Vorderingsrechten: recht op een prestatie van een ander rechtssubject. Iets doen, iets niet doen
of iets geven. (Kunnen zelfgecreëerd worden)
Intellectuele rechten: geven de titularis een tijdelijk en exclusief exploitatierecht op een originele
creatie van de menselijke geest (auteursrecht, octrooi, merken…)
Zakelijke rechten: geven een rechtssubject een rechtstreeks zeggenschap over een bepaald goed.
- Verhouding mens en goed
- Met variabele draagwijdte in functie van de aard van het zakelijk recht
- Enkel de wetgever kan zakelijke rechten creëren (art. 3.3 lid 1 BW)
Zakelijke hoofdrechten
- Meest volkomen zakelijk recht: eigendomsrecht
o Mede-eigendom = variant van eigendomsrecht
o Beschermd door de grondwet en internationale verdragen
- Zakelijke gebruiksrechten: hebben minder omvangrijk zeggenschap over een goed:
erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, opstalrecht en erfpacht (art. 3.3 lid 3 BW)
Zakelijke zekerheden
= Bijkomende zakelijke rechten: waarborg van een schuldvordering die een schuldeiser heeft t.a.v.
de schuldenaar. Deze schuldeiser gaat bij voorrang betaald worden t.a.v. andere schuldeisers.
Deze zakelijke zekerheidsrechten hebben derhalve betrekking op het de geldwaarde van het goed,
via het goed zelf.
➔ Accessorium (bijzaak) van een schuldvordering (art. 3.3 lid 4 BW):
- Bijzondere voorrechten
- Het pand
- Hypotheek
- Retentierecht
MODERNISERING VAN HET GOEDERENRECHT
Vandaag de dag wordt het goederenrecht beheerst door het burgerlijk wetboek van 1804.
➔ Probleem: in 1804 was het agrarische samenleving, hierdoor zijn er nog verschillende wetten
die vandaag weinig belang hebben of achterhaald zijn.
➔ Oplossing: vanaf 1 sept 2021 treedt boek 3 van het nieuw BW in werking (wet 4/02/2020)
,BELANG ZAKENRECHT
Goede juridische regeling van de toekenning van zakelijke rechten ➔ °welvaart
HOE? Via een publiciteitssysteem want zo weet men snel en met zekerheid wie welk vermogen
heeft. Dit is nuttig voor de medecontractant en de overheid.
Overheid = wij allemaal aangezien iedereen betaalt voor de nutsvoorzieningen die de overheid
voorziet voor ons (via belastingen).
BELANG? Het onroerend goed is verbonden met het economische systeem want het bepaalt je
solvabiliteit in commerciële transacties (vb. als onderpand voor krediet dienen)
Indien dit niet zou vaststaan & er gebeurt een ramp waardoor alles verwoest wordt, kan men als
eigenaar niet bewijzen dat dit jouw grond was. Gevolg is dat anderen jouw grond kunnen innemen
(vb. tsunami in Azië)
➔ Je kan niet tot welvaart komen als er geen duidelijke regels zijn rond eigendom en goed.
OPM! Definities zijn van dwingend recht + moeten gegeven worden op het examen.
- Zaak = al wat bestaat, met uitzondering van de mens
- Goederen = alle voorwerpen die vatbaar zijn voor de toe-eigening met inbegrip van de
vermogensrechten (art. 3.41 BW)
- Voorwerp = wat geen persoon en geen dier is, ongeacht of het voorwerp natuurlijk of
kunstmatig, lichamelijk of onlichamelijk is (art. 3.38 BW)
o Lichamelijke voorwerpen = voorwerpen die zintuiglijk kunnen waargenomen
worden en worden gemeten middels een momentopname
o Onlichamelijke voorwerpen = vb. schuldvordering (art. 3.40 BW)
- Dieren = hebben een gevoelsvermogen en biologische noden (>< voorwerp) (art. 3.39)
- Vruchten = datgene wat een goed periodiek voortbrengt zonder dat dit de substantie van
het goed wijzigt, ongeacht of dit uit zichzelf gebeurt of als gevolg van de valorisatie ervan
(vb. ei van een kip, huurgeld, nieuwgeboren dieren) (art. 3.42, lid 1 BW)
- Opbrengsten = datgene wat een goed opbrengt waardoor de waarde van het goed
onmiddellijk of geleidelijk wordt verminderd (art. 3.42, lid 2 BW)
- Vermogen = juridische algemeenheid die het geheel van de bestaande en toekomstige
goederen (baten) en verbintenissen (lasten) omvat. (Art. 3.35 BW)
o Dit evolueert continu + belangrijk in het erfrecht (zowel actieve als passieve kant
wordt geërfd) en verbintenissenrecht.
o Rechtssubject dat een verbintenis aangaat staat in met heel zijn vermogen (art.
3.36, lid 1 BW)
,➔ Modern recht: principe van eenheid van het vermogen
- Uitzondering: kwaliteitsrekening = afgescheiden vermogens van de rekeninghouders
(advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen) die geld van hun ‘klanten’ bijhouden.
Stel dat de advocaat zelf schulden heeft, kunnen zijn schuldeisers zich niet beroepen op
deze kwaliteitsrekening want dit behoort niet tot het vermogen van de advocaat! (=
derdenrekening)
Stel: je kan een erfenis erven, maar je bent niet zeker of de actieve zijde groter is dan de passieve
zijde. Dan kan je de erfenis aanvaarden onder boedelbeschrijving bij de notaris. Hierdoor wordt
het vermogen van de erfgenaam en dat van de overledene gescheiden, waardoor alle schulden
van de overledene met het vermogen van de overledene wordt betaald. Als er dan nog vermogen
over is, gaat het naar de erfgenaam.
HOOFDSTUK 1: INDELING VAN DE GOEDEREN
Waarom indelen? Goederen in functie van de categorie waartoe ze behoren, hebben een eigen
rechtsstatuut.
AFD. 1: GOEDEREN VOLGENS DE GRAAD VAN DE TOE-EIGENINGSMOGELIJKHEID
Belang indeling = doorslaggevend voor de vraag of een goed wel het voorwerp kan uitmaken van
zakelijke rechten
Goederen in en buiten de handel
1) Goederen in de handel = kunnen het voorwerp zijn van vermogensrechten dus van private
toe-eigening & verhandeling tussen de burgers. Ze maken deel uit van het rechtsverkeer
2) Goederen buiten de handel = komen in feite wel in aanmerking voor private toe-eigening,
maar niet in rechte want er is een wettelijk beletsel. (Je kan ze niet rechtmatig toe-eigenen,
vb. drugs) (art. 3.26 BW)
a. Niet vatbaar voor overeenkomst
b. Niet vatbaar voor verkrijgende verjaring
Gemene voorwerpen (res communes)
= voorwerpen die aan niemand toebehoren en gebruikt worden in het algemeen belang, met
inbegrip van het belang voor toekomstige generaties (art. 3.43 lid 1 BW)
➔ Niet vatbaar voor toe-eigening voor hun totaliteit, maar wel voor een deel (feitelijke beperking)
➔ Lucht, zee, licht…: je kan een emmer zeewater toe-eigenen, maar nooit de volledige zee
Geregeld door bijzondere wetten
Goederen zonder eigenaar (res nullius):
- Ofwel hebben ze nooit een eigenaar gehad, maar zijn ze wel vatbaar voor toe-eigening
(vb. wild, vissen…)
- Ofwel heeft de eigenaar er afstand van gedaan (res derelictae)
, ➔ Verschillende regeling voor onroerende en roerende goederen: wanneer je een vermogen
hebt met roerende goederen die behoren tot een nalatenschap zonder erfgenamen, dan erft de
staat. (Art. 768 Oud BW)
➔ Onroerende goederen die geen eigenaar hebben, behoren toe aan de staat. Maar de staat kan
wel een aansprakelijkheidsvordering instellen tegen de vorige eigenaar (vb. afval op straat lozen)
(art. 3.43, lid 2 en 3.66 BW)
➔ Roerende goederen zonder eigenaar zijn vatbaar voor privé toe-eigening, maar moet de
verplichtingen naleven. (Art. 3.59 §2 BW)
Gevonden goederen
Verloren goederen kunnen niet als res nullius beschouwd worden: ze hebben wel een eigenaar,
maar deze eigenaar is voorlopig onbekend. (Art. 3.58-59 BW)
WEL: schatten = goederen die verborgen werden en een eigenaar hebben gehad, maar deze kan
zijn eigendomsrecht niet meer aantonen.
AFD. 2: GOEDEREN VOLGENS HUN GEBRUIK
Vervangbare en niet-vervangbare goederen
Vervangbare = onderling verwisselbare goederen (art. 3.44 lid 1 BW)
- Criterium: de wil van de partijen zelf
- NIET: een intrinsiek kenmerk van de goederen
- Vb.: ik wil een kop koffie wisselen met een tas thee met persoon X
Belang onderscheid vervangbaar/ niet-vervangbaar
- Een schuldenaar bevrijdt zich evengoed van zijn schuld door een vervangbare zaak te
leveren indien het voorwerp van de schuldvordering een vervangbaar goed is.
- Schuldvergelijking: enkel voor geld en vervangbare zaken van dezelfde soort komen in
aanmerking voor schuldvergelijking (art. 1291 oud BW)
Verbruikbare >< niet-verbruikbare goederen
- Verbruikbare goederen kan met niet gebruiken zonder erover te beschikken → ze gaan
dus verloren (feitelijk of juridisch) bij het eerste gebruik dat men ervan maakt (vb. eten,
geld)
- Niet-verbruikbare goederen = vb. huis, boek
Belang onderscheid
Vruchtgebruik: vruchtgebruiker heeft enkel recht op het gebruik en genot v/e goed, maar mag
hier niet over beschikken. Indien het vruchtgebruik betrekking heeft op verbruikbare goederen,
heeft de vruchtgebruiker dus het recht deze te gebruiken (= verbruiken) (art. 3. 148, 3° BW) =>
oneigenlijk vruchtgebruik
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechten3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.84. You're not tied to anything after your purchase.