100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nederlands Taalbeschouwing 1 $9.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Nederlands Taalbeschouwing 1

 80 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting voor het examen van Nederlands Taalbeschouwing 1, gegeven door Hanne Kloots. Dit is een samenvatting van haar cursus met verwijzingen naar het handboek en oefenboek Spraakkunst.

Preview 4 out of 34  pages

  • Yes
  • December 29, 2020
  • 34
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Nederlands: taalbeschouwing deel 1

INLEIDING

1. Taalbeschrijving

a) Lexicon

Het lexicon bevat de elementen van een taal. Dat zijn:
- Woorden en uitdrukkingen (vaste combinaties van woorden)
- Morfemen
 Kleinste betekenisdragende elementen van een taal
Bv: aap, loop, on-, -etje,…
 Bouwstenen van woorden
 Kan ook puur grammaticaal (bv: de goede fiets)
- Fonemen (notatie: /… /)
 Kleinste betekenisonderscheidende elementen van een taal
Bv: /k/ ≠ /z/ want kat ≠ zat
 Kleinste eenheden in het klaksysteem van een taal

b) Grammatica

De grammatica is een systeem van regels om taalelementen te verbinden tot grotere gehelen.
- Syntaxis
 Focus: verbinding van woorden tot woordgroepen en van woordgroepen tot
zinnen
- Morfologie
 Focus: verbinding van morfemen tot woorden
 Concreet focust de morfologie op de volgende fonemen:
 Vervoeging (bv: loop + t = loopt)
 Verbuiging (bv: masker + s = maskers)
 Woordvorming (bv: corona + crisis = coronacrisis)
- Fonologie
 Focus: verbinding van fonemen tot morfemen
- Semantiek
 Focus: betekenis
 Lexicale semantiek: focus op de betekenis van woorden en morfemen
 Grammaticale semantiek: focus op semantische beperkingen op
grammaticale verbindingen
- Bij de bespreking van woordsoorten zullen vaak drie aspecten terugkomen:
 Morfologische kenmerken: kan het woord verbogen of vervoegd worden?
 Syntactische kenmerken: met welke andere woordsoorten kan je de
woordsoort in kwestie combineren?
 Semantische kenmerken: wat is de typische betekenis van de woordsoort?

,2. Traditionele grammatica

Waarom focussen we op de traditionele grammatica?

 Studie van vreemde talen, taaladviezen, taalprofessionals

a) Algemeen
- Ontworpen voor het Latijn en het Grieks
- Later toegepast op volkstalen zoals het Nederlands
- Synoniem: schoolgrammatica
- Bestaat uit:
 Woordleer = woordontleding = taalkundige ontleding
 Zinsleer = zinsontleding = redekundige ontleding
b) Woordleer

Synoniem: woordontleding, taalkundige ontleding

Overzicht van de woordsoorten:

- Het zelfstandig naamwoord (substantief)
- Het lidwoord (artikel)
- Het voornaamwoord (pronomen)
- Het telwoord (numerale)
- Het bijvoeglijk naamwoord (adjectief)
- Het bijwoord (adverbium)
- Het werkwoord (verbum)
- Het voorzetsel (prepositie)
- Het voegwoord (conjunctie)
- Het tussenwerpsel (interjectie)

c) Zinsleer


Synoniem: zinsontleding, redekundige ontleding

Zinsdelen worden onderscheiden op basis van hun functie in de zin.

Overzicht van de zinsdelen:

- Gezegde: werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Voorwerpen: LV, MV, BV, VzV,…
- Bijwoordelijke bepaling: tijd, plaats, reden,…
- Andere bepalingen (bv: niet)

3. Algemeen Nederlandse Spraakkunst (ANS)

- 1984: eerste editie, 1997: tweede editie
- 2002: E-ANS (online)
- Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe editie die enkel nog online zal verschijnen
- Belgisch-Nederlandse samenwerking
- Financiering: o.a. Nederlandse Taalunie
- Karakter: descriptief

,DEEL 1: HET WOORD

1. Morfologie

 Dit komt later in de cursus terug.

2. Het zelfstandig naamwoord (substantief)

a) Semantisch

Soortnaam Eigennaam
Behoort tot een soort of categorie Iets unieks
Concreta
= waarneembaar
- Voorwerpsnaam:
Persoonsnaam Schilder Rubens
Kabouter Plop

Diernaam Konijn Piet
Beer Baloe

Zaaknaam Stad Brugge
Rivier Schelde

- Stofnaam Hout /
Beton

-Verzamelnaam Gebergte Ardennen
(collectiva) Vee Antillen
Abstracta Schoonheid Beerschot
= niet waarneembaar Geluk Woensdag
Mei


- Voorwerpsnamen verwijzen niet alleen naar voorwerpen
- Zaaknamen verwijzen niet altijd naar tastbare zaken
- De termen ‘voorwerpsnaam’ en ‘zaaknaam’ zijn geen synoniemen
- Eigennamen worden met een hoofdletter geschreven (uitzondering: sommige abstracta)

b) Morfologisch

1. Getal (numerus)

Een substantief heeft een enkelvoud (singularis) en een meervoud (pluralis). De overkoepelende term
voor enkelvoud en meervoud is getal (numerus). In het Nederlands vormen we het meervoud met de
volgende suffixen:

- Meervoud op -en: boeken, stoelen, schermen,…
- Meervoud op -s: computers, vogels, maskers,…

Sommige substantieven hebben zowel een meervoud op -s als op -en. Meestal is er geen
betekenisverschil tussen beide vormen (bv: appels/appelen, groentes/groenten), maar soms wel
(benen/ beenderen, stuks/stukken, letters/letteren).

Sommige substantieven hebben enkel een enkelvoudsvorm of enkele een meervoudsvorm. Dit worden
singularia tantum (bv: kennis, hoop, zand,…) en pluralia tantum (bv: hersenen, manen, mazelen,…)
genoemd.

, 2. Naamval (casus)

Een naamval laat zien welke functie een woord heeft in de zin. Basisprincipe: als de functie van een
woord in de zin verandert, verandert (vaak) ook de vorm (uitgang) van het woord. Deze
vormverandering noemen we verbuiging of declinatie. Het Nederlands had vroeger 4 naamvallen
(nom, acc, gen, dat) Vandaag is enkel nog de genitief productief, als bezitsvorm van eigennamen. Hier
volgen enkele voorbeelden van genitiefvormen.

Bv: Verhulsts roman, Christina’s recept,…
Maar ook uitdrukkingen: de heer des huizes, de tand des tijds
En tijdsaanduidingen: ’s avonds, ’s maandags

c) Syntactisch

- Een substantief kan je combineren met het lidwoord de of het
Bv: de bus, de trein, het paard, de fiets,…
- De keuze van het lidwoord wordt bepaald door het genus (mv: genera) van het substantief
(synoniem: grammaticaal geslacht)
 Mannelijk (bv: de boer) = de-woorden
 Vrouwelijk (bv: de boerderij) = de-woorden
 Onzijdig (bv: het paard) = het-woorden
- Verwijzing naar een substantief met een persoonlijk voornaamwoord (hij, ze, het)
 Mannelijk (bv: de boer is gestrest) = hij is gestrest
 Vrouwelijk (bv: de boerderij is groot) = ze is groot
 Onzijdig (bv: het paard eet gras) = het eet gras
- Verwijzing naar een substantief met een bezittelijk voornaamwoord (zijn, haar)
 Mannelijk: de boer houdt van zijn boerderij
 Vrouwelijk: de boerderij heeft haar eigen boomgaard
 Onzijdig: het paard loopt naar zijn stal
- Namen van steden en landen zijn onzijdig (zijn, het)
Bv: het prachtige Antwerpen, het Parijs van mijn jeugd,…
- Grammaticaal geslacht ≠ biologisch geslacht
Bv: het meisje  biologisch geslacht = vrouwelijk, grammaticaal geslacht = onzijdig (het)
 Biologisch geslacht (= natuurlijk geslacht): traditioneel wordt een onderscheid
gemaakt tussen mannelijke en vrouwelijke wezens
 Grammaticaal geslacht (= genus): traditioneel worden er voor het Nederlands drie
genera onderscheiden, namelijk mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
- Sommige woorden kunnen zowel gecombineerd worden met de als met het, de keuze van het
lidwoord bepaalt soms de betekenis
Bv: de pad (amfibie) en het pad (weggetje)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlotvandenbogaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.23  3x  sold
  • (0)
  Add to cart