Onderzoeksvaardigheden
Professionele basishouding :
− Empathisch zijn
− Kritisch
− Echt zijn/ jezelf zijn
Handelingsgerichte diagnostiek :
→ Psychologische consulent voert alle fasen v/h psychodiagnostisch proces uit.
Bio Psycho Sociaal :
1. Analyse-of intakefase
2. Strategie-of reflectiefase
3. Onderzoeksfase
4. Terugkoppelingsfase
5. Besluit-of adviesfase
Onderzoekscompetenties :
1. Onderzoekendehouding : vertrekt uit attitudes
− Nieuwsgierig
− Open houding
− Perspectiefwissel : in de plaats kan stellen van je cliënt
− Kritisch
− Open voor andere meningen
2. Onderzoeksvaardigheden : dat je weet hoe je een onderzoek moet doen
− Kennis & vaardigheden
Hoofdstuk 1 : basisbegrippen
Onderzoek -> gebeurt dagdagelijks
Wetenschappelijk onderzoek :
− Vragen stellen over verschijnselen in de samenleving / maatschappij
− Vragen beantwoorden a.d.h.v. strikte regels en stappenplan
→ Belang van onderzoeksopzet en adequate (correcte) uitvoering -> betrouwbare en
geldige antwoorden
→ Slecht onderzoek levert onbetrouwbare & ongeldige resultaten op -> onbruikbaar
→ Kennis van onderzoeksvaardigheden
− Cyclisch proces
→ Elk antwoord kan nieuwe vragen oproepen
Vb. zijn vrouwen gelukkiger dan mannen ? Ja. Hoe komt dat ?
− Meerwaarde
→ Je kan er iets mee doen
→ Onderzoeksresultaten vaak de basis voor beslissingen
→ Onderzoek leidt tot kennisvermeerdering
Vb. COVID : maatregelen worden daarop aangepast, beter bestrijden
,Wetenschappelijk onderzoek : doelgericht proces waarbij men op een systematische wijze
op basis van een onderzoeksontwerp data verzamelt en analyseert, om op een betrouwbare
en geldige wijze onderzoeksvragen te beantwoorden die deel uitmaken van een
probleemstelling.
Soorten onderzoeken DOEL
1. Fundamenteel / theoriegericht onderzoek
− Doel : kennisvermeerdering
− Gericht op beschrijven, begrijpen, verklaren & voorspellen van verschijnselen
− Theoretische inzichten zijn belangrijk
− Geen direct maatschappelijk nut (kan wel)
2. Toegepast / praktijkgericht onderzoek
− Doel : verkrijgen van kennis om verschijnselen in de werkelijkheid te beïnvloeden en
te veranderen
− Vraag komt vanuit de praktijk ; organisatie, overheid,…
Vb. vraag vanuit een school : leerkrachten weten niet hoe ze moeten omgaan met
probleemgedrag bij de leerlingen
− Toepassing theoretische kennis (verkregen door fundamenteel/theoriegericht
onderzoek)
− Actieonderzoek
→ Beide onderzoeken moeten op een wetenschappelijke verantwoordelijke wijze worden
uitgevoerd
→ Wetenschappelijke OZ beschikken over voldoende theoretische inzichten om
vaststellingen te interpreteren
→ Logisch en transparant stappenplan volgen (onderzoeksproces)
→ Wetenschappelijke OZ houden zich aan strikte regels om de kwaliteit (betrouwbaarheid
& geldigheid) te waarborgen
Soorten onderzoeken GRONDVORM
1. Kwantitatief
− Onderzoek in de breedte
− Resultaten -> cijfermateriaal
− Groot aantal respondenten
Vb. schriftelijke enquête
2. Kwalitatief
− Onderzoek in de diepte
− Resultaten -> taal
− Klein aantal respondenten
Vb. diepte-interview
→ De grondvormen worden als complementair beschouwd (ze vullen elkaar aan),
het is mogelijk dat in één onderzoek allebei de grondvormen worden toegepast.
,Soorten onderzoeken TIJD
1. Cross-sectioneel onderzoek Longitudinaal onderzoek
1 tijdstip / 1 onderzoek Meerdere tijdstippen / herhalend onderzoek
Vb. hoe was de 1e les Vb. hoe was de 1e & laatste les
Is het een cross-sectioneel onderzoek dan kan je niet kiezen uit één van deze twee. Kies je
uit één van deze twee dan is het altijd longitudinaal
2. Trendonderzoek Panelonderzoek
Trend bekijken over de jaren heen Dezelfde personen opvolgen
Vb. elk jaar aan de 1e jaars vragen hoe hun Vb. elk jaar aan dezelfde persoon/personen
1e les was vragen hoe hun 1e schooldag was
3. Retrospectief onderzoek Prospectief onderzoek
Zaken vragen uit het verleden Zaken vragen uit de toekomst
Vb. je kijkt naar de zelfwaardering bij 100 Vb. je ondervraagt 100 jongeren over pesten. 10
volwassenen.je vraagt of ze in hun jaar later ondervraag je de intussen
kindertijd gepest werden. Je kijkt na of de volwassen groep opnieuw en kijk je naar hun
respondenten die gepest geweest zijn een zelfwaardering. De respondenten die
lagere zelfwaardering hebben dan de aangaven dat ze gepest werden hebben op dit
andere. moment een lagere zelfwaardering
Wetenschappelijke EISEN onderzoek
1. Empirisch
− Controleerbaar & toetsbaar (falsifieerbaar)
Vb. God bestaat vs. Mensen zijn geloviger dan vroeger
− Empirische cyclus
→ Inductie : gegevens, data’s omzetten in theorie
→ Deductie : theorie omzetten naar gegevens
− Cyclisch : inductie & deductie wisselen elkaar af
→ Probabilistisch : de kans is groot dat het klopt, maar is nooit 100% zeker.
2. Onafhankelijk & objectief
− Onafhankelijk v/d opdrachtgever
− Onafhankelijk v/d onderzoeker
→ Onderzoek niet in een bepaalde richting sturen, opletten voor suggestieve vragen.
Vb. sexting is iets heel normaal, er zijn veel mensen die het doen /
Onderzoeksvraag is : Doet u ook aan sexting ?
→ Geen persoonlijke voordelen / belangenvermenging
, 3. Betrouwbaarheid
− Exactheid : dezelfde of gelijkaardige
resultaten
− Resultaat is betrouwbaar als je steeds
hetzelfde resultaat uitkomt.
− Herhalend onderzoek : jij of andere
onderzoeker, bij of andere doelgroep
→ Eindstand : je zou telkens dezelfde resultaten moeten uitkomen
Is dit niet zo dan zit je met toevallige fouten
Vb. Vraag verkeerd begrepen / gesteld
Onderzoeker voert verkeerde data in
− Hoe meer toevallige fouten, hoe onbetrouwbaarder
− Hoe meer eenheden in onderzoek hoe betrouwbaarder -> hoe meer mensen mee
doen met het onderzoek hoe betrouwbaarder
− In alle fasen van een onderzoek kan betrouwbaarheid fout lopen
− Belangrijk in een kwantitatief onderzoek
− Is het onderzoek niet betrouwbaar dan kan het ook niet geldig zijn
4. Geldigheid of validiteit
− Meet het onderzoek wat het zou moeten meten
− Systematische fouten : je voert je onderzoek opnieuw uit en je maakt telkens
dezelfde fout door de antwoorden v/d respondenten in dezelfde richting te
sturen/duwen
− Herwerking onderzoeksontwerp nodig om fouten te vermijden
Ethische eisen
1. Recht op informatie
− Je moet op de hoogte gebracht worden
− Soms wordt je pas achteraf op de hoogte gebracht doordat de resultaten v/h
onderzoek verstoord kunnen geraken
2. Vrijwilligheid
− Je doet mee aan een onderzoek op vrijwillige basis, je mag altijd ‘nee’ zeggen.
→ Zeg je ‘nee’ dan mogen de gegevens & resultaten niet meer gebruikt worden
3. Anonimiteit & vertrouwelijkheid
− Gegevens moeten anoniem verwerkt worden
→ De naam wordt ergens anders bewaard dan de resultaten v/d persoon
‒ Informatie moet bij de onderzoeker blijven
‒ Worden er resultaten gerapporteerd dan mag je nergens uit kunnen afleiden over
wie het gaat
Praktische eisen
− Efficiënt & budgetvriendelijk
− Resultaten zijn bruikbaar, zeker bij praktijkgericht onderzoek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AmberC1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.