwd, moet een van de partijen 2 jaar partneralimentatie betalen.
Er zijn echter twee wettelijke uitzonderingen: langdurige huwelijken hebben maximaal 10 jaar
alimentatieplicht (indien voldaan aan de voorwaarden) en huwelijken met jonge kinderen maximaal
12 jaar alimentatieplicht.

,Hoogte alimentatie
Voor de bepaling van de alimentatie zijn er twee vragen als uitgangpunt (zogenoemde
Tremanormen): de behoefte en de raagkracht van partijen.
De rechter gaat uit van de vraag hoeveel men verdient of redelijkerwijze kan verdienen. De rechter
gaat meestal uit van het netto-inkomen. Van het totale netto-inkomen mogen allereerst alle kosten
worden afgetrokken die men redelijkerwijs moet maken om dat inkomen te verwerven. Vervolgens
mag men datgene aftrekken men zelf minimaal nodig heeft voor huur en eigen levensonderhoud, en
ook de aflossing en rente van schulden die men heeft. Zijn deze bedragen afgetrokken, dan heeft
men het bedrag voor de andere partij en eventuele kinderen. Men gaat ervan uit dat niet dat gehele
bedrag aan alimentatie betaald hoeft te worden. Als de alimentatieplichtige geen nieuw gezin heeft,
is in principe 70% van dat bedrag beschikbaar voor alimentatieplichtige wel een nieuw gezin, dan is in
principe 50% van het bedrag voor alimentatie beschikbaar.

Einde en limitering alimentatie
Alimentatieplicht vervalt bij een nieuw huwelijk of een (nieuw) geregistreerd partnerschap of
wanneer men is gaan samenleven met een ander als waren zij gehuwd of als hadden zij hun
partnerschap laten registreren. Samenleven zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap heet ook
wel concubinaat.

De kinderen, gezag en omgangsregeling
Sinds 1 januari 1998 is de hoofdregel dat het gezamenlijk gezag van de ouders na scheiding
doorloopt. Alle rechten en plichten met betrekking tot de kinderen blijven aan beide ouders
gekoppeld. Zij moeten dat in het ouderschapsplan vastleggen.
Wanneer een van de ouders alleen het gezag over het kind wil hebben, zal de Raad voor de
Kinderbescherming vaak een onderzoek doen en zijn rapport advies uitbrengen aan de rechtbank.
Mede aan de hand van dit rapport bepaalt de rechtbank vervolgens aan wie van de ouders het
eenhoofdig ouderlijk gezag toekomt.
De rechtbank moet kinderen van 12 jaar een ouder in de gelegenheid stellen gehoord te worden.

De omgangsregeling
Het wettelijk uitgangspunt is dat het kind recht heeft op omgang met zijn ouders en met degene die
in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat (zijn o.a.: de erkenner van een kind,
broertjes/zusjes, grootouders etc.). de niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de
verplichting tot omgang met zijn kind.
De rechter kan het omgangsrecht beperken of zelfs geheel ontzeggen. In de volgende gevallen zal hij
geen omgangsregeling opleggen:
▪ Als omgang ernstig nadeel voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind zal
opleveren.
▪ Al de ouder of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind kennelijk
ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang.
▪ Als de jongere die 12 jaar of ouder is bij zijn verhoor heeft laten blijken ernstige bezwaren te
hebben tegen omgang met zijn ouder of met een andere verzoeker.
▪ Als omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.

In het kader van het omgangsrecht heeft de wetgever ook een informele rechtsingang voor jongeren
van 12 jaar en ouder geschapen. Zijn kunnen zich zelfstandig tot de kinderrechter wenden en om een
omgangsregeling vragen of een wijziging dan wel beëindiging daarvan. Hetzelfde geldt voor kinderen

, onder de 12 jaar, namelijk indien zij in staat geacht kunnen worden tot een redelijke waardering van
hun belangen ter zake.

Als de ouder die het gezag uitoefent de bezoekregeling niet nakomt, kan de omgangsgerechtigde
nakoming van de regeling vragen. Bij de beoordeling van dit verzoek zal de rechter de
proportionaliteit in acht nemen: het middel mag niet erger zijn dan de kwaal.

Recht op informatie en consultatie
Het recht op informatie en consultatie houdt in dat de met het gezag belaste ouder de andere ouder
(die niet gezag heeft) belangrijke informatie moet verschaffen over het kind. Door recht op
informatie en consultatie kan worden voorkomen dat de band tussen de niet met het gezag belaste
ouder en het kind in ernstiger mate wordt verbroken dan wordt gerechtvaardigd door de gronden
die zich tegen de omgang verzetten.

De echtelijke woning
Degene die voor de kinderen blijft zorgen, zal vaak ook in de woning blijven, omdat die de
vertrouwde woonomgeving is voor de kinderen en omdat het moeilijker is woonruimte te vinden
wanneer men kinderen heeft. Bij de toewijzing van de woning wordt onderscheid gemaakt tussen
een huur- en koopwoning. Als het gaat om een huurwoning, kan de rechter desgevraagd bepalen die
van de echtgenoten voortaan als huurder van de echtelijke woning moet worden beschouwd. Als het
gaat om een eigen woning, is het van belang of de echtgenoten zijn gehuwd in gemeenschap van
goederen of op huwelijkse voorwaarden. Wanneer zij in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, zal
het huis verdeeld of toegewezen moeten worden bij de scheiding. Als een van de echtgenoten het
huis bij echtscheiding krijgt, zal hij doorgaans de helft van de overwaarde van het huis aan de andere
partij moeten vergoeden. De helft van de waarde wordt berekend op basis van taxatie van wat het
huis zou opbrengen als het leeg verkocht wordt.

De ontbinding van de huwelijksgemeenschap
Na het huwelijk moet ook de huwelijksgemeenschap ontbonden worden. Dat wil zeggen dat man en
vrouw min of meer de vermogensbalans van hun huwelijk op moeten maken en dat ieder de helft
krijgt, zowel van het vermogen als van de schulden.

De Hoge Raad in een arrest van 1981 bepaald dat ook de door een van de partners tijdens het
huwelijk opgebouwde pensioenrechten een huwelijksvermogensbestanddeel vormen dat verdeeld
moet worden. De pensioenrechten vallen dus in de huwelijksgemeenschap en men heeft alleen recht
op een deel van het pensioen als men in algehele gemeenschap van goederen gehuwd is geweest,
dan wel in een regime van huwelijkse voorwaarden waarin er verdeel moet worden. Is er
bijvoorbeeld uitsluiting van elke gemeenschap (koude uitsluiting genoemd), dan heeft men geen
enkel recht op een deel van het pensioen.
Sinds 1 mei 1995 wordt deze materie in de Wet pensioenverevening bij scheiding geregeld.
Uitgangspunten van deze wet is dat men recht heeft op 50% van de ouderdomspensioenaanspraken
die tijdens het huwelijk zijn opgebouwd.

Geregistreerd partnerschap
Het geregistreerd partnerschap bestaat sinds 1 januari 1998. Het is naast het huwelijk een aparte
burgerlijke staat. Geregistreerd partnerschappen kunnen nu worden omgezet in een huwelijk en
huwelijken in een geregistreerd partnerschap. De gevolgen van registratie zijn dezelfde als die van

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller acp18. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.24  9x  sold
  • (1)
Add to cart
Added