1ste helft van de 19de eeuw
- Transport: wandelen of paard en kar
- Beperkte scheiding tussen wonen en werken
- Urbanisering
2de helft van de 19de eeuw
- Transport: tram
o Spoornetwerk en buurtspoorwegennetwerk
- Scheiding tussen wonen en werken
o Huizen rond de haltes
- 1ste suburbaniseringsgolf
1ste helft van de 20ste eeuw
- Transport: Fiets
- Suburbanisatie
o “Sprawl”
o Nieuwe wijken rond de stad
- In België gebruik van spoorwegen
- In VS en EU opkomt van de auto
o Duurt langer in EU
o VS bepaald de auto al mee de structuur
2de helft van de 20ste eeuw
- Transport: auto wordt massaproduct
- Mensen kunnen verder wonen door autosnelwegennetwerk
- De-urbanisering
Pendelcompromis
- Industrialisering 19de eeuw
- Stedelijke problemen
o Geen aangename plekken om te wonen
- Antwoord op stedelijke problemen
o Wonen buiten de stad
o Buurtspoorwegen
- Auto’s in de 20ste eeuw
o Wordt gepromoot door politici
o Overal kunnen wonen door de auto
Passengers Mobility Transition
, - Transport ontwikkeling en economische ontwikkeling
- Individueel vervoer (te voet) à collectief (tram) à individueel (auto)
RUIMTELIJK
Comparatief
- Verband woon-werk verplaatsingsgedrag
o Sommige steden hebben meer industrie andere kantoren à bepaald mee de
vervoersmiddelen
- 2 niveaus
o Individueel niveau = effect niet zo groot
§ Stadscentrum à OV of te voet
§ Meer densiteit in een stad
o Buurtniveau/gemeenteniveau = effect duidelijk zichtbaar
§ Buitengebied à auto
Woonwerkverkeer – locatie
- 10 variabelen
o Reistijd
o Reisafstand
o Vervoersmiddel
o Werken in CBD (Central Business District)
o Wonen en werken in dezelfde buurt
o Geslacht
o Inkomen
2. Het 3 + 2 D model
= Cervero en Kockelman
= om een duurzame stad te bouwen
- Density
o Hogere dichtheid in bebouwde omgeving à minder transport omdat alles
dichterbij elkaar licht
- Diversity
o Geen wijken met enkel woningen maar ook winkels à gezellige mix
- Design
o Slim ontwerpen à aangename pleinen en straten
o Slim ontwerpen à sneller gebruik maken van fiets en OV dan auto
- Destination accessibility
o Bereikbaarheid van de locaties moeten goed zijn en niet alleen voor wonen
- Distance to transit
o Afstand tot het OV mag niet te groot zijn
Transit Oriented Development
- Openbaarvervoerassen als dragende structuur van de stad
- Rond haltes voorzieningen op wandelafstand
o Kantoren, horeca,…
, 3. Verkeer, vervoer, mobiliteit en het transportsysteem
SOORTEN
Verkeer
= Bewegingen van al die voertuigen
Vervoer
= de verplaatsingen tussen A en B
Welke verplaatsing wordt gemaakt? Door wie?
Mobiliteit
= het geheel van de verplaatsingen,verkeer en de plaats dat transport krijgt in het
dagelijkse leven
4/5 TRAPSMODEL
= wordt gebruikt om te voorspellen hoeveel verkeer en transport er zal zijn op een bepaalde
weg/infrastructuur
1ste stap
- Bepalen van plekken die verkeer aantrekken en genereren
o Steden of plekken met hoge bevolking
o Hoe groter een stad à hoe meer verkeer
de
2 stap
- Kijken hoeveel verplaatsingen er zullen zijn tussen de plekken
o Tussen kleine steden minder verkeer en tussen grote steden meer
o Liggen de plekken verder van elkaar à minder transport tussen de plekken
o Hoe groter à dichter bij elkaar à hoe meer transport
o Hoe verder van elkaar à hoe kleiner de steden zijn à minder transport
de
3 stap
- Bepalen welke vervoerswijze/vervoersmodus of transportwijze
o Vrachtverkeerà schip, vliegtuig, vrachtwagen en bestelwagen
o Personenmobiliteit àtrein, fiets, bus, te voet en auto
de
4 stap
- Tussenstap voor vrachtverkeer
o Keuze tussen grote/kleine vrachtwagens, bestelwagensà effect op de
hoeveelheid verkeer
de
5 stap
- Het toewijzen van infrastructuur
o Routes bepalen
§ Goede of slechte infrastructuur hebben
4. Bereikbaarheid
= vormt een brug tussen planning en transport
VERSCHIL BEREIKBAARHEID EN TOEGANKELIJKHEID
, Bereikbaarheid
= hoe gemakkelijker het is een bestemming te bereiken
Toegankelijkheid
= toegang tot iets (bv gebouw)
BEREIKBAARHEID
4 componenten voor bereikbaarheid
- Landgebruik
o Wat, waar en in welke hoeveelheid is gelegen
- Transportsysteem
o Bepaalt hoeveel tijd, moeite en geld nodig is voor een verplaatsing
- Tijd
o Wanneer activiteiten beschikbaar zijn
o Wanneer we ergens willen zijn
- Individueel
o Noden/wensen
o Mogelijkheden
o Kansen
o Gaat over persoonlijke kenmerken van de persoon in kwestie
Verschillende types van indicatoren
- Infrastructure-based accessibility measures
o Bv: lengte of densiteit van een infrastructuurweg
o Bv: gemiddelde snelheid
- Location- based accessibility measures
o Bv: aantal jobs binnen de 30 min
- Person- based accessibility measures
o Bv: Activiteiten op een bepaalde dag
- Utility-based accessibility measures
o Bv:Het nut/voordeel dat mensen zich verplaatsen naar een activiteit
Doorsnedetellingen
- Hoeveelheid verkeer op de weg meten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller purpledreams225. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.40. You're not tied to anything after your purchase.