Ktr. Rotterdam 26 oktober 2006, NJF 2007/13
Artikel 93 Rv: bevoegdheid kantonrechter
Samenvatting: kantonrechter acht zichzelf niet bevoegd om de zaak te behandelen. Het gaat
over uitkering aan een werknemer via artikel 7:954 BW. Dat er een relatie met een
arbeidsovereenkomst is, maakt nog niet dat de voorliggende kwestie kan worden beschouwd
als betrekkelijk tot een arbeidsovereenkomst. Het gaat om een vordering uit een
verzekeringsovereenkomst.
Ktr. Utrecht 12 september 2007, JAR 2007/260
Artikel 93 Rv: bevoegdheid kantonrechter
Kantonrechter acht zich hier wel bevoegd om de zaak te behandelen, omdat het gaat om een
vordering vanwege een bedrijfsongeval. Het gaat derhalve om een vordering uit een
arbeidsovereenkomst en daarmee is de kantonrechter bevoegd. Dit is niet anders nu het gaat
om een vordering uit artikel 7:954 BW.
Raad van Toezicht Verzekeringen 2002/011 Br
Samenvatting: de Raad neemt tot uitgangspunt dat een verzekeraar die aldus de sanctie van
geheel verval van het recht op uitkering wil inroepen, gehouden is te onderzoeken of de
bijzondere omstandigheden van het concrete geval nopen tot het toepassen van een minder
vergaande sanctie. Bijvoorbeeld als het frauduleus handelen slechts betrekking heeft op een
van de verschillende schadevorderingen.
HR 30 mei 1980, NJ 1981/380 (Guliker/AGO I)
In deze zaak was per abuis in de polis opgenomen dat zowel tegen storm- als tegen
brandschade dekking was verleend. De vraag was of de verzekeraar door middel van getuigen
kon bewijzen dat alleen dekking tegen stormschade was overeengekomen. Art. 258K (onder
meer bepalende dat bewijs van geschrifte is vereist om van het sluiten van een
verzekeringsovereenkomst te doen blijken) brengt voor de verzekeraar geen beperking mee in
de mogelijkheden van bewijs tegen de inhoud van de polis. Uit het geheel van de
voorschriften blijkt dat het artikel slechts is geschreven voor door verzekerde tegen de
verzekeraar te leveren bewijs. Het feit dat AGO er in geslaagd is te bewijzen dat de bij de
mondelinge bespreking bereikte overeenstemming zich niet uitstrekte tot mededekking van
het brandrisico (naast het risico van stormschade) laat de mogelijkheid open dat na die
bespreking door de afgifte van een polis waarin het brandrisico wèl was gedekt en de
aanvaarding van die polis door de verzekerde alsmede de betaling van de in de polis
voorziene premie, een verzekeringsovereenkomst met dekking van het brandrisico tot stand is
gekomen.
HR 25 februari 1994, VR 1994/241 (Korsten/Van Helvoort)
Van Helvoort heeft met Korsten (assurantiepersoon) gesproken over een aantal verzekeringen
en heeft daarbij aanvraagformulieren ondertekend voor verschillende verzekeringen. Vast is
komen te staan dat Van Helvoort bij ondertekening van de aanvraagformulieren aan Korsten
duidelijk heeft kenbaar gemaakt dat hij zich nog niet wenst te binden aan een
verzekeringsovereenkomst. Diezelfde dag heeft Korsten (assurantiepersoon) aan de
verzekeraars medegedeeld dat Van Helvoort de genoemde verzekeringen wilde aangaan.
Korsten heeft de premies aan de verzekeraars betaald. Zij vordert van Van Helvoort betaling
van het door haar betaalde bedrag aan premies.
, Jurisprudentie verzekeringsrecht
HR: omdat er een voorbehoud is gemaakt door de verzekeringsnemer is er geen overeenkomst
tot stand gekomen. De getekende formulieren zijn niet te beschouwen als een op de
totstandkoming van de overeenkomst gerichte wilsuiting.
Week 2: mededelingsplicht (verzwijging) en onverkwikkelijke afwikkeling van schade
HR 8 juni 1962, NJ 1962/366, m.nt. HB (Tilkema’s duim)
Onderwerp: verzwijging door verzekerde van de omstandigheid dat hij herhaaldelijk wegens
vermogensmisdrijven is veroordeeld. Artikel 251k toepasselijk?
Tilkema beschikte over een ongevallenpolis met hoge uitkeringen. Hij hakte zijn linkerduim
af (ongeval). De rechter moest beoordelen of de verzekeraar uitkeringen kon weigeren omdat
Tilkema zijn strafblad had verzwegen bij het sluiten van de verzekering.
De bescherming, welke art. 251k de verzekeraar bedoelt te bieden, vindt haar grond in het
bijzondere karakter van de verzekeringsovereenkomst, welke meebrengt dat de verzekeraar,
alvorens tot de verzekering van een bepaalde post te besluiten, moet kunnen beschikken over
de gegevens die hem in staat stellen de voor hem aan de verzekering verbonden kansen zo
goed mogelijk te beoordelen. Deze kansen worden niet alleen bepaald door het risico van het
voorvallen van de gebeurtenis en haar gevolgen, waarvan de contractuele verplichtingen van
de verzekeraar afhankelijk zijn gesteld, doch mede door de betrouwbaarheid van de
verzekerde, waarop het bij de uitvoering van een verzekeringsovereenkomst in nog sterkere
mate dan bij andere overeenkomsten aankomt. Er bestaat dan ook geen aanleiding om van de
omstandigheden, waarop de in art. 251k bedoelde verzwijging betrekking heeft, uit de
zonderen die, welke op de onbetrouwbaarheid van de verzekerde een zodanig licht
werpen dat, zo de verzekeraar deze had gekend hij de verzekering niet of niet onder dezelfde
voorwaarden zou hebben gesloten. In casus de omstandigheid dat de verzekerde van de
onderhavige persoonlijke ongevallenverzekering herhaaldelijk wegens vermogensmisdrijven
was veroordeeld.
Redelijke uitleg van art. 251k brengt echter mee, dat niet toelaatbaar is een beroep op de
verzwijging van de omstandigheden, waarnaar de verzekeraar niet had gevraagd en waarvan
de verzekerde niet alleen niet heeft geweten doch ook niet heeft behoeven te begrijpen dat de
verzekeraar bij mededeling daarvan de verzekering niet of niet onder dezelfde voorwaarden
zou hebben willen sluiten.
HR 19 mei 1978, NJ 1978/607, m.nt. BW (Hotel Wilhelmina)
Een eigenaresse van een hotel had een verkeerd vriendje. De verzekeraar komt daar achter en
zegt de verzekeringsovereenkomst op. Ze sluit een nieuwe verzekering en op de vraag of een
eerdere verzekering bij haar is opgezegd zegt ze nee. Vervolgens brandt het hotel af. De
verzekeraar beroept zich op verzwijging. “Als ik had geweten dat er een overeenkomst met
jou was opgezegd dan was ik de overeenkomst met jou niet aangegaan.” HR: het gaat er niet
om wat jij zou hebben gedaan, het gaat er om wat een redelijk handelend verzekeraar zou
hebben gedaan.
HR 3 november 1978, NJ 1980/500, m.nt. BW (Maarnse Broodbezorger)
Meneer raakte arbeidsongeschikt wegens reuma. Hij heeft die aandoening bij het aangaan van
de verzekeringsovereenkomst niet gemeld, omdat hij niet wist dat hij het had. In de wet stond
ten tijde van dit arrest “verkeerde opgave”. Hoge Raad moest hier creatief zijn: het gaat om de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kvanduivendijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.