Inleiding tot de Iconografie( KU Leuven). Uitgebreide samenvatting aan de hand van de lesnotities en het handboek. Onder meer dankzij deze twee samenvattingen wist ik een 15/20 te behalen.
Iconografie (F0JB0B)
1. Iconografie een kwestie van methode
1.1 iconografie en iconologie
Iconografie Iconologie
Toelegt op de onderwerpen in de kunst en hun Interpretatie van het kunstwerk in zijn
diepere betekenis of inhoud historische en culturele context.
1. onderwerp bepalen Verklaren waarom een voorstelling zo
2. diepere betekenissen vinden en weergeven is, op die bepaalde plaats en op dat
verklaren ogenblik
3. literaire en visuele bronnen van een ➔ cultuurhistorische ontstaanshorizon
bepaald kunstwerk zoeken en vinden ➔ ideologisch substraat
4. bestuderen van de ontwikkeling van een ➔ concrete functie
bepaald onderwerp en hun betekenis = uitgaan van beeldanalyse
5. verschillende uitbeeldingen van
hetzelfde onderwerp opsporen
= interpretatieve methode die uitgaat van
synthese
Erwin Panofsky
• Amerikaanse kunsthistoricus van Duitse afkomst
• theoretische grondslagen voor de iconografie/iconologie: drie lagen te onderscheiden
1. de waarneming (pre-iconografische beschrijving)
2. de interpretatie (iconografische beschrijving of iconografische interpretatie)
3. de duiding (iconologische interpretatie)
1
, Iconografie J. Van der Stock 2018-2019
A. de pre-iconografische beschrijving
primaire of natuurlijke onderwerpen
• letterlijke beschrijving van wat wordt voorgesteld = wat je ziet
= HET FEITELIJKE OBJECT (primaire of natuurlijke onderwerp)
o zuivere vormen als voorstelling van natuurlijke objecten (sachinn) feitelijke betekenis
o identificatie van handelingen en expressie (ausdruckssinn – expressieve betekenis)
• gebeurt zonder verbanden te leggen of te interpreteren
• objectieve correctieven: stijlkennis of stijlhistorische interpretatie bepaalt mee de
waarneming en fungeert als objectief correctief van de interpretatie
• vorm en inhoud als 2 aparte elementen
→ misinterpretatie dat vorm vooraf zou gaan aan inhoud: vorm als schil, inhoud als wezenlijk
= niet waar
• iconograaf objecten identificeren: 4 factoren
1. De vaardigheid van de kunstenaar om uit te beelden wat hij wil uitbeelden
2. De vraag of de kunstenaar de bedoeling had dat een bepaald object identificeerbaar is
3. De kennis, de ervaring en de nauwkeurigheid van de iconograaf
4. De technische staat van het kunstwerk
Artistieke motieven: een opsomming van motieven vormt een pre-iconografische beschrijving van het
kunstwerk
B. De iconografische beschrijving
Secundaire of conventionele onderwerpen
• Het secundaire of conventionele onderwerp – bedeutungssinn
• Het onderwerp van het kunstwerk wordt beschreven – beeldvoorstelling zinvol met elkaar in
verband gebracht
• Kennis van literaire, beeldende en historische bronnen nodig → identificeren van figuren en
personen
• Objectief correctief niet meer stijlkennis → typenleer: voostelling wordt drager van bepaalde
betekenis die traditioneel is geworden
• ! in deze fase is inzicht in literaire en andere bronnen als in kunsthistorische onderwerpen,
thema’s en begrippen nodig
➔ Literaire kennis als een noodzakelijk hoofdinstrument voor het verrichten van de juiste
inhoudsanalyse
Motieven die we aldus herkend hebben als dragers van een secundaire of conventionele betekenis
zullen we figuren noemen
P9-20 panofsky zelf aan het woord
Te interpreteren onderwerp Interpretatie Vereisten voor de Controle op de interpretatie
interpretatie
A Primaire of natuurlijke onderwerp Pre- Praktische ervaring Stijlgeschiedenis (inzicht in de
( met een feitelijke en expressieve iconografische (vertrouwdheid wijze waarop onder verschillende
betekenis) beschrijving met objecten en historische omstandigheden vorm
Behorend tot het terrein der (en pseudo- gebeurtenissen) werd gegeven aan objecten en
artistieke motieven vormanalyse) gebeurtenissen)
2
, Iconografie J. Van der Stock 2018-2019
B Secundaire of conventionele Iconografische Kennis van literaire Kunsthistorische typologie (inzicht
onderwerp analyse in bronnen in de wijze waarop onder
Behorend tot het terrein van de engere zin (vertrouwdheid verschillende historische
figuren, verhalen, allegorieen met speciale omstandigheden themas en
themas en begrippen werden weergegeven
begrippen) door objecten en gebeurtenissen
)
C Intrinsieke betekenis of inhoud Iconografische Synthetische Geschiedenis der
Behorend tot het terrein van de interpretatie in intuïtie cultuurverschijnselen of
symbolische waarden diepere zin (vertrouwdheid cultuursymbolen in het algemeen
(iconografische met de essentiele (in wicht in de wijze waarop
synthese) geestelijke onder verschillende
stromingen) omstandigheden essentiele
bepaald door geestelijke stromingen tot
persoonlijke uitdrukken kwamen in speciale
psychologie en themas en begrippen)
wereldbeschouwing
1.2 de voornaamste begrippen van de iconografie
Symbool Een teken dat een begrip voorstelt • lelie = zuiverheid,
• materieel maagdelijkheid
• handeling • lam = christus
het symbool heeft betrekking op • wijn en brood =
• abstracte begrippen eucharistie, laatste
• op hogere personen avondmaal
• gebeurtenissen • aap = duivel of
-Berust op conventies die in de literatuur zijn vastgelegd zondigs/ wellust of
-Een symbool heeft een allegorische waarde, aangezien het uitnodigt aan tastzin/ beeldende
iets anders te denken dan aan het afgebeelde zelf kunst/ kunstenaar
-Maar kan bij verschillende kunstenaars in verschillende periodes • adelaar = zeus
verschillende ladingen krijgen • leeuw = christus/
-Bijzondere symbolen: die een persoon kunnen vertegenwoordigen waakzaamheid/
-Symbool is niet hetzelfde als een vergelijking (kan niet vervangen en kwaad
samenvatten) • pauw =
-moeilijkheid: kan meerdere en tegengestelde betekenissen hebben of onsterfelijkheid en
betekenisverschuiving doorheen de eeuwen later symbool van
ontucht
Attribuut Beeldende kunst het teken waardoor een persoon of personificatie • nimbus = bij heilige
herkenbaar is • pijl en boog = bij
-worden doorgaans symbolisch genoemd → voorwerpen, planten en amoretten
dieren die bij figuren horen • leeuw = bij heilige
- individuele en algemene attributen hieronymus
• individuele: ontleed aan der geschiedenis of legende • hoorn des
kunnen ook combinaties voorkomen overvloeds = bij
-al in de antieke kunst, christelijke nog meer overvloed
• palmtak = bij
martelaar
3
, Iconografie J. Van der Stock 2018-2019
-attributen als bijzondere soort van symbolen: niet alleen personificaties • aureool = bij heilige
hebben attributen, maar ook heiligen, historische personen of personen • palmtak en rooster
uit de bijbel en mythologische figuren = bij sint-laurentius
• sleutel = Heilige
Tweeledige functie Petrus
1. persoon of personificatie kunnen identificeren
2. vertelt iets over de figuur waar het bij hoort
geschiedenis
• gemeenschappelijk attribuut: nimbus van heiligen vanaf midden
4eE = goddelijk of heilig
(goden in oud india en china soms ook)
(ook in de klassieke kunst: stralenkrans van goden en heroën)
→ maakt de drager tot een persoon die tot een hogere orde
behoort
• intrede in de christelijke kunst: midden 4e-begin 5e: eerst enkel
drieeenheid en engelen → apostelen, heiligen en anderen
• oosten: nimbus als symbool van macht + verschillende vormen
- kruis = jezus
- driehoek = god de vader
- vierkant = kerkelijke en wereldlijke tijdgenoten (in leven)
Symbolische Niet-verhalende en niet-allegorische uitbeelding waarin symbolen de Vb: Pieter Boel
voorstelling hoofdrol spelen Vanitas stilleven 1663,
Vb: vanitas = leegheid: vergankelijkheid of nietigheid van aards bezit musee des beaux-arts, lille
• doodshoofd: memento memori = we moeten allemaal sterven
• zandloper, uurwerk, uitgedoofde kaars: verstrijken van tijd
• muziekinstrumenten: vluchtigheid van tonen
• omgevallen vaatwerk: leegte
• kroon, scepter, juwelen beurs, munten: macht en rijkdom van de
wereld die door dood worden weggevaagd
• zwaard of ander wapen: geen bescherming tegen de dood
• bloemen (dauwdruppels): kortstondigheid van het leven en verval
= vermoedens van een diepere inhoud of betekenis aanwezig is
! allegorieen en verhalende voorstellingen beter niet tot de symbolische
voorstelling rekenen
Metafoor Of de metaforische uitbeeldingswijze
(beeldspraak)
Een literaire metafoor wordt omgezet in visuele
termen
Vb: circumsederunt me canes multi → christus
omgeven door beulen met dierlijke tronies van
Jeroen Bosch 1510-1535
Motief Motief vervangt het begrip symbool in de kunst na 1800: berust niet op • danseresjes van
conventie, is niet noodzakelijk door de literatuur bepaald, het is een degas
uitvinding van de artiest = formeel en semantisch gegeven • staren in de verte
• menselijke figuur bij friedrich
• handeling of gebaar • treinen van delvaux
• object • abstracte kunst
• lijn of kleur
4
, Iconografie J. Van der Stock 2018-2019
een betekenis van eenzelfde motief kan veranderen bij dezelfde
kunstenaar of verschillen van artiest tot artiest
! niet dat er in de 21ste E geen iconografische voorraad meer is, maar is
sterk verminderd
Personificatie Is een symbool waarbij personen of antropomorfe wezens een concreet Vb bij punt 2:
of abstract begrip vervangen → bezitten geen materiele verschijning en • alexander de grote
niet zintuigelijk waarneembaar = moed
• natuurfenomenen en krachten • petrus = berouw
• staaatssymboliek
• religie
• deugden en ondeugden
• wetenschap en kunsten
• antropologische begrippen
hoe dit te bekomen:
1. door een menselijk figuur te voorzien van attributen
2. door gebruik te maken van heiligen historische, mythologische of
Bijbelse figuren als verpersoonlijking van bepaalde begrippen
geschiedenis:
aan het einde van de 16eE schreef Italiaan CESARE RIPA (1560-1620)
encyclopedie (iconologia) waarin hij meer dan 1250 personificaties
verzamelde en beschreef
• later in dienst bij kardinaal antonio maria salviati
• een van de belangrijkste boeken voor kunstenaars ooit
geschreven
in de 17-18eE: soort ‘reisgids’ in een wereld van abstracte begrippen
Allegorische Komt overeen met de metafoor: overbrengen van een onderwerp naar
voorstelling een ander vlak dan waarin het oorspronkelijk thuishoort. Het is dus een
voorstelling waarin de afgebeelde elementen iets anders voorstellen dan
wat ze op het eerste gezicht lijken te zijn
➔ een voorstelling waarin een personificatie gebruikt wordt in
combinatie met een of meer andere personificaties of figuren die
al dan niet in een handeling betrokken zijn
schilderij: Abraham Janssen:
• scaldis (Schelde) als personificatie: oude man met lelies op het
hoofd
hoorn des overvloeds aanreiken aan dame: antferpia (stad antwerpen):
personificatie van forse vrouw met kroon op het hoofd
= onderhandelingen 12jarig bestand = allegorie van de hoop
wat worden allegorieen genoemd?
1. Personificatie die uitdrukkelijk handelend optreed
2. Combinatie van meerdere personificaties
3. Personificatie gecombineerd met aantal symbolen
Kan verrijkt worden met bijbelse, mythologische of historische figuren of
gebeurtenissen met een exemplarisch karakter
Alluderende allegorie
• Allegorische figuren in verband gebracht met eigentijdse
personen of toestanden op geëngageerde wijze
- Vb: pieter paul Rubens: ontschepping van Maria de Medici in
Marseille
Alluderend portret
5
, Iconografie J. Van der Stock 2018-2019
• Eigentijds personage voorgesteld met de attributen en kledij van
Bijbelse, mythologische of historische figuren
- Vb: barend van orley, margaretha van oostenrijk als H
magdalenen
1.3 de literaire bronnen van de kunstenaar
! een kunstwerk is geen afbeelding van een literaire tekst!
Bronnen van onderwerpen in 2 groepen verdelen:
1. de reële wereld
→landschappen, zeegezichten, portretten stillevens genrescenes
2. de literatuur
→voorziet ons van de onderwerpen voor verhalende voorstellingen in de kunstwerken waarin
een verhaal of geschiedenis als hoofdthema is afgebeeld
= historieschilderkunst → geschieduitbeelding
Ook te verdelen in drie hoofdgroepen
A. religieuze thema’s
B. gebeurtenissen uit de klassieke mythologie en geschiedenis
C. onderwerpen die op niet-klassieke profane literatuur teruggaan
➔ hier komen beeldenkunst en literatuur zeer dicht bij een
➔ kijken naar werken die door kunstenaars relatief vaak als inspiratiebron benut zijn
Iconclass: een werkbaar iconografisch classificatiesysteem
Systeemnummers die verwijzen naar themas en onderwerpen
In 10 hoofdrubrieken die onderverdeeld kunnen worden
Ook trefwoorden kunnne opgezocht worden waaronder alle relevante onderzerpen witten
7dln systematiek → 7dln iconografische bibliografie met verwijzingen naar boeken en artikelen
VOORAL BELANGRIJK: relatie literatuur → vinden van motieven en thema’s van groot belang
2. Religieuze (christelijke) kunst: bronnen en thema’s
Notities:
In christelijke traditie: genesis → Jezus (NT) → apocalyps = bijbel
OT: over 1000 jaar lang geschreven
➔ basis als referentiepunt, maar soms moeilijk te interpreteren
Bijbel
• oude testament: oude verbond tussen god en mens
• Nieuwe testament: verbond tussen jezus en mens
• Apocriefen: verschillen van oorsprong: nooit tot de kanon behoort, wel van belang voor de
iconografie
OT moet gelezen worden door de bril van het nieuwe testament = typologisch
➔ OT = voorspelling van NT en wordt daar dan voltooid = pre-figurier
Genesis en apocalyps als belangrijkste in de iconografie
2.1 de Bijbel en wat erna kwam
bijbel → de boeken van het Oude en Nieuwe testament (zijn er nog veel meer, katholieke en
protestantse boeken…)
2.1.1 het oude testament
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milo97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.