1 Modificatieprocedures voor het wijzigen van vaardigheden
Operante modificatieprocedures (gedragsveranderingstechnieken):
• Aanleren van vaardigheden, handelingen, strategieën
• Afleren van inadequaat gedrag
• Wijzigen van gedrag
• Doen toenemen van adequaat gedrag dat wel maar nog te weinig
aanwezig is
Wanneer operant ingrijpen ➔ vaardigheidstraining?
• Nog geen negatieve betekenissen en/of emoties
• Emotionele triggers zijn verdwenen, maar probleemgedrag nog wel
aanwezig bv. schaamte is verdwenen
• Eenvoudige problematiek bv. lichte lees- en schrijfproblemen
• Hoge mate van persoonlijke veerkracht
Gedrag aan-/afleren of wijzigen
o Via uitlokkende prikkels: 7 procedures
▪ (1) Leren waarnemen van en (2) informatie verstrekken over
uitlokkende prikkels
▪ Stimuluscontrole
- (3) Wegnemen van uitlokkende prikkels voor inadequaat of
ongewenst gedrag
- (4) Aanbieden van uitlokkende prikkels voor gewenst gedrag
(doelgedrag) = “prompting”
- (5) Afbouwen van prompts = “fading”
▪ (6) Modeling en (7) instructieleren
o Via gedragsgevolgen
1
,1.1 Perceptietraining en versterken van informatie
• We leren de cliënt de uitlokkende prikkel/dicriminatieve stimulus waar te
nemen. Zo weet hij waarop hij moet letten om het juiste gedrag te stellen
• Foutief gedrag: onduidelijkheid over de precieze context waarin het gedrag
moet worden gesteld bv. onvoldoende prikkeldiscriminatie (cliënt hoort
geen verschil tussen interdentale ‘s‘ en gewone ‘s’), onterechte
prikkelgeneralisatie
• Doel: aanscherpen van de waarneming en kennis over kleine maar cruciale
details voor optimale gedragsuitvoering
1.2 Verstrekken van informatie
• Doel: duidelijkheid over waarop men precies moet letten om de juiste
gedragsrespons te stellen
• Hoe? Creatief en zo gevarieerd mogelijk!
o Aandacht vestigen op… / gewoon uitleggen
o Uitleggen m.b.v. afbeeldingen, schema’s, voorbeelden…
o Zelf laten ontdekken
o Zelf informatie laten opzoeken
1.3 Wegnemen en/of aanbieden van uitlokkende prikkels
• Stimuluscontrole: Controle krijgen over de stimilus die het gedrag uitlokt.
Bij gewenst gedrag als gevolg gaan we de uitlokkende prikkel aanbieden.
Bij ongewenst gedrag als gevolg gaan we de uitlokkende prikkel
wegnemen
• Vaak tijdelijke maatregel
• Drie manieren:
o Tijdelijk weren van bepaalde oefenitems of oefeningen
o Omgeving mee inschakelen
o Cliënt zelf laten vermijden (duidelijk uitleggen!)
2
,A. Prompt = prikkel die de persoon eraan herinnert een gedrag te stellen dat
hij al beheerst (‘reminder’) of die helpt een gedrag te stellen dat hij niet
vaak of niet goed gebruikt (‘cue’)
o Prompts moeten altijd worden aangeboden samen met de werkelijk
relevante uitlokkende (discriminatieve) prikkels
o Deze discriminatieve prikkels moeten op termijn immers het gedrag
gaan uitlokken in afwezigheid van de prompts!
• Soorten prompts:
o Fysieke prompts: ‘fysieke responsbegeleiding’ bv. kind helpen met
het schrijven van zijn naam ➔ pen op de juiste manier in zijn hand
stoppen, hand vastnemen en door de bewegingen van je eigen hand
zijn schrijfpoging begeleiden
o Verbale prompts: gesproken of geschreven woorden bv. ‘en wat
moet je nu doen?’
o Picturale, gestuele en auditieve prompts:
▪ Picturaal: accentueren, afbeeldingen bv. tijdens een
spraakklankbehandeling alle /s/-klanken in fluo zetten (of
beter nog, de cliënt vragen dat te doen, zodat het
aanscherpen van de waarneming en het discriminatief leren
daar al start). Tijdens het hardop lezen bij een aangeduide
klank, stimuleert het feit dat deze klank nu visueel meer
opvalt extra aandacht voor de juiste klankproductie
▪ Gestueel: gebaren, gelaatsuitdrukkingen… (een duim ter
goedkeuring is geen prompting, maar belonen) bv. moeder
met gefronste wenkbrauwen betekent ‘stop daarmee’
▪ Auditief: geluiden, signalen… bv. gsm zo instellen dat het elke
20 minuten een signaal geeft, waarna de cliënt dan telkens
een gedrag moet uitvoeren om gewoontevorming in de hand
te werken
B. Fading = afbouwen van prompts
• Probleemstelling: in de natuurlijke leef- en werkomgeving zijn er geen
prompts aanwezig voor het stellen van het doelgedrag
• De werkelijke discriminatieve prikkels moeten die taak dus overnemen
• Gebeurt deels al spontaan omdat de prompts altijd samen voorkomen met
de discriminatieve prikkels
• Hoe?
o Prompts geleidelijk wegnemen: gradueel minder nadrukkelijk
maken; dimensies variëren bv. minder hoorbaar, zichtbaar
o Tijdsinterval tussen prompt en discriminatieve prikkel gradueel
verlengen bv. prompt niet vlak voor het te stellen gedrag, op
voorhand zeggen ‘laat u niet vangen!’
o In het begin aankondigen dat je je cliënt minder gaat helpen, tenzij
het kind het al kan zonder prompts ➔ hangt af van cliënt en
therapie
3
, 1.4 Modeling en instructieleren
• Verschil
o Verstrekken van informatie: over de uitlokkende prikkels, je maakt
je client duidelijk waarop ze moeten letten om het juiste gedrag te
vertonen
o Instructieleren: instructies over hoe het gedrag zelf moet worden
uitgevoerd (gedragsuitvoering)
• Duidelijk uitleggen wanneer het betreffende gedrag moet worden gesteld
• Duidelijk aangeven welke de te verwachten gedragsgevolgen zijn
o Soms zit de bekrachtiging al ingebed in de handeling
o Meestal is extra bekrachtiging nodig: doeltreffendheidsovertuiging is
laag en er is weinig motivatie om bij mislukking lang vol te houden
1.4.1 Modeling
Essentie:
• Voorzie een modelgedrag
• Zorg dat de cliënt het goed kan waarnemen
• Stimuleer de cliënt tot het overnemen van het gedrag
Richtlijn 1: aandacht moet optimaal op het modelgedrag gericht zijn
• Aandacht groter als voorbeeldgedrag succesvol en relevant is voor
observator ➔ aansluiten bij de leefwereld! (bv. gepaste voorbeelden,
rollenspel, uitleggen…)
• Aandacht aanscherpen via prompting
• Afleiding weghalen
• Gerichte aandacht bekrachtigen bv. amai je bent nu goed aan het opletten
Richtlijn 2: gedrag & gedragsgevolgen moeten zeer duidelijk waarneembaar zijn
• De units van communicatie zijn uitermate kortstondig!
o Bv. de /s/ in ‘het leven is mooi’ ➔ uitvergroten, verlengen,
zichtbaar maken…!
• Zoveel mogelijk zintuigkanalen inschakelen
• Complexe gedragingen uiteen halen en delen apart demonstreren en
verwoorden
• Gunstige effect ook uitvergroten, visualiseren en/of verwoorden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller logopedieaudiologietm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.