Praktische pedagogiek: het vertalen van wetenschap naar praktijk (6473PRPED)
Class notes
College aantekeningen Praktische Pedagogiek: het vertalen van wetenschap naar praktijk
82 views 6 purchases
Course
Praktische pedagogiek: het vertalen van wetenschap naar praktijk (6473PRPED)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Alle college aantekeningen van het vak Praktische Pedagogiek: Het vertalen van wetenschap naar praktijk ().
Met enkel deze samenvatting heb ik een 8.1 voor het tentamen gehaald!
Praktische pedagogiek: het vertalen van wetenschap naar praktijk (6473PRPED)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Charlottevtn
Reviews received
Content preview
Samenvatting Aantekeningen Praktische Pedagogiek
College 1 – Het vertalen van wetenschap naar praktijk
Literatuur:
- Sameroff, McDonough & Rosenblum (2004) Treating parent-infant relationship problems:
strategies for interventions - Hst 1 → gaat over, wat is nou de beste manier om in te springen
bij problemen, en wat zijn factoren waar je rekening mee moet houden?
- Artikel Stern (1998)
Opvoedingsonzekerheid en opvoedingsondersteuning
We zien dat ouders nog steeds veel vragen hebben en op zoek zijn naar antwoorden tijdens de
opvoeding. Dit komt voort uit onzekerheid: ze willen het goed doen, maar weten soms niet hoe. Dit
kan komen door verschillende factoren:
- Mensen kiezen steeds bewuster voor het nemen van kinderen en het opvoeden. Ze weten
meer wat ze willen, en wanneer ze dat willen, en door die bewuste keuze zijn ze ook beter
bezig met ‘hoe ga ik opvoeden’. Ze denken er meer over na, waardoor ze vragen krijgen.
- Wat je ook ziet: vroeger waren het meer grote gezinnen, waarvan opa en oma ook vaak thuis
woonde. Zo kreeg je automatische praktische ervaring mee wat betreft opvoeding. Nu mis je
die ervaring, en moet je het als kersverse ouders zelf doen
- Ook zie je veel nieuwe situaties: twee mannen of twee vrouwen die kinderen krijgen,
adoptie, etc. Allerlei nieuwe situaties die mogelijk zijn, die onzekerheid met zich mee brengt.
Ze willen het niet fout doen, het is anders: hoe ga ik ermee om?
- Proto-professionalisering: je hebt overal informatie, allerlei boeken, televisie etc. Je wordt
overspoeld met informatie, en als je vragen intoetst in google krijg je 1000 adviezen. Hoe kies
je nou de beste optie? De overvloed aan informatie maakt ons soms juist aanwezig. Iedereen
denkt te weten hoe het moet, maar wie heeft gelijk?
- Gemêleerde samenleving: er zijn meer verschillen binnen de samenleving, veel mensen doen
het op andere manieren, waardoor het moeilijker is te kijken: wat past bij mij?
- Teveel bemoeienis van opvoedingsdeskundigen? → meningen van professionals, die denken
dat ze het weten, kan ook vermoeiend zijn. Sommige ouders zouden het liever op hun
intuïtie willen doen, i.p.v. alle adviezen. Door alle regels kunnen ze denken dat ze het niet
goed doen. Dus probeer niet degene te zijn die iets voorleest aan ouders, maar probeer
mening van ouders mee te nemen
Boek: treating parent-infant relationship problems
Transactioneel model (Sameroff & Chandler, 1975) → houdt in dat
er een continue interactie / onafhankelijkheid is over tijd, tussen
ouders en kind. Dus er is een interactie / invloed op elkaar,
waardoor het kind en de ouder zich op een bepaalde manier
ontwikkeld. Je ziet bijvoorbeeld, dat meerdere kinderen met
dezelfde complicaties, op een hele andere manier kunnen
ontwikkelen binnen verschillende gezinnen. Het is dus vaak niet
enkel het probleem van het kind, maar vaak een probleem van de
interactie / omgeving. De omgeving zorgt dus voor een ontwikkeling,
en dat kan positief of negatief zijn. Dus bijvoorbeeld: kind heeft
complicatie bij de geboorte, ouder wordt onzeker en angstig
waardoor ze minder gepast gedrag naar kind laat zien. Daardoor eet
en slaapt kind weer raar. Ouder reageert hierop, vind de interactie niet meer leuk en trekt zich terug.
Zo kan kind weer sociaal onhandig worden etc. Zo reageert alles op elkaar. Dit terwijl vaak gedacht
wordt: er zijn complicaties bij het kind, dus dat zorgt voor de problemen.
,Ze hebben het in het boek dan ook over de ‘real patient’ → real patient is niet het kind of de ouder,
maar het is de ouder-kind relatie. De ontwikkeling van het kind is het product van interactie tussen
kind en externe sociale ervaringen. Dat is ook van belang om te beseffen als je opvoedt advies wil
geven, of een probleem wilt oplossen, je moet kijken: waar kan ik inspringen in de relatie, om het
proces zo te veranderen dat het positief wordt. Vroeger was er bij problemen zoals excessief huilen
en slaap- en eetproblemen vooral alleen behandeling in de medische context. Tegenwoordig is het
idee meer dat ouder en kind een systeem vormen, en is de behandeling van een baby of jong kind
dan ook gericht op de ouder-kind relatie.
Je wilt zoeken: welke ingang kan ik vinden, en welke ingang werkt
het beste bij deze specifieke ouder-kind relatie om het probleem
op te lossen. Ze hebben het hierbij over ports of entry: RRR → de
drie R’en: Remediate, Redefine en Reeducate. Als je naar
remediate kijkt, ligt de focus wel op het kind: hoe kan het gedrag
van het kind veranderd worden ten opzichte van de ouder? Met
het idee, dat de ouder hier vervolgens weer positief op reageert,
waardoor het kind weer positief reageert etc. Bij redefine gaat
het meer om de ideeën van de ouder over het kind. Hoe interpreteert de ouder het gedrag, en door
de interpretatie te veranderen, kan het gedrag van de ouder naar het kind toe ook worden
veranderd. Bij reeducate ligt de focus op het gedrag van de ouder, dus echt opvoedingskennis en
opvoedingsstrategieën veranderen en aanbrengen. Die veranderen het gedrag van de ouder naar het
kind toe, waardoor het kind weer positief reageert.
Bij remediation (behandeling) gaat het vaak om gedrag van het kind wat een probleem is voor de
ouder. Het doel van de ‘interventie’ is dan ook: ‘fit the child to pre-existing caregiving competencies
that are already adequate if the child behaves as expected’. De ouder heeft al bepaalde goede basis
opvoedstrategieën, maar die worden voorkomen door gedrag van het kind. Als je symptomen kind
aanpakt, kan de ouder verder gaan met de basis vaardigheden die de ouder al bezit. Voorbeeld:
Ritalin geven bij ADHD of therapie geven bij faalangst. Dus als we gedrag van het kind aanpassen, zie
je dat de ouder positiever reageert op kind, waardoor kind weer positiever reageert. Het gaat dus
nog steeds om het model, maar het startpunt is hier het kind. Het kind hoeft niet altijd een echte
‘stoornis’ te hebben, hangt af per situatie. Maar je focust je vooral op het kind als je ziet dat de ouder
al bepaalde basisvaardigheden heeft. Als die ontbreken, ga je eerst op de ouder.
Je hebt soms dat kinderen iets hebben wat niet veranderd kan worden, of dat het kind gedrag
vertoont wat niet persé een probleem is. Dan ligt het meer bij de ouder: hoe interpreteert de ouder
het gedrag van het kind. Dat kan dus zowel zijn dat het kind een complicatie heeft, maar dat dat niet
het probleem is maar de interpretatie van de ouder, maar ook dat het kind helemaal geen probleem
heeft maar dat ouders gewoon andere verwachtingen hadden. Bij redefinition gaat het dus echt om
de ervaring van de ouder over het gedrag van het kind. Als ‘existing family representations do not fit
with the child’s behavior’. Het doel is hier dus: focus op representative. Je moet overtuigingen en
verwachtingen van de ouders veranderen. Een voorbeeld hiervan is een hoog sensitief kind. Soms
komen verwachtingen naar hun eigen kinderen ook voort uit hun eigen jeugd. Het kan dus
voortkomen uit verschillende bronnen, maar het gevolg is hetzelfde: verkeerde interpretaties van
ouders.
De laatste is re-educatie (heropvoeden): dit focust op gedrag van de ouder. Dit is vaak het geval bij
risico ouders, dus bijvoorbeeld tienerzwangerschap, of alcoholisme. Je zet het in als ouders bepaalde
vaardigheden of kennis missen. Dus ze hebben niet persé verkeerde ideeën, maar het gedrag is
verkeerd. Interventies richten zich zowel op de familie als op de individuele ouder, maar de nadruk
ligt op informatieverschaffing met betrekking tot de specifieke opvoedvaardigheden. Het doel is hier:
‘immediate and momentary exchanges between the parent and the child that are associated with
, optimal development’. Voorbeelden zijn Jo Frost (supernanny): gaat naar het gezin toe, wat gaat hier
mis? En helpt dan door kennis te geven. Een ander voorbeeld is de VIPP, waar ouders kunnen
terugkijken wat ze ‘verkeerd’ doen.
Je doorloopt dus niet altijd alle stappen, maar je kijkt wat er nodig is. Maar soms ook wel: je kijkt
vaak eerst, wat is er bij het kind? Als er iets mis is, begin je vaak bij het kind. Als dat niet het geval is,
of gedrag is al verandert ga je naar de ouders toe. Dan kijk je eerst naar of het ligt aan de
interpretatie of aan de kennis echt. Maar het is ook altijd een kosten-baten analyse. Je kijkt: welke
poort is het beste om aan te helpen om ouder-kind interactie beter te maken. En ongeacht welke
port of entry je kiest, het heeft allemaal invloed op elkaar: er is continue interactie en afhankelijkheid
tussen ouder en kind.
Transactional diagnosis: ports of entry →
Door gesprek moet je als professional erachter komen waar het
probleem zit en waar je moet ingrijpen.
Voor alle ports of entry geldt: het is ingebed in een systeem,
bestaande uit ouder, kind, interactie tussen kind en ouder en
sets gerepresenteerde relaties. Er is een dynamische onderlinge
afhankelijkheid. Bij interventie door middel van welke port of
entry je ook kiest, je beïnvloedt het hele systeem → er is een spill-over effect.
Motherhood Constellation (Stern, 1995)
Naast te letten op het systeem, is het ook goed om te beseffen als je advies wilt geven: wie heb je
voor je. Want wat er gebeurd is, een moeder is niet dezelfde vrouw die ze was voor het
moederschap. Moeders volgen namelijk andere psychologische paden als ze eenmaal een kind
hebben. Dit gebeurt al tijdens de zwangerschap, maar met name na de geboorte is er een mentale
reorganisatie waardoor er een focus komt op het kind. Over het algemeen krijgen moeders:
- minder interesse in andere → maar wel meer interesse in andere vrouwen, zoals je eigen
moeder
- minder interesse in competitie, dominantie en juist meer interesse in verzorgen
- preoccupatie met liefde voor het kind → roze wolk: totale verliefdheid voor je kind
- ontwikkeling andere sensorische voorkeuren / gevoeligheden
Naast de verandering in interesses en psychologische paden, zie je ook dat er nieuwe angsten
ontwikkelen. Het eerste doel is het beschermen van je kind, zorgen dat je kind overleefd. Nieuwe
moeders hebben ook andere vrouwen met ervaring om hen heen nodig. Ze hebben ervaring nodig
die je kunnen helpen, die begrip voor je hebben. Je wilt niet mensen die kritiek hebben: ze willen een
positive of good-holding environment → omringd worden door personen die je helpen. Als
professional moet je hier rekening mee houden: moeders die net een kind hebben, zijn andere
personen dan daarvoor. Je hebt nieuwe cliënten met andere angsten, wensen en gedragingen. Je
moet rekening houden met een uitgeputte moeder en een ‘kom-niet-aan-mijn-kind’- houding.
Belangrijk is hierbij dat je gelijkwaardige inbreng hebt, lever ook geen kritiek, toon begrip en laat zien
wat er wel goed gaat. Een pedagogisch adviseur is algemeen deskundig, maar ouders zijn
ervaringsdeskundig op gebied van eigen kind en eigen opvoedingssituatie. Neem dus hun mening
ook mee.
Daarbij is de wet van Maier (1963) van belang: E = K x A → Het effect van een advies is het product
van de kwaliteit van het advies en de acceptatie van het advies door de cliënt. Dus je kan wel
inhoudelijk perfect advies geven, zolang er geen acceptatie is heeft het advies geen zin.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Charlottevtn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.