Inleiding
1. Wat is strafprocesrecht?
Strafprocesrecht/ strafvorderingsrecht/strafrechtspleging/formeel strafrecht:
Tak van het publiek recht met rechtsregels over :
- de vaststelling of er een misdrijf werd gepleegd
- door wie het werd gepleegd
- op welke manier men de schuldige de straffen of maatregelen kan opleggen
- de werking en bevoegdheden van de instellingen en organen die hiermee belast zijn
Het stafprocesrecht bestaat uit vier fasen:
- Het onderzoek: er zijn twee soorten van onderzoek. Ofwel een
opsporingsonderzoek (Procureur des Konings leidt dit), ofwel een gerechtelijk
onderzoek (onderzoeksrechter leidt dit)
- De vordering: wordt gedaan door de Raadkamer of Kamer van
Inbeschuldigingstelling (= onderzoeksgerechten)
- De berechting (= de vonnisfase): de politierechtbank, correctionele rechtbank en
Hof van Assisen. Zij gaan uitspraak doen ten gronde = uitspraak doen over de
vraag of iemand schuldig is of niet. Ze zullen een vonnis of een arrest vellen.
- De strafuitvoering: vonnis of arrest wordt hier effectief uitgevoerd.
Doelstelling van het strafprocesrecht is dubbel:
- Efficiëntie: we willen zo snel mogelijke en dader vatten en identificiëren, we willen
zo snel mogelijk bewijs regelen
- Waarborgen: men moet zoveel mogelijk vermijden dat onschuldige mensen
vervolgd of gestraft worden. Er moeten dus een aantal waarborgen ingebouwd
worden, om het individu te beschermen tegen onrechtvaardig ingrijpen door de
overheid.
2. accusatoire en inquisitoire rechtspleging
Kenmerken accusatoire rechtspleging :
- Mondeling
- Openbaar
- Tegensprekelijk
Kenmerken inquisitoire rechtspleging:
- Schriftelijk: we willen bewijs verzamelen op papier
- Geheim: we willen niet te veel inspraak
- Niet tegensprekelijk
,Ons strafprocesrecht is een gemengd systeem:
- In stadium van onderzoek: grotendeels inquisitoir
- Vanaf het stadium van de vordering en zeker in de berechting: grotendeels
accusatoir
- Belangrijke evolutie Wet Franchimont 12 maart 1998 door de regelingen in
verband met het verhoor en de tussenkomst van partijen en slachtoffer in het
onderzoek
3. Bronnen van strafprocesrecht
Welke wetgevende bronnen?
- EVRM
- GW
- Sv.
- Wet voorlopige Hechtenis
- Potpourri-wetten van 2016
o II: vooral over strafrecht en strafprocesrecht
o III: over internering
o IV: over gedetineerden
Hoofdstuk 1. Vorderingen die uit een misdrijf ontstaan
2 soorten vorderingen:
- De strafvordering: doordat er een misdrijf word gepleegd, kan het OM een
vordering instellen in naam van de maatschappij om de pleger van het
misdrijf te sanctioneren door middel van een straf of een maatregel (in het
geval van jongeren). Nuance: een slachtoffer kan ook de strafvordering op
gang brengen
- De burgerlijke vordering: als gevolg van een misdrijf ontstaat er vaak
schade bij slachtoffer: ook die kan een vordering instellen Niet ingesteld
door OM, maar door de benadeelde om zijn schade vergoed te zien of tot
teruggave van wat hem ontnomen is.
1. De strafvordering
1.1 De uitoefening van de strafvordering door het OM
A. Wie is het Openbaar Ministerie?
Lees art. 28 quater lid 2 Sv.
Het OM (= parket) maakt de zaak aanhangig bij een rechter
- Rechtbank van eerste aanleg : Pocureur en zijn substituten- specialisatie
- Arbeidsrechtbank: arbeidsauditoraat
- Hof van beroep: PG, advocaten-generaal en substituten PG
- Hof van Cassatie: PG, advocaten-generaal
- Federaal parket: federale procureur en 32 federale magistraten
OM oordeelt over vervolging op basis van het opportuniteitsbeginsel (= is het
wenselijk om verder te vervolgen Proc.K. kan zaak aanhangig maken voor
rechtbank of seponeren,… zoals hij het wilt). De meeste misdrijven worden niet
verder vervolgd. Deze worden op een andere manier afgehandeld.
,B. Kenmerken van het OM
- Hiërarchisch: leden van het parket staan onder gezag van het hoofd van
dat parket, de procureur of procureur-generaal
- Ondeelbaar: het is één systeem. Het kan best zijn dat uw zaak door
verschillende mensen van het parket behandeld wordt, maar die mensen
zijn altijd vertegenwoordiger van het parket.
- Onafhankelijk: Ze hebben van niemand instructies te ontvangen. Ook niet
van de onderzoeksrechter of de justitie.
1.2 De uitoefening van de strafvordering door de burgerlijke partij
Lees art. 63 – 70 Sv. klacht met burgerlijke partijstelling voor de OR: deze brengt
de strafvordering op gang
Belangrijke correctie op monopolie van OM
Let op met het verschil met
- Gewone klachten bij politie en OM: leid af uit art. 64 Sv.
- Door rechtstreekse dagvaarding door het slachtoffer bij Pol of Corr.: deze
brengt de strafvordering op gang zonder BP-stelling: Art. 145 Sv. en 182
Sv.
- Deze brengen de strafvordering niet automatisch op gang !
Tegen wie?
- Natuurlijke personen
- Rechtspersonen
- Terminologie: verdachte (in stadium van heel het onderzoek) – in
verdenking gestelde verdachte (in het gerechtelijk onderzoek) –
beschuldigde (éénmaal de zaak aanhangig werd gemaakt bij de rechtbank)
– beklaagde (idem) – veroordeelde (vb. veroordelen tot betaling van een
schadevergoeding) – dader/mededader/medeplichtige
1.3 Wijze van uitoefening van de strafvordering
Op drie manieren:
- Van ambtswege
- Aangifte
- Klacht
Om beslist steeds o.b.v. opportuniteitsbeginsel
- Of de strafvordering wordt ingesteld en er dus verder onderzoek volgt
- Of er voorlopig zonder gevolg geklasseerd wordt
- Of tussenoplossingen:
o Minnelijke schikking
o Bemiddeling in strafzaken
o Voorafgaande erkenning van schuld
, 1.3.1 VAN AMBTSWEGE
- Door eigen waarneming (eerder uitzonderlijk)
- Door processen-verbaal
- Voorbeelden:
o Verkeerscontrole door de politie
o Huiszoeking
1.3.2 AANGIFTE
- Door persoon die niet het slachtoffer is van een misdrijf
- Voorbeelden
o Vermoeden van inbraak bij de buren
o Iemand merkt dat jongeren bushokje verwoesten
Zie bijlagen!
1.3.3 KLACHT
Door slachtoffer
Het gebeuren melden aan politie met verwachting dat de verdachte vervolgd en
zo nodig gesanctioneerd wordt
Is niet automatisch een burgerlijke partijstelling (zie eerder en art. 63 en
volgende Sv.)
Voorbeelden:
- Aanval op de trein door medereiziger
- Vergiftiging kippenhok door de buurman
1.5 Verval van de strafvordering
1.5.1 O VERLIJDEN VAN DE VERDACHTE
- Art. 20 V.T. Sv. (VT= voorafgaande titel)
1.5.2 O PHEFFING VAN DE STRAFWET
- Art. 2, tweede lid Sw.
- Retro-activiteit van de mildere strafwet: als de strafwet wordt opgeheven
op het ogenblik dat er nog geen definitieve beslissing ten grond gevallen is
over het gepleegde misdrijf, vervalt de strafvordering
1.5.3 MINNELIJKE SCHIKKING EN BEMIDDELING IN STRAFZAKEN
- Art. 216 bis Sv.
- Art. 216 ter Sv.
- Zie later
1.5.4 O NMIDDELLIJKE INNING
- Bij verkeersovertredingen: wanneer je een geldsom onmiddellijk betaald
na een verkeersinbreuk, vervalt de strafvordering
- Art. 6 Wegverkeerswet
- Bedrag mag nooit hoger zijn dan door de wet bepaalde geldboete
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mayalibaneesje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.