Samenvatting verbintenissenrecht
Lesweek 1:
Begrippen:
- Verbintenissenrecht: rechtsrelatie tussen personen
- Goederenrecht: rechtsrelatie tussen een persoon en een goed
- Vermogensrecht: verbintenissenrecht en goederenrecht samen, regelt de verhoudingen die
op geld waardeerbaar zijn tussen burgers onderling
- Natuurlijk persoon: mens
- Rechtspersoon: bedrijf, maar bv ook de Nederlandse staat en een gemeente
- Rechtsverhoudingen: rechtsrelaties
- Verbintenis: rechtsrelatie tussen 2 personen, waarbij de ene partij verplicht is om een
prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft
- Schuldenaar: degene die moet presteren
- Schuldeiser: degene die recht heeft op de prestatie
- Gewone feiten: hebben geen rechtsgevolg
- Stilzwijgende wilsverklaring: blijkt uit een bepaalde gedraging
- Goede trouw: iemand wist niet dat de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking
heeft niet juist waren
- Overeenkomst: komt tot stand door een aanbod en een aanvaarding daarvan (art. 6:217 lid 1
BW)
- Vrijblijvend aanbod: er komt niet direct een overeenkomst tot stand door de aanvaarding
ervan. De partij die het aanbod doet kan op het moment van aanvaarding het aanbod nog
intrekken, mits hij dit onmiddellijk doet.
- Nieuw aanbod: een aanvaarding die van het aanbod afwijkt, geldt als nieuw aanbod en als
verwerping van de oorspronkelijke
- Haviltexcriterium: er mag niet slechts gekeken worden naar de taalkundige uitleg, centraal
staat hetgeen partijen hebben beoogd met de overeenkomst en hetgeen dat zij redelijkerwijs
van elkaar mochten verwachten
- Onvoorziene omstandigheden: waren bij het afsluiten van de overeenkomst niet voorzien
Rechter kan op grond hiervan een overeenkomst wijzigingen of ontbinden
- Verbintenis: kan alleen ontstaan als deze uit de wet voortvloeit (art. 6:1 BW)
Is een rechtsrelatie tussen 2 personen
- Betaling: prestatie bestaat uit de verplichting iets te geven of te doen
- Voorwaardelijke verbintenissen: een verbintenis is voorwaardelijk, wanneer bij
rechtshandeling haar werking van een toekomstige onzekere gebeurtenis afhankelijk is
gesteld
- Voorwaarden: afhankelijk van een toekomstige onzekere gebeurtenis
- Toekomstige onzekere gebeurtenis: moet nog plaats vinden en is onzeker of deze nog wel
plaats vindt
- Verbintenissen uit de wet: verbintenissen die ontstaan uit rechtmatige- en onrechtmatige
daden
- Opschortende voorwaarden: wanneer de verbintenis in werking treedt op het moment dat
de toekomstige onzekere gebeurtenis plaats vindt
- Ontbindende voorwaarden: wanneer de verbintenis haar werking verliest op het moment
dat de toekomstige onzekere gebeurtenis plaats vindt
- Ongedaanmakingsplicht: nadat een ontbindende voorwaarde is vervuld, moet de schuldeiser
de inmiddels verrichte prestatie in beginsel ongedaan maken
- Ongeoorloofde voorwaarden: een voorwaarde is in strijd met de goede zeden of de
openbare orde
, - Direct uit de wet:
- Indirect uit de wet: je hebt zelf de keuze om de verbintenis aan te gaan
- Rechtsfeit: een feit dat een rechtsgevolg heeft, het heeft een gevolg volgens het geldende
recht:
- Blote rechtsfeiten: geen handelingen, maar hebben toch een rechtsgevolg
- Rechtens relevante handeling: handeling die relevantie heeft voor het recht, een
handeling die een rechtsgevolg heeft:
Rechtens relevante handelingen:
- Rechtshandelingen: gericht op het rechtsgevolg, wil een rechtsgevolg tot stand brengen (art.
3:33 BW)
- Feitelijke handelingen: hebben wel een rechtsgevolg, maar de handelende persoon had niet
de bedoeling om deze tot stand te brengen
Rechtshandelingen:
- Eenzijdige rechtshandeling: rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door 1 persoon
- Meerzijdige rechtshandeling: noodzakelijk dat 2 personen een bepaald rechtsgevolg tot
stand willen brengen, hiervoor zijn de wilsuitingen van beide partijen vereist
Eenzijdige rechtshandelingen:
- Persoonsgerichte eenzijdige rechtshandelingen: worden verricht door 1 van beide partijen en
zijn gericht tot de andere partij
- Niet-persoonsgerichte eenzijdige rechtshandelingen: worden door 1 van beide partijen
verricht, maar niet tot een specifiek persoon (testament)
Meerzijdige rechtshandelingen:
- Overeenkomsten: art. 6:213 lid 1 BW
Moet dus aan de volgende eisen voldoen: het moet een meerzijdige rechtshandeling zijn en
een of meer partijen gaan jegens een of meer partijen een verbintenis aan
- Andere meerzijdige rechtshandelingen:
Eenzijdige meerzijdige rechtshandeling: schenking
Wederkerige meerzijdige rechtshandeling: beide hebben verplichtingen
Overeenkomsten:
- Verbintenis scheppende overeenkomsten/ obligatoire overeenkomst: er ontstaan een of
meerdere verbintenissen tussen partijen
- Andere overeenkomsten: huwelijk
Verbintenis scheppende overeenkomsten:
- Eenzijdige overeenkomst: schept slechts voor een van beide partijen een verplichting
- Meerzijdige overeenkomst/ wederkerige overeenkomst: beide partijen hebben
verplichtingen tegenover elkaar (art. 6:213 lid 1 BW)
Persoonsgericht niet-persoons overeenkomsten andere meerzijdige
gericht rechtshandelingen
verbintenis scheppende andere overeenkomsten
overeenkomst
eenzijdige overeenkomst meerzijdige overeenkomst
Art. 3:37 lid 3 BW bepaald dat een wilsverklaring pas effect heeft op het moment dat de verklaring de
persoon heeft bereikt waartoe het is gericht.
Art. 3:37 lid 5 BW bepaald dat een verklaring die tot een persoon is gericht kan worden ingetrokken
TOT het moment dat deze de betreffende persoon heeft bereikt.
(wanneer er een termijn aan verbonden is, is herroepen niet meer mogelijk art. 6:219 lid 1 BW)
Art. 3:35 BW regelt het vertrouwensbeginsel: wanneer iemand een verklaring doet waaraan een
ander een bepaalde betekenis geeft, die hij daar redelijkerwijs aan mag geven, dan kan de
handelende persoon zich er vervolgens op beroepen dat hij de verklaring zonder een daarmee
overeenstemmende wil heeft gedaan
Voorwaarden:
- Er is een verklaring gedaan richting een persoon
- Deze persoon heeft een bepaalde betekenis gegeven aan de verklaring
- Gelet op de omstandigheden mocht deze persoon die betekenis daar redelijkerwijs aan toe
kennen
Aanbod:
- Rechtshandeling
- Persoon moet handelingsbekwaam zijn
- Kan zowel mondeling als schriftelijk worden gedaan
- Wilsverklaring van de handelende persoon is noodzakelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavanlaanen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.39. You're not tied to anything after your purchase.