HISTORISCHE INZICHTEN: ZELFSTUDIE
DE KOMST VAN DE MASSADEMOCRATIE
HOOFDSTUK 8: DE STRIJD OM DE MACHT
8.1 WAT IS MACHT
Macht= het vermogen om andermans gedragingen en handelingen te veranderen of te bepalen.
Macht volgens Machiavelli: zag macht vooral als ‘kunst’ om andermans gevoelens en passies in
het eigen voordeel te manipuleren.
Kennis en rijkdom bepalen in sterke mate de machtsverhoudingen in onze samenleving. Macht is
afhankelijk van persoonlijkheid, bekwaamheid, behendigheid, mondigheid en sluwheid.
Jean-Luc Dehaene: macht is relatief en tijdelijk. Is sterk afhankelijk van de functie die men
bekleedt en de tijd waarin men leeft.
8.2 VAN HOGE AMBTENAREN TOT ONGESCHOOLDE ARBEIDERS
Begin hedendaagse tijd: sociale klassen namen toe + samenstelling ervan werd heterogener
- Burgerij: er bestond al een hogere ambtelijke, hogere financiële en hogere militaire burgerij.
Nu was er ook een hogere industriële burgerij. + lage burgerij (leraren en gewone
ambtenaren, journalisten en priesters).
- Middenklasse: intellectuele + economische middenklasse
- Adel: landadel, geldadel en ambachtelijke adel + hogere geestelijken
Beginnende industrialisering leidde tot intrede van ongeschoolde arbeiders.
8.3 CONSERVATIEVE EN PROGRESSIEVE GROEPEN
Strijd om macht heeft te maken met tegengestelde belangen, meningen of maatschappijopvattingen
(en 1 of meer personen die ze uitdragen). Wordt ook bepaald door wedijver, ijdelheid en persoonlijk
belang.
- Laterale machtsstrijd: doet zich binnen eenzelfde groep voor
- Verticale machtsstrijd: doet zich tussen verschillende groepen voor
Conservatief (terughouden) en Progressief (vooruitstrevend) want zij willen veranderingen in het
huidige systeem. Belangrijk: conservatieve en progressieve groepen gaan bijna altijd gepaard met de
machtsstrijd tussen jongere en oudere generaties.
8.4 DE VIJAND VAN MIJN VIJAND IS MIJN VRIEND
Ancien régime: meer coalities want meer spelers op het politieke terrein.
- Voorbeeld 1: Vorst en burgerij vs kerk en adel
1
,Door de samenwerking van vorst en burgerij verraadden ze hun oude bondgenoot: de adel en de
clerus.
Ze hadden bovendien andere belangen: burgerij wou vertegenwoordiger worden van centrale staat
(door parlementair stelsel en scheiding der machten), vorst wou zo weinig mogelijk hun absolute
macht weggeven.
- Voorbeeld 2: burgerij, adel en clerus vs vorst
Omdat de vorst zich voordien vijandig opstelde tegen clerus en adel en de burgerij zijn zin niet kreeg
sloten zij samen een coalitie, een monsterverbond (dit is wanneer men 1 gemeenschappelijke vijand
heeft).
8.5 DE REVOLUTIES: HET VOLK DOET MEE (18 D E EEUW)
Revolutie= onomkeerbare verandering
Politieke revolutie: gaat altijd gepaard met een varandering van de macht. Soms houdt dit een
regimewisseling in. Kan soms gewelddadig zijn, maar soms ook geweldloos.
Revoluties breken uit omdat de gehele bevolking ontevreden is. De nieuwe generatie is vaak de
initiator van revoluties. Revoluties zijn dan ook volksopstanden.
Verschil staatsgreep: gaat niet gepaard met volksopstanden. Het is een snelle omverwerping van de
bestaande macht. Het is een Petit comité die het volk niet betrekt want zij vinden hen te dom en
vrezen voor mislukking (door mensen die hen snitchen tegen de politie). Na een succesvolle
staatsgreep beweren zij in het belang van het volk te handelen.
2
, HOOFDSTUK 15: DE BELGISCHE PARLEMENTAIRE MONARCHIE
15.1 HET PARLEMENT OF DE WETGEVENDE MACHT
Indirecte democratie (getrapte democratie):
- Volk kiest wel een volksvertegenwoordiger, maar maakt niet zelf wetten
- Controleert niet zelf de bestuurders (ministers)
- Stelt bestuurders niet rechtstreeks aan
- Verkozen parlementairen ondernemen in naam van het volk
- Iedere volksvertegenwoordiger kan wetsvoorstellen indienen of veranderingen aan
voorstellingen aanbrengen. Zo krijgt iedereen toegang tot het debat.
- De mening van de meerderheid telt
- Je behaalt 50+1 stemmen
Wetgevende macht (parlement) is de hoogste macht, daaronder zijn de uitvoerende en rechterlijke
macht.
In de belgische democratie heeft het parlement veel invloed op de uitvoerende macht. De regering
kan pas aan het werk wanneer hij een meerderheid krijgt in het parlement. Parlement kan
minister(s)/volledige regering tot ontslag dwingen door een motie van wantrouwen. (kort door de bocht
but ok Eric)
Ministers zijn steeds verantwoording verschuldigd aan het parlement (=ministeriële
verantwoording).
Interpellatierecht: parlementsleden kunnen kritiek leveren op het beleid van de ministers/ de
volledige regering. Kunnen hen schriftelijk en mondeling ondervragen over hun daden, de ministers
zijn hierbij verplicht te antwoorden.
Parlementaire onverantwoordelijkheid (freedom of speech): een parlementslid kan nooit gerechtelijk
vervolgd worden of aan enig onderzoek onderworpen worden tijdens het uitoefenen van zijn ambt.
Parlementaire onschendbaarheid: de meerderheid in de Kamer of in de Senaat moet instemmen op
een aanhouding en hem voor de rechter brengen. De opheffing van de onschendbaarheid wordt
aangevraagd door de rechtbank wanneer het parlementslid verdacht wordt van het plegen van een
misdrijf.
15.2 DE UITVOERENDE MACHT
De uitvoerende macht kan enkel dingen uitvoeren die de grondwet of andere wetten hen heeft
toegewezen.
Uitvoeringsbesluiten= het parlement bepaalt in grote lijnen de wetten, de regering vult deze wetten
daarna aan met concrete regels.
Wettigheidsbeginsel= de uitvoerende macht moet altijd de inhoud van de wetten en de grondwet
respecteren.
2 soorten uitvoeringsbesluiten:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotvandierendonck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.41. You're not tied to anything after your purchase.