Dit is een samenvatting voor het vak ontwikkelingsleer. De samenvatting is uitgebreid en een perfecte voorbereiding op het tentamen. Bijgevoegd zijn tabellen en beeldmateriaal om het leren aangenamer te maken. Succes met je tentamen!
Part 1 – The foundation
Chapter 1 – The people and the field
Introductie in alle grote concepten en thema‟s van deze cursus. Basis terminologie, geeft je de
hulpmiddelen die je nodig hebt om het boek te gebruiken.
Wie zijn wij en wat bestuderen we
Developmentalists: onderzoekers en beoefenaars waarvan de professionele interesse in het
bestuderen van de menselijke levensduur ligt.
Levensduur ontwikkeling: het onderzoeksveld van de gehele menselijke levensduur.
Kinderontwikkeling: het wetenschappelijk onderzoek van de ontwikkeling van geboorte tot
adolescentie.
Gerontologie: het wetenschappelijk onderzoek van het ouder worden en oudere volwassenen.
Ouderontwikkeling: wetenschappelijk onderzoek naar het volwassen deel van het leven.
- Levensloop ontwikkeling is multidisciplinair: voor het onderzoek zijn verschillende
vakgebieden nodig als biologische psychologie, antropologie etc.
- Levensloop ontwikkeling ontdekt de voorspelbare mijlpalen tijdens ons menselijk
avontuur: emoties bij de dood, puberteit, menopauze.
- Levensloop ontwikkeling focust op de individuele verschillen in het menselijk leven:
vb. hoeveel verandert persoonlijkheid tijdens ons leven? Developmentalisten willen
weten waarom.
- Levensloop ontwikkeling ontdekt de impact van overgangen en praktijken in het
leven: het heeft te maken met normatieve overgangen: voorspelbare veranderingen
die voorkomen tijdens de ontwikkeling, als pensionering, ouders worden. En het heeft
te maken met niet-normatieve overgangen: onvoorspelbare/atypische veranderingen
die voorkomen tijdens ontwikkeling, scheiden, het dood gaan van een kind.
Context van ontwikkeling; fundamentele „markers‟, inclusief: cohort, socioeconomische
status, cultuur en geslacht, die vormen hoe wij ons ontwikkelen tijdens de levensloop.
Het instellen van de context
Cohort: geboortegroep, de leeftijdsgroep waarmee we door het leven reizen.
Als je in een andere tijd geboren wordt ken je andere gewoontes.
Babyboom cohort: de grote leeftijdsgroep geboren tussen 1946 en 1964.
Veranderende opvattingen van de kindertijd
Tijdens de geschiedenis was er vaak geen kindertijd als levensstadium, kinderen moesten al
erg vroeg werken.
In de 17e en 18e eeuw kwamen John Locke en Jean Jacques Rousseau zij hadden een andere
kijk op de kindertijd. Locke: mensen zijne en tabula rasa, ze beginnen met een schone lei
waar alles op geschreven kan worden, afhankelijk van hoe de kinderen behandeld worden.
Rousseau: baby‟s komen onschuldig op de wereld en moeten veel liefde krijgen.
De vriendelijkere kijk op de kindertijd kwam door universele educatie.
Hall kwam met de identificatie van de „storm en stress‟ tijd tussen de kindertijd en
volwassenheid, deze noemde hij adolescentie/kindertijd.
, Developmentalisten hebben een nieuw stadia geïdentificeerd de jongvolwassenheid/
emerging adulthood: de fase van het leven die begint na de middelbare school, taps toeloopt
naar de late twintiger, en is toegewijd aan het ontwikkelen van een volwassen leven. Duurt
van 18 tot de late twintiger jaren, het ontdekken van jouw plaats in de wereld.
Veranderende opvattingen van het latere leven
Gemiddelde levensverwachting; de 50/50 kans van een persoon bij de geboorte op het leven
tot een bepaalde leeftijd.
De twintigste eeuw levensverwachting revolutie: de dramatische toename in gemiddelde
levensverwachting, die voorkwam tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw in de
ontwikkelde wereld. Volksgezondheid nam toe en er was medische vooruitgang (antibiotica)
waardoor minder mensen overleden van bijvoorbeeld infecties.
De laatste 50 jaar is er geen grote toename in levensverwachting meer doordat er nu een
andere categorie van ziekten is, chronische ziekte, zoals hartziekten, kanker en beroertes,
maar deze ziekten hangen vast aan het toenemen van de leeftijd zelf.
Maximum levensloop: het biologische limiet van het menselijk leven (rond 105 jaar). Meeste
kans om dat te behalen als je in een goed deel van de wereld woont en vrouw bent.
Developmentalisten m aken een onderscheid tussen twee groepen oude mensen:
Jong-oud: mensen in de zestig en zeventig. Oud-oud; mensen van 80 jaar en ouder > meer
kans op fysieke en mentale handicappen.
Veranderende opvattingen van het volwassen leven
1900/1935: levensverwachting neemt toe > dood gaat van infecties naar chronische ziekten.
1970/2030: levensstijl revolutie > vrouwen beweging / toename van scheiding en
alleenstaande ouderschap / meer vrijheid in levensstijl.
De grote recessie van 2008
De grote recessie van 2008: dramatisch verlies van banen ( en uitgaven van consumenten),
begon door het barsten van de V.S. huizenmarkt eind 2007.
Inkomensongelijkheid; het gat tussen de rijken en armen in een land. Specifiek, als
inkomensongelijkheid groot is, heeft een land een paar welvarende bewoners en een hoop
achtergestelde inwoners.
Economie is mede bepalend hoe we denken, ontwikkelen en ons gedragen.
- De impact van socioeconomische status
Socioeconomische status (SES): verwijst naar status op educatie en inkomensniveau.
Het leven in armoede maakt mensen vatbaar voor een hoop problemen – minder gezond,
slechtere scholing, eerder doodgaan.
Ontwikkelde-wereld: de meest welvarende landen in de wereld. Levensverwachting is hoog,
technologie is hoog ontwikkeld. mensen hebben goede scholing en gezondheid en maken
gebruik van de nieuwste ontwikkelingen.
Ontwikkelings-wereld: de meer verarmde landen in de wereld. Er is sprake van armoede en
extreme inkomensongelijkheden. Kortere, moeilijkere levens.
- De impact van cultuur en etniciteit
Collectivistische culturen; samenlevingen die sociale harmony, gehoorzaamheid, en sterke
familie verbondenheid belangrijker vinden dan individuele prestatie. (Azië, Afrika, Zuid-
Amerika)
Individualistische culturen; samenlevingen die belang hechten aan onafhankelijkheid,
competitie en persoonlijk succes. (Westen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UVTpsystudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.