Alle leerdoelen en onderwerpen uitgewerkt. Gebruik van plaatjes en tabellen om het duidelijker te maken.
Alleen hoorcollege 11 over de spieren niet uitgewerkt, daar kwam maar 1 vraag over in de toets en ik vond het wel genoeg werk om te leren ;)
Hoorcollege 1, spijsverteringsstelsel
De student kan:
de anatomie en fysiologie van de verschillende onderdelen en organen van het
spijsverteringskanaal benoemen en verklaren:
o mondholte, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm
uitleggen hoe de voedselvertering en -opname verloopt
ontstaan, oorzaken en behandeling van obstipatie en diarree uitleggen (toegevoegd)
(andere pathologie eruit (maag, darm); dit komt in HC chronische buikpijn)
de anatomie en fysiologie van de spijsverteringsorganen beschrijven en benoemen
de functie(s) van de spijsverteringsorganen uitleggen
ontstaan en oorzaken voor icterus uitleggen
de pathologie van de lever (portale hypertensie) benoemen en verklaren (galblaas
en pancreas komt in HC chr en acute buikpijn)
een aantal veelgebruikte beeldvormende technieken voor weergave van het
spijsverteringsstelsel benoemen en beschrijven
Anatomie en fysiologie van de verschillende onderdelen en
organen uit het spijsverteringskanaal
Mondholte
Latijnse naam Cavitas oris
Globale functie 1. Betast en onderzoekt voedsel voordat het wordt ingeslikt
2. Verwerk materiaal mechanistisch door de werking van de gebitselementen, de
tong, de oppervlakte van het gehemelte
3. Bevochtigd materialen door dit met slijm te mengen
4. Begint de vertering van koolhydraten en vetten door middel van enzymen in
speeksel
Onderdelen - Lippen (labia)
- Vestibulum (ruimte tussen wangen of lippen en het gebit)
- Gingiva (tandvlees)
- Harde gehemelte
- Zachte gehemelte
- Tongriempje
Microscopische bouw Bevat de speekselklieren
Bouw van de wand Bekleed met slijmvlies, dat onder meer bestaat uit plaveiselepitheel.
Ligging Caudaal in het gezicht
Keelholte
Latijnse naam Farynx
Globale functie - Doorslikken van voedsel; vanuit de mond langs de orofarynx, laryngofarynx naar
de oesofagus.
- Scheiden van ademhaling en voedsel en voeistoftransport
Onderdelen De drie belangrijkste onderdelen zijn;
1. Nasofarynx
2. Orofarynx
3. Laryngofarynx
Microscopische bouw Bevat slijmklieren en de keel-, gehemelte- en tongamandelen
Bouw van de wand Bevat respiratoir epitheel
Ligging Achter de mondholte, boven in de keel, boven de larynx
1
, Slokdarm
Latijnse naam Oesofagus
Globale functie Zorgt ervoor dat vast voedsel en vloeistoffen van de oesofagus naar de maag worden
vervoerd door middel van peristaltische bewegingen. De onderste kringspier van de
oesofagus is onder normale omstandigheden aangespannen om te voorkomen dat dat
de spijsbrij vanuit de maag terugstroomt naar de oesofagus
Onderdelen 1. Bovenste oesofagus kringspier (worden gevormd door cirkelvormige spieren)
2. Onderste oesofagus kringspier (worden gevormd door cirkelvormige spieren)
Microscopische bouw Klierproducten van slijmspieren smeren het dekweefseloppervlakte en voorkomen dat
voedsel tijdens het slikken aan de wanden van de oesofagus blijft kleven.
Bouw van de wand Bekleed met gelaagd plaveiselepitheel dat tegen slijtage, koude, hitte en chemische
stoffen bestand is.
Ligging Begint in de farynx, loopt achter de trachea, passeert het mediastinum in de borstholte en
komt de buikholte binnen via een opening in het diafragma (hiatus oesofagus) voordat hij
in de maag uitmondt.
2
, Maag
Latijnse naam Gastus / gaster
Globale functie 1. De tijdelijke opslag van voedsel
2. De mechanische afbraak van voedsel (kneding en vermenging door peristaltiek)
3. De afbraak van chemische bindingen in voedsel door de werking van zuren en
enzymen
4. De productie van intrinsieke factor, een verbinding die noodzakelijk is voor
opname van vitamine B12.
5. Transport van voorbewerkte spijsbrij (chymus) naar het duodenum
Onderdelen De maag is een gespierd, J-vormig orgaan dat uit 4 belangrijke onderdelen bestaat;
1. De cardia
a. Het kleinste deel van de maag, deze is verbonden met de oesofagus)
2. De fundus
a. Het uitpuilende gedeelte van de maag dat boven de cardia uitsteekt
3. Corpus
a. Het grote deel tussen de fundus en de bocht van de J
4. Pylorus
a. Het distale deel van de J, verbind de maag met de dunne darm
Microscopische bouw De maag bevat rugae, dit zijn opvallende randen en plooien die je kunt zien als de maag
leeg is. Wanneer de maag vol raakt, rekken deze helemaal uit en zie je hier vrijwel niks
meer van.
Bouw van de wand In tegenstelling tot overige delen van het spijsverteringskanaal, waar de musculus
externa uit twee lagen bestaat, bestaat die van de maag uit 3 lagen
(lengtespieren/kringspieren/schuine spieren), zodat de maagwand sterker is en voedsel
beter kan worden gekneed.
Maagwand van binnen naar buiten
1. Mucosa
2. Submucosa
3. Muscularis externa
4. Serosa
Ligging De maag ligt mediaal, bovenin de buikholte en wijkt uit naar links
Dunne darm
Latijnse naam Intestinum tenue
Globale functie Speelt een belangrijke rol in het verteren en opnemen van voedingsstoffen, 90% van de
opname van stoffen vindt in de dunne darm plaats
Onderdelen Bestaat uit 3 onderdelen
1. Het duodenum (twaalfvingerige darm)
2. Het jujunum (nuchtere darm)
3. Het ileum (kronkeldarm)
Microscopische bouw de dunne darm wordt op zijn plek gehouden door het mesenterium dat aan de dorsale
lichaamswand is aangehecht. In het bindweefsel van het mesenterrium lopen bloedvaten,
lymfevaten en zenuwen naar en van de segmenten van de dunne darm
Bouw van de wand De bekleding van de darm bestaat uit transversale plooien (darmplooien). Dit zijn
permanente plooien die niet verdwijnen bij vulling van de dunne darm. De darm is
bekleed met veel vingervormige uitstekels (darmvlokken of villi) dat bestaat uit
enkelvoudig cilinderepitheel dat met microvilli bedekt is en het oppervlakte vergroot.
Ligging Het ligt onderaan de buikholte, omgeven door de dikke darm.
3
, Dikke darm
Latijnse naam Intestinum crassum
Globale functie 1. Terugresorptie van water, waarbij de darminhoud tot ontlasting wordt ingedikt
2. De absorptie van belangrijke vitaminen die door bacteriën zijn gevormd
3. De opslag van de ontlasting voorafgaand aan de defecatie
Onderdelen De dikke darm kan worden ingedeeld in 3 delen
1. De blindedarm
2. Het colon (grootste gedeelte)
3. De endeldarm en rectum
Het spijsverteringskanaal heeft een algemene bouw van binnen naar buiten;
1. Mucosa
a. Dunne laag epitheel die de lichaamsholte bedekt
b. Produceert slijm, ter bescherming van het orgaan en zorgen (met name in de
luchtpijp) voor de afvoer van ongewenste stoffen uit het lichaam.
2. Submucosa
a. Bestaat uit bindweefsel
b. Hier zijn de meeste bloedvaten en zenuwen te vinden
3. Muscularis externa
a. Is opgebouwd uit 2 lagen van spieren (in de maag 3)
4. Serosa
a. Bestaat uit bindweefsel
Voedselvertering en voedsel opname
Een typische maaltijd bevat een mengsel van; koolhydraten, vetten, eiwitten, water,
elektrolyten en vitaminen.
Water, elektrolyten en vitaminen kunnen worden opgenomen zonder voorafgaande vertering,
maar soms zijn hierbij wel speciale transportmechanismen betrokken.
4
,Vertering van voedsel kan op macroniveau en op microniveau.
Macroniveau
- Fysieke structuur van het voedsel verbreken.
- Het voedsel kleiner maken door te kneden, in stukken te hakken
Microniveau
- Eiwitten, koolhydraten en vetten in kleinere fragmenten breken, zodat deze
fragmenten opgenomen kunnen worden in de darmen met behulp van enzymen
(naam vaak te herkennen aan -ase op het eind, bijv. peptidase).
Koolhydraten
- De vertering van koolhydraten begint al in de mond door de werking van speeksel
amylase. Dit breekt complexe koolhydraten (polysachariden) op tot kleinere
fragmenten, waarbij een mengsel ontstaat wat voornamelijk bestaat uit disachariden
(twee aaneengekoppelde eenvoudige suikers) en trisachariden (drie
aaneengekoppelde eenvoudige suikers).
- Hierna worden glycogeen en zetmeel in de maag afgebroken door amylase in het
maag zuur (wat ongeveer 2 uur duurt).
- De overige complexe koolhydraten worden in het duodenum afgebroken door de
werking van amylase in het pancreassap.
- De enzymen in de microvilli van de darm breken de disachariden en trisachariden af
tot enkelvoudige suikers (monosachariden) voordat ze worden opgenomen.
Polysachariden -> disachariden & trisachariden -> monosachariden
door middel van amylase
Vetten
- Worden ook wel triglyceriden genoemd en zijn de meest voorkomende lipiden in de
voeding.
- Triglyceriden en andere vetzuren worden in de maag nauwelijks omgezet en komen
het duodenum binnen in de vorm van grote vetdruppels.
- Gal wordt in de lever gemaakt en in de galblaas opgeslagen
- Galzuren zouten emulgeren deze druppels tot kleinere druppels die door lipase uit
pancreassap kunnen worden afgebroken. Galzuren zouten werken op het ontstane
mengsel van vetzuren en monoglyceriden in. Hierbij worden kleine complexen van
vet en galzuren zouten gevormd; zogenaamde micellen.
- De micellen komen in contact met het darmepitheel en dit zorgt ervoor dat de vetten
worden opgenomen in de darmen
Grote vetdruppels -> galzuren zouten -> micellen -> opname darmen
5
,Eiwitten
- Eiwitten, ook wel proteïnen genoemd, zijn zeer complex van opbouw en om deze
reden is de vertering van eiwitten complex en tijdrovend.
- Pepsine zit in het maagsap en voltooid de eiwitvertering niet, maar zorgt ervoor dat
de grote eiwitten worden afgebroken in kleinere polypeptiden.
- Hierna breekt trypsine wat zich bevind in het pancreassap breken het af in dipeptiden
en tripeptiden.
- Dan breken o.a. trypsine in het darmsap en op de microvilli van de darm de
peptidenketens af tot aminozuren die door middel van gefacilieerde diffusie en co-
transport kunnen worden opgenomen in de darmwand en hierna via de poortader
naar de lever kunnen worden getransporteerd.
Anatomie van het slikken
Fase 1; willekeurig
- De tong drukt de bolus (hap/stuk voedsel) tegen het harde gehemelte, richting de
keelholte (farynx)
Fase 2; onwillekeurig
- De uvula en larynx komen omhoog om te voorkomen dat voedsel in de luchtpijp
komt.
- De epiglottis sluit de weg naar de trachea af
- Relaxatie van de sfincter (sluitspier) van de oesofagus
Fase 3; onwillekeurig
- De spieren van de farynx trekken samen en drukken de bolus naar beneden de
oesofagus in, nadat de bolus binnen is, sluit de sfincter.
6
, Fase 4; onwillekeurig
- Via pediatrische bewegingen verplaatst de bolus zich door de oesofagus naar de
maag
Fase 5; onwillekeurig
- De gastro-oesofage-sfincer opent, de bolus komt in de maag
Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5
Maagsap
- Water
- Pepsine/pepsinogeen (eiwitvertering)
o Door zymogene/hoofdcellen
- HCL (zoutzuur) en intrensieke factor
o Door parietale/wandcellen
- Maagslijm
o Door hals/nekcellen
- Serotonine en histamine
o Door de entero-endocriene cellen
Invloeden op maagsapsecretie
Mechanisch:
++ Uitrekking van de maag door vulling met voedsel (via n. vagus)
-- uitrekken van het duodenum (enterogastric reflex)
Neuraal/reflexmatig
++ Zien en ruiken van voedsel (geconditioneerde reflex (Pavlov))
-- uitrekken van het duodenum (enterogastric reflex)
Hormonaal
++ cafeïne, hoge pH in de maag (kort) (Gastrine)
-- Halfverteerd vet en zuur voedsel in duodenum (Secretine)
Maaglediging
1. Pylorus ontspant, de eerste chymusportie komt binnen
2. De pylorus sluit direct daarna (reflectoir)
3. Zure chymus wordt geneutraliseerd door natriumcarbonaat uit de pancreas
4. Pylorus ontspant wanneer de pH van de chymus neutraal is (7,4)
5. Er kan een nieuwe chymus komen
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EstherKeesenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.63. You're not tied to anything after your purchase.