Politicologie
! op examen ZRM meenemen
LEERSTOF
1) Boek: K Deschouwer & M. Hooghe, politiek 4de druk
VOLLEDIG vanbuiten
Politieke wetenschappen = wet. kennis over de politiek (niet zelf deelnemen)
-> intellectuele distantie
- Door wetenschappelijke methode te gebruiken.(veel en bewust verzamelde waarnemingen en bewuste keuze van
onderzoekstechnieken. Systematisch veel informatie verzamelen om te kunnen vergelijken wat een algemeen
verschijnsel is en wat niet.)
- Methode kan kwalitatief (diepere studie van versch. Aspecten) of kwantitatief (objectieve cijfers) onderzoek zijn.
- principe van de openheid (anderen moeten je onderzoek over kunnen doen en tzelfde uitkomen -> peer review)
SOORTEN SAMENLEVINGEN
Politiek = alles wat te maken heeft met het besturen van een samenleving
Ruim: elke groep van ‘samen-leven’ (lln in klaslokaal, organisaties, verenigingen)
Specifieker: territoriaal gebonden samenleving (regels zijn omvattender en dwingender)
Politiek = proces op meerdere niveaus (multi-level governance -> verschillende bestuursniveaus gaan interacties aan
en besturen het land op een bepaalde wijze)
Bv Vlaamse regeringspartijen moeten compromis bereiken, EU bemoeit zich, andere partijen ook..
Samenlevingen = sociale groep met gemeensch. Territorium en/of cultuur
(achterhaald? -> Manuel Castells : Network society, niet langer territoriaal gebonden, samenleving obv ‘weak ties’ en
virtuele netwerken)
--> Veranderlijk gegeven : - trend tot globalisering (kleren made in China)
-Schotten en Catelanen gezien als tegenbeweging, zetten zich af. Maar is moeilijk, zijn
eigenlijk sterk verbonden met rest vd wereld.
Wereld verdeeld in staten met eigen grondgebied dat ze intern besturen.
(specifieker) Politiek = alles wat te maken heeft met het besturen ve territoriaal gefundeerde samenleving. (‘wat’
verschilt per samenleving)
Bindend:
Afdwingbaar (inschrijfgeld gaat omhoog, parlement bepaaldbedrag) → sanctioneerbaar (staat mag ‘geweld’ gebruiken, bv inbeslagname van
goederen bij schulden) → verschil met andere sociale Systemen : monopolie op legitiem geweld (GAS-boete bij vervuiling etc)
Voor ALLE leden vd samenleving bindend; Macht vd staat is intern
→ iedereen gelijk
! is niet internationaal (tov andere soevereine staten)-> wel interventierecht om bv Syrische bevolking
beschermen tegen eigen regering
Regels van samenleving (wettelijk niet cultureel)
Bepalen, bewaren, wijzigen vd regels
- verandering als strategie -> legitimiteit vh pol systeem bewaren (politici willen staat nooit zo houden, altijd
nieuwe regels)
- ideologisch debat tussen progressieven en conservatieven staatsinterventie
Handhaven vd regels (GAS-boetes)
INHOUD VAN POLITIEK
1) historische verschillen
eerst zorgde de staat enkel voor enkele basisregels. De samenleving vraagt zelf steeds meer regulering van de
staat uit. Bv. Het inperken vh economisch verkeer.
= reikwijdte van de politiek breidt uit.
2) culturele verschillen
In westerse samenleving vooral belangrijk wat privé is en wat publiek. Overheid wordt geacht zich niet te
bemoeien met privé. (uitzonderingen, als partnergeweld etc).
Wij vinden niet aanvaardbaar dat politiek bepaalt dat enkel mannen mogen rijden (in Saoedi Arabië wordt dit
normaal gevonden)
VORMEN VAN POLITIEK
verschillende regimes (wie beslist, hoe wordt macht doorgegeven,..)
a) Democratische regimes : macht tijdelijk en verspreid over verschillende groepen (verkiezingen van
vertegenwoordigers, fundamentele rechten,.. )
b) Autoritaire regimes
, → gradaties in, soms onduidelijk tot welk principe het regime behoort
verschillende staten
a) unitaire staten (gecentraliseerd bestuur)
b) federale staten
! variatie in politieke instellingen en procedures. Niet overal verlopen verkiezingen hetzelfde etc.
Kunnen we zonder politiek?
Aristoteles: zoon politikon -> mens als sociaal dier
Plato: ideale samenleving ; bestuurt door wijze mannen (hfst 2)
Machialvelli : Il principe (de vorst) is een soort advies voor de man die Italië moet verenigen. Goede politiek bereikt
zijn vooropgestelde doel koste wat het kost (doel heiligt de middelen). Vooral gebaseerd op empirische waarneming.
Hij adviseert respect en vertrouwen af te dwingen.
Niet enkel politici zijn bezig met politiek, maar iedereen. Anderen duidelijker (schrijvers, kunstenaars denk aan la
guernica van Picasso als kritiek op de oorlog,…)
Hoofdstuk 2 Staat en macht
in andere culturen -> macht is degene die geweld gebruikt en wapens heeft.
There’s no such thing as free lunch -> soc. Zekerheid -> samenleving betaald MAAR neveneffect -> mensen gaan sneller
onnodig gebruik van maken
Begrotingswet is fundamentele wetgeving in elke staat
De staat legt bindende regels op aan leden vd samenleving.
1) beperking van de vrijheid (vb nachtlawaai, verkeer,…)
2) bescherming vd vrijheid (vb nachtlawaai beschermend voor de buren)
,Basis vd regelgeving ; Grondwet (bijna elk politiek systeem heeft grondwet-> britten geen geschreven grondwet)
1) legt structuur en beslissingsvormen vast (Belgie als federale staat, monarchie,…)
2) bepaalt rechten van de burgers (vanaf magna carta 1215) 20e eeuw uitgebreid met socio-economische
grondrechten
3) symbolische zelf-identificatie van samenleving (verdraagzaamheid, solidariteit, gelijkheid man/vrouw ->
waarden van de europese unie)
overheid = machtsconcentratie
Macht = de mogelijkheid voor actor A om ervoor te zorgen dat actor B een handeling stelt die B anders niet zou doen.
Probleem : ‘anders niet zou doen’ -> hypothetisch
Wat als je het sws al niet zou willen doen? Heeft die persoon/instelling dan wel macht?
Wat als er geen machtsuitoefening was? dan zouden mensen al hun ‘capaciteiten’ benutten (oertoestand)
Bv. Hitler laat de generaals dingen doen die ze normaal niet zouden doen
Vormen van macht
1) het bevel (je mag niet door rood rijden, anders politie opmerking)
2) agenda-setting (iets op de politieke agenda zetten is al ‘winnen’ er komt dan de mogelijkheid dat het tot een
bevel komt)(generaals van Hitler durven onderhandelingen met Rusland niet op de agenda te zetten)
3) ideologische hegemonie (sommige dingen zullen de agenda nooit halen omdat samenleving er van uit gaat dat
het gewoon niet kan bv. Bedrijfswagens afschaffen omdat ze ecologisch niet rendabel zijn -> dat zal geen
enkele partij op de agenda zetten want 40% vh volk heeft dat)
-> macht is dus niet alleen institutionele politiek
Max Weber ; macht en gezag
Gezag= legitieme aanvaarde vorm van macht (burgemeester wel, terrorist met wapen niet)
Drie vormen van gezag (wel chronologisch maar oude vormen verdwijnen niet volledig)
1) traditioneel ; niet gedifferentieerd dus geen roldifferentiatie, maar my is complexer want iedereen heeft eigen
rol binnen de samenleving (koning was ook rechter/geneesheer/..)
2) charismatisch gezag (vb het koningshuis van nu. Politici niet bij ons -> obama weer wel)
3) rationeel/legalistisch gezag (niet meer gekoppeld aan persoon, wie er ook verantwoordelijk is voor de wet,
de wet is de wet.)
Onze regering/overheid/EU zo georganiseerd dat het nooit meer zo mis kan gaan als wat Hitler heeft gedaan.
Democratie is complex om absolute macht te voorkomen
De oorsprong van politiek
1) Natuurlijke perfectie (Plato)
- Nagaan wat kennis is. (we weten hoe laat het is, maar staat de klok wel juist? Dus verschillende klokken vergelijken -
> als meerderheid zelfde zegt pakken we die.)
-> platoonse werkelijkheid : 1 bepaalde juiste werkelijkheid/ visie. Het perfecte ‘idee’ bestaat.
-> taak van de mens om de perfecte visie te vinden (onmogelijk -> denk aan allogerie vd grot, we zien enkel de
schaduwen)
- Politiek gebaseerd op ‘rationele inzichten’ (we zien enkel schaduwen in de grot, concluderen er wel dingen uit)
politiek systeem opbouwen door naar het perfecte te streven.
3functies vd mens
- nadenken
- handelen (krijgshaftig handelen -> samenleving verdedigen)
- handenarbeid (in de handenarbeid werken zorgt voor perfecte samenleving)
3 klassen
- filosofen-heersers -> moeten nadenken, filosofen regeren de samenleving (elite)
- soldaten
- ‘gewone volk’ (arbeids-specialisatie) -> pottenbakker hoeft niet na te denken over politiek want zal het toch nooit
kunnen. Moeten overlaten aan de elite
→ absolute heerschappij vd filosofen- heersers (anderen moeten dit aanvaarden)
GEVAAR: Plato gaat uit van absolute waarheid, gelooft in de perfectie.
<--> Karl r. Popper -> Absolute waarheid bestaat niet. we hebben nood aan een open society. Nood aan samenleving
die open staat voor nieuwe ontwikkelingen. Een lerende samenleving.
Bij Plato heeft democratie geen rede -> afhankelijk van klasse wat je doet. Het wordt niet verwacht dat je tegen de
‘natuurlijke’ orde in gaat. Dan misken je de absolute waarheid.
, 2) Aristoteles
- Al democratischer.
- Aanvankelijk leerling van Plato zet zich later af tegen zijn absolutisme.
- Theologisch mensbeeld : redeneren vanuit het doel (van de functies vd mens) we hebben bv spraak.
- De morfologie vd mens zorgt ervoor dat we een sociaal dier zijn -> is onze lotsbestemming, anders zouden we deze
functies niet hebben.
- gemeenschap als ‘natuurlijke’ vorm van samenleven (eenzame opsluiting is ergste straf) sociaal handelen is essentie
van ons mens zijn. -> elkaar nodig DUS regels nodig
- individu niet denkbaar zonder de ‘polis’ (samenleving) – individuele vrijheid bestaat niet. Mijn vrijheid is dat ik in een
staat mag samenleven. We moeten daar dus aan gehoorzamen. Aan het politiek systeem.
- Ook plicht tot politieke actie. (we gaan er van uit dat iedereen verschil tussen goed en kwaad kent. -> dus allemaal in
staat om te oordelen in bv rechtbank bij moordzaak als assisenjury) -> als je niet wilt meewerken wordt je gezien als
buitenstaander vd samenleving
- dubbelzinnige houding tov contemplatieve leven
Dus politiek maakt deel uit van het ‘goede leven’ (eudaimonia) => directe democratie (<-> heersende klasse bij Plato)
WIJ worden er zelf beter van door mee te beslissen.
- Alleen mogelijk in kleine stads-staten (debat met volledige bevolking, volksraadpleging -> nu
volksvertegenwoordigers) want ook al bent u pottenbakker, u weet ook wat goed en kwaad is -> iedereen weet het
verschil tss goed en kwaad <-> Plato geeft enkel woord aan filosofen.
- Aristoteles aanvaardt bestaan slavernij, ongelijkheid tss burgers en niet-burgers -> alle burgers mogen hun stem laten
horen (vrouwen en slaven niet)
- Belang: deugdenethiek, politiek waardevol op zich, niet louter instrumenteel (ook bejaarden en zieken worden in
acht genomen, de beslissingen die genomen worden moeten moreel juist zijn). Belang van actief burgerschap.
(stemplicht -> verplicht om er over na te denken)
- staat als garant voor het ‘goede’ leven. Geen scheiding tussen openbaar en prive leven.
- sterk individu -> gaat voor sterke samenleving streven, daardoor bestaan we.
MACHT 1 persoon Klein aantal Groot aantal
Ten gunste van elite Tirannie Oligarchie Democratie (egoïstische keuzes etc)
Ten gunste van allen Monarchie Aristocratie Polis (democratie? -> misschien kiezen de burgers
voor egoïstische maatregels-> polis is sterker en
puurder, het volk/ demos regeert met het besef dat we
deel uitmaken van een staat en er allen
verantwoordelijk voor zijn. We gaan uit van algemeen
belang)
Klassieke periode
- klassiek ideaal van zelfbestuur (mensen kunnen zelf beslissen wat goed of kwaad is bv. Euthanasiewet -? Wordt dan
goedgekeurd, mens kan zelf beslissen wanneer het nodig is en moreel juist)
- combinatie van positief mensbeeld en gemeenschapsgevoel
(bij Aristoteles bestaat zwakzinnigheid van de mens niet -> kiezen niet fout.)
3) Augustinus
- Christelijke periode: -> negatief mensbeeld (God nodig om bij te sturen)
- Stad van God als ideaalbeeld : Streven naar perfectie, enige morele houvast is God. Geeft richting aan voor stad van de
mens. Verhouding Kerk en Staat.
- De stad van de mens: imperfect wegens menselijke zwakheid. (zonden begaan)
- Democratie komt voor uit Augustinus
4) Hobbes (+/- 1600)
- Niet iedereen is per definitie goed of slecht.
- mens van nature geneigd tot eingenbelang en geweld ; oorlog van allen tegen allen. Life is short, nasty and brutal.
Warlords regeren (bv in irak) -> veel geweld om macht te krijgen.
(Plato : als we niks doen gaan we samen praten, discussieren want we hebben allemaal een
verantwoordelijkheidsgevoel. Hobbes: als we niks doen worden we uitgemoord)
- rationele oplossing: instellen van een heerser of Leviathan die de orde en vrijheid bewaard. (beschermd ons tegen
massamoordenaars in ruil voor absolute macht) Omdat er volgens hobbes geen alternatief is.
- eerste vorm van politiek : heerser die we zelf kiezen moet ons beschermen. We kiezen liever dictatuur
dan massamoord. (Als de staat wegvalt krijg je chaos, geen utopische democratie -> denk aan mexico etc)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milo97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.34. You're not tied to anything after your purchase.