per dia staat geschreven wat er letterlijk door de docent gezegd is. Hierdoor kan je makkelijk onduidelijkheden van een dia opzoeken en teruglezen. Hierdoor hoef je niet steeds het college terug te kijken wanneer er iets onduidelijk is aan de dia, je kunt het namelijk gewoon terug lezen. Scheelt je...
Dia 2:
Terugblik vorig college
Op basis van herhaalbaarheid bereken je betrouwbaarheid. Dat kan letterlijk met meerdere
metingen of met een meting en dan boots je herhaling na. in alle gevallen moet er sprake zijn van
parallelliteit. Naarmate we naar beneden gaan in de lijst wordt dat een groter probleem. daar maken
we vandaag de switch.
Dia 3:
We gaan naar Cronbach’s alpha. want die voorwaarde van parallelliteit, je kan je voorstellen dat al bij
een split half methode je denkt zijn die twee helften wel hetzelfde en wat als ik ze nou iets anders in
elkaar steek. Dat is op item niveau al helemaal het geval. want als jij een toets opsplitst naar zijn
itempjes en je gaat kijken naar de samenhang tussen de items, dan zul je waarschijnlijk al heel snel
moeten constateren dat individuele items niet helemaal gelijk zijn aan elkaar. En waar moesten we
ook al weer naar kijken? We moesten kijken naar de moeilijkheidsgraad, naar het discriminerend
vermogen, de inhoud en de onderlinge correlaties. Dat waren de vier criteria waar je naar kon kijken.
Op item niveau zal dat allicht een keer mis lopen. Met dat in het achterhoofd is meneer Cronbach
door gaan stoeien om tot een maatje te komen wat daar een alternatief voor is, dus wat die eis voor
parallelliteit kan omzeilen en wat toch gebaseerd is op de samenhang tussen items. Die Cronbach’s
alpha blijkt precies gelijk te zijn aan als je een toets hebt en je doet alle mogelijke split halves en je
telt ze bij elkaar op en je deelt ze, dan is die gemiddelde waarde gelijk aan de Cronbach’s alpha.
Het is dus eigenlijk een maatje die wat werkzamer is in de praktijk. in zoverre is het fijn omdat het
weer gebaseerd is op interne consistentie. De test wordt opgesplitst in de kleinste delen, oftewel de
betrouwbaarheid wordt nagegaan door de samenhang tussen alle itempjes in ogenschouw te
nemen.
Het dilemma van parallelliteit wordt omzeild. Dus we hoeven niet te voldoen aan die eis van exacte
parallelliteit. En dat betekent dat wij Spearman Brown gaan verlaten en we gaan naar de formule van
Cronbach’s alpha.
Cronbach’s alpha is wat voorzichtiger, wat conservatiever. In de output van SPSS wordt zowel
Cronbach’s alpha als Spearman Brown, Cronbach’s alpha genoemd. in de linker kolom staat de
Cronbach’s alpha waar we nu naar toe gaan werken. In de middelste kolom staat Cronbach’s alpha
based on standardized items, dat is dan de Spearman Brown, wanneer er dus wel sprake is van
parallelliteit.
Dia 4:
Klein voorbeeldje (schrijft op het bord). We hebben een aantal personen en we hebben twee items.
Op item 1 wordt gescoord: 1,1, 5,9,9. Op item 2 wordt gescoord: 3,7,5,7,3. Is er samenhang tussen
deze twee items? Nee want de mensen die bijv. op item 1 laag scoren, scoren niet ook op item 2
laag, en andersom.
, Psychometrie en besliskunde HC 6
Wat blijkt nou, als wij gaan kijken naar de variaties van de items en de variantie van de somscores,
dan kunnen we daar iets uit afleiden. Wat is de gemiddelde score van het eerste rijtje? 5. Wat is de
gemiddelde score van het tweede rijtje? ook 5.
Wat is de variantie van het eerste rijtje? We moeten de afwijkingsscores kwadrateren en dat deel je
door het aantal mensen. Voor het eerste rijtje is het 16. Voor het tweede rijtje is het 4.
Ik zei net, er blijkt een relatie te zijn tussen de variantie van de losse items en de variantie van de
somscores. Dat betekend dat ik de somscores moet gaan berekenen. Somscores wil zeggen, I1 + I2.
Die is 4, 18, 10, 16, 12. Als ik daar de variantie van ga berekenen dan kom ik uit op 20.
Op het moment dat er geen samenhang is tussen de twee rijtjes met cijfers, wat blijkt dan, dat de
optelsom van de twee varianties exact gelijk is aan de variantie van de somscores.
Dan gaan we naar een ander voorbeeldje (schrijft op het bord). Weer die vijf personen. item 1: 1,1,5,
9,9. En item 2: 3,3,5,7,7. Ik heb nog steeds gemiddelde scores van 5. Nu gaan we uitrekenen wat de
variantie van het eerste item is. 16, want het is hetzelfde rijtje als wat ik in het vorige voorbeeld had.
Variantie van het tweede rijtje met cijfers is ook 4. Nu is de rangorde in beide items wel hetzelfde,
laag, laag, hoog, hoog. Nu gaan we naar de somscores, I1 + I2, 4,4,10,16,16. Op het moment dat ik
daar de variantie van uit ga rekenen kom ik op 36 uit. 36 is meer dan de optelsom van 16 en 4.
Wat blijkt, naarmate er meer samenhang is, wordt dat gat als het ware groter. Want als ik ga kijken
naar de variantie van item 1 en item 2 en item 3 tot en met item k, dus tot hoeveel er in mijn
schaaltje zitten, dan is (dit zijn de tekens voor de variantie van de losse items en Sx staat voor de
variantie van de somscores). Dan staat daar de variantie van de somscores is groter of gelijk aan de
optelsom van de delen. Als ik dat teken dan teken ik in feite dit (tekent op het bord). Ik visualiseer
het met een bak en die bak staat voor de variantie van de somscores. Oftewel, ik heb de optelsom
van de items. En dat is een optelsom van variantie van item 1 en variantie van item 2, tot en met
variantie van item K + iets extra’s eventueel. Niet altijd, want bij voorbeeld 1 is er niks extra’s en bij
voorbeeld 2 is er wel iets extra’s. Dat stukje hier (wijst naar iets bij die getekende bak op het bord),
dit is precies 2x de covariantie als je twee rijtjes hebt. Covariantie is de samenhang tussen twee
items. Oftewel dat stukje dat hier staat, dat extra geeft dus aan of er samenhang is ja of nee. Als de
variantie van de somscores meer is dan de som van de item varianties, dan weet je dus eigenlijk al
dat er minimaal een beetje samenhang is. Hoeveel weet je nog niet, dat is relatief. Wat betekent er is
samenhang tussen de items? Betrouwbaarheid. Dat betekend namelijk dat als ik op het ene item laag
scoor, dan doe ik dat waarschijnlijk op de andere ook. En andersom. Dus samenhang wilt zeggen, oké
hetzelfde patroon zit er in en dat is precies wat we uit het oogpunt van betrouwbaarheid graag willen
weten.
Dus naarmate de variantie van de somscores hoger is dan som van de item varianties, dan blijkt er
meer samenhang te zijn en zou je kunnen zeggen dat dat schaaltje met items betrouwbaarder is.
Dia 5:
Algemeen geldt: als de variantie van de somscores gelijk is aan de som van de item variantie (dat is
dit voorbeeld, wijst naar het bord). Variantie van de somscores is gelijk aan de variantie van de items.
Dan is er eigenlijk geen verschil. Dan is er geen samenhang. Dit stukje (gaat terug naar de getekende
bak op het bord), als ik het nog anders omschrijf want het is twee keer de covariantie bij twee items,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cat1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.22. You're not tied to anything after your purchase.