100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
college aantekeningen Motorische en Perceptuele ontwikkeling, helemaal compleet! $8.55
Add to cart

Class notes

college aantekeningen Motorische en Perceptuele ontwikkeling, helemaal compleet!

1 review
 53 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle college aantekeningen staan overzichtelijk in dit bestand. Door alleen deze aantekeningen te leren heb ik een 9,0 behaald op het tentamen! Voorbeelden van onderzoeken die besproken zijn in de colleges staan uitgelegd. Meer heb je niet nodig voor het tentamen!

Preview 4 out of 38  pages

  • January 1, 2021
  • 38
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Marjolijnn gompel, bert steenbergen
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: jentheebbers • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting MPO
Perceptuele ontwikkeling:

Perceptie
 Door middel van perceptie krijgen we informatie over de wereld om ons heen
 Perceptie belangrijk aspect van de cognitie
 Meer dan de helft van de cortex houdt zich bezig met perceptuele
informatieverwerking. De informatie komt binnen via onze zintuigen. Zonder zintuigen
kan je niet waarnemen en dus niet leven.
Onze hersenen maken van informatie er iets van wat voor ons logisch is. Wat we
waarnemen, weten we niet of het daadwerkelijk zo is.

Ecologie; houdt zich bezig met de relaties tussen organismen en hun omgeving.
 Soortgenoten
 Levende natuur
 Andere soorten
 Niet-levende natuur.
 tussen deze zijn allemaal verschillende relaties tot elkaar.

Een betekenisvol geheel: je hersenen maken van een bepaald beeld een logisch geheel. Je
moet ook rekeningen houden in het dagelijks leven met diepte. Bijvoorbeeld je loopt op een
pad langs een hele steile afgrond dus moet je diepte kunnen inschatten en waarnemen.

Sensatie versus perceptie
 Keenan et al.
o Sensatie: het detecteren van een stimulus d.m.v. Het sensorische systeem, geen
betekenisgeven aan de waarneming.
o Perceptie: het geven van betekenis aan deze sensaties, je maakt van de
waarneming iets zinvols
 Mather:
o Sensatie: eenvoudige, bewuste ervaringen door prikkeling van de zintuigen
o Perceptie: complexe, betekenisvolle ervaringen met objecten en gebeurtenissen
 Harris:
o Perceptie houdt organisatie in perceptuele input in.
o Bij perceptie worden eerdere ervaringen gecombineerd met sensorische input.


Baby's: sensatie of perceptie?
James (1890): waarneming van pasgeborenen is ongeordend, chaotisch. Perceptuele
ontwikkeling is nodig om deze sensaties georganiseerd en betekenisvol te laten worden.
Anderen: baby's hebben een verfijnd vermogen betekenis te geven aan de wereld.

Zintuigen:
 Horen
 Zien
 Ruiken
 Proeven

,  Voelen
 Pijn waarneming
 Somatosensorische zintuigen
o Evenwicht
o Proprioceptie: weten waar je ledematen zich in de ruimte bevinden zonder daar
andere zintuigen voor te gebruiken

Modaliteit Fysische stimulus Receptor
type
Gehoor Luchtdrukgolven Mechanisch
Smaak Chemisch contact Chemisch
Noniceptie (pijn) Mechanisch of chemisch Noci
Reuk Chemisch contact Chemisch
Somatosensatie (tast, Mechanische druk Mechanisch
proprioceptie)
Vestibulair (evenwicht) Bewegingskracht Mechanisch
Visus (zien) Elektromagnetische Foto
straling

Receptorcellen
 Zetten energie uit de buitenwereld (geven informatie over de buitenwereld) om naar
elektrische zenuwimpulsen
 4 typen receptoren:
o Mechano
o Chemo
o Foto
o Noci
 Receptoren  zenuwbanen  cortex


Perceptie: constraints (voorwaardes). We maken iets logisch ervan uit kennis.

Uit onderzoek blijkt dat baby's langer kijken naar situaties die niet mogelijk zijn. Het lijkt er
dus op dat baby's al een bepaald beeld hebben (perceptie) i.p.v. alleen maar sensatie

Theoretische stromingen
 Constructivistische benadering
o Jean Piaget
o Perceptie en perceptuele organisatie
o Perceptie wordt geconstrueerd op basis van voorafgaande kennis
o Top-down proces: perceptie wordt volgens hem geconstrueerd door de kennis
die iemand heeft geleerd. Dit moet op een actieve manier. Verwachtingen helpen
ook met perceptie.

,  Nativistische of ecologische benadering
o Gibson & Gibson, directe perceptie
o Directe perceptie
o Betekenisvolle perceptuele structuren zijn in de omgeving/wereld reeds aanwezig
(ongeacht hoe ze waargenomen worden). Het is dus al aangeboren, het
ontwikkeld zich wel. Kinderen leren onderscheid te maken in dingen die op elkaar
lijken en door meer relaties te leggen: bijv hamer en spijker kan je samen
gebruiken.
o Perceptuele systemen zijn zo ontwikkeld dat zij de beschikbare informatie kunnen
oppikken uit de omgeving
o Bottom-up proces: data-gedreven. Je begint vanaf het begin met een bepaald
beeld en dat leidt tot perceptie.

Ontwikkeling perceptie: onderschatting perceptuele vermogens
 Traditioneel idee dat we ter wereld komen met zeer beperkte capaciteiten, die
geleidelijk ontwikkelen
 Generalisaties vanuit het motorische domein naar het perceptuele domein.
 Terug extrapolatie van de peuter/kleutertijd naar de babytijd.
o Extrapolatie; in de tijd werd er van uit gegaan dat het een continue lijn was. Blijkt
dat kinderen zich niet continue ontwikkelt, maar ook soms met sprongen.

Belang onderzoek perceptuele ontwikkeling
 Wetenschappelijk; nature vs nurture
 Praktisch: door kennis over de normale ontwikkeling, kunnen afwijkingen ontdekt
worden
o Perceptuele vermogens zijn belangrijk voor interactie met andere mensen
(sociale ontwikkeling)
o Perceptuele ontwikkeling is belangrijk voor de cognitieve ontwikkeling


Biologische basis van de perceptuele ontwikkeling
Zenuwstelsel: zenuwcellen geven informatie, impulsen door aan andere zenuwcellen aan de
hersenen. Receptoren: ontvangen informatie uit de buitenwereld en geven deze door aan
zenuwcellen.
Voor de geboorte nemen de verbindingen al toe tot ongeveer 6 maanden oud. Er worden
eigenlijk te veel verbinden gemaakt.
Dendritische arborisatie: verbindingen ontwikkelen
Synaptisch snoeien: is de verbindingen die niet worden gestimuleerd of onderhouden
worden zullen verdwijnen.

Zien, visus, is een belangrijk zintuig met veel aspecten. Er is veel onderzoek naar gedaan.
Stimulus van het zien is licht. Men is er nog steeds niet over eens of 'licht' bestaat uit
deeltjes of uit golven  erg ingewikkeld dus waarschijnlijk geen vraag over gesteld wordt op
het tentamen.
We vangen licht op met het oog. Belangrijkste onderdelen van het oog. Licht valt binnen via
het pupil en wordt gebroken op het

Oog

,  Buitenste laag: sclera (harde oogrok)
 Cornea (hoornvlies)
 Lichtgevoelige laag: retina (netvlies)
 Gebieden op de retina, macula (gele vlek), fovea (gebied voor scherpzien) en optische
disc (waar de zenuwvezels en bloedvaten passeren)
 Tussen sclera en retina; choroidea (vaatvlies)
 Blinde vlek, waar alleen zenuwen het oog weer verlaten
Staafjes; bevinden zich in het periferie, je ziet beweging en je kunt beter zien in het donker.
Kegeltjes: nemen kleur waar en je ziet scherp en zitten op het fovea.

Optisch systeem
 Optisch systeem bestaat uit: cornea, lens, iris
 De cornea heeft vaste optische eigenschappen: bepaalt ongeveer 2/3 van de optische
sterkte
 De lens bepaalt ongeveer 1/3 van de optische sterkte
 De lens kan dikker of dunner gemaakt worden door de ciliaire spieren via de zonulaire
vezels
 Iris bestuurt pupilgrootte aan.


Normaal oog: beeld valt precies op het netvlies, scherp beeld
Bijziend: beeld valt net voor het netvlies  min-glas
Verziendheid; beeld val achter het netvlies  plus-glas

Oog van baby
 Lengte van de oogas
o Baby +- 16 mm, 1 jaar +- 20-21 mm., volwassene +- 24mm.
 Minder goed ontwikkelde fovea:
o Kegeltjes 4 keer verder uit elkaar
o Kegeltjes korter en dikker
 Visuele cortex
o Nog niet goed ontwikkeld
o Visuele verwerking subcorticaal


Spatiële resolutie: gezichtsscherpte. Met behulp van snellen kaarten (kaarten met letters)
wordt deze spatiële resolutie gemeten. Streepjes-patronen: spatiële frequentie.

Spatiële resolutie baby's
 Pasgeborenen 20/400  baby's hebben bij de geboorte maar een visus van 5%
 Met 8 maanden bijna 20/20 (wat ik zie op 20 meter afstand, ziet de baby ook op 20
meter)
Slechtziend: 20/60, 33%
Normale visus: 20/20, 100%
Blind: 20/400, 5%

Onderzoeksmethoden
 Stimulus-specific behavior
o Reiken of kruipen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marithorselenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.55  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added