100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Pedagogiek voor professionele opvoeders (jaar 1) $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Pedagogiek voor professionele opvoeders (jaar 1)

 34 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document zijn de hoofdstukken 1 tot 7 samengevat. Deze samenvatting heb ik gemaakt voor de kennistoets voor de opleiding pedagogiek.

Preview 2 out of 15  pages

  • Yes
  • January 3, 2021
  • 15
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Pedagogiek voor professionele opvoeders – Hans-Jan Kuipers


Aantekeningen hoorcolleges erbij pakken tijdens leren
Markeren in het boek, tijdens leren/lezen

Hoofdstuk 1 – Pedagogisch denken
Pedagogiek gaat over opvoeding. De opvoeding verschilt per plaats en tijd. Ouders geven zelden hun
opvoedende rol zonder strijd uit handen. Heel vroeger in koninklijke huizen, werd juist wel de
opvoedende rol bij anderen neer gelegd door de ouders. Prinsen en prinsessen hadden vele
medeopvoeders. Tegenwoordig is het inwonend personeel verdwenen. Hierom is de primaire taak
van de ouders, het beschermen, verzorgen en begeleiden van kinderen. Het opvoeden van kinderen
geldt als kernfunctie van het gezin. De rechten en plichten van ouders zijn juridisch vastgelegd, onder
meer in het VN-verdrag.
In Europese landen staan ouders niet alleen voor de opvoedingstaak. Ze kunnen niet onbegrensd hun
gang gaan en moeten een deel van hun taken afstaan aan buitenstaanders. Er zijn 3 ingrepen die de
rol van ouders in Nederland hebben begrensd
1. Het kinderwetje Van Houten. Kinderen onder de 12 jaar mogen niet meer in fabrieken
werken. Van Houten wilde kinderarbeid niet compleet verbieden. Door de jonge kinderen uit
de fabriek te houden en tegelijkertijd leerplicht in te voeren, dacht hij betere werknemers
groot te brengen. Het afschaffen van fabrieksarbeid voor kinderen moest de
arbeidsproductiviteit verhogen. De Tweede Kamer schrapte de leerplicht uit zijn voorstel. Het
effect van het kinderwetje was beperkt, omdat er niet werd gecontroleerd op naleving.
Uiteindelijk werd de arbeidsinspectie ingesteld, deze maakte het verbod op kinderarbeid
mogelijk. De kinderen kregen het recht om door de staat bescherm te worden tegen
economische uitbuiting.
2. De leerplicht. Op de drempel van de negentiende en de twintigste eeuw, stelde de regering
voor om het volgen van onderwijs te verplichten. Op 7 juli 1900 kreeg de wet de kleinst
mogelijke meerderheid. Het was 50/49, want er was 1 Kamerlid afwezig. Het werd voor
kinderen van 7 tot 13 jaar verplicht om naar school te gaan. Net als het verbod op
kinderarbeid is de leerplicht te herschrijven als een recht, het recht op onderwijs te volgen en
te leren. Het verbod op kinderarbeid en met de leerplicht garandeert de staat op twee
gebieden kinderrechten.
3. 7 Maanden na de leerplichtwet aanvaardde de Kamer enerzijds het voorstel om te kunnen
ingrijpen in de ouderlijke macht. Anderzijds wed aanvaard dat wetsovertreders van 18 jaar
en jonger op gepaste manier berechte en bestraft zouden worden. Het aannemen van deze
kinderwetten betekende begin 1901 ten eerste dat volksvertegenwoordigers de ouderlijke
macht niet langer onaantastbaar vonden. Ze erkenden met andere woorden het recht van
kinderen om beschermd te worden tegen mishandeling en misbruik. Ten tweede werd het
recht van minderjarigen op genoeg eten, gezondheid en een leven in overeenstemming met
hun leeftijdsspecifieke mogelijkheden aanvaard. Mede daardoor kregen jonge
wetsovertreders het recht om anders behandeld en gestraft te worden dan volwassenen
delinquenten.
In de afgelopen eeuw is de aantasting van de rechten van kinderen voor justitie aanleiding
geweest om in te grijpen in gezinnen. Daartoe werd de gezinsvoogdij in 1922 gecreëerd en
de wettelijk gedwongen ondertoezichtstelling.

De drie bovengenoemde ingrepen laten de hoofdverantwoordelijkheid voor de opvoeding bij ouders
zien. Met wettelijke ingrepen heeft de staat echter de ouderlijke verantwoordelijkheid ingeperkt en
taken verworven bij de opvoeding van elk kind. Sommige burgers zien hier echter betutteling of

, Pedagogiek voor professionele opvoeders – Hans-Jan Kuipers


bevoogding in. Lang wettelijke weg is toch een groep medeopvoeders in het leven geroepen met
specifieke taken bij het opvoeden van andermans kinderen.
Prototype van de medeopvoeder leraar. In 1900 waren leraren al op het toneel, maar hun rol kreeg
een wettelijke basis door het verbod op kinderarbeid en het instellen van de leerplicht.
Bij het grootbrengen van kinderen zijn scholen actief. Pedagogiek wordt daarom vaan ik verband
gebracht met onderwijs. Intussen is duidelijk dat leraren niet de enige medeopvoeders zijn die
kinderen uit het gezin tillen. De secundaire opvoedingsverantwoordelijkheid is verdeeld. Jonge
kinderen kopen op het consultatiebureau en er zijn uiteenlopende voren van opvang voor niet-
leerplichtige kinderen. Laten kunnen minderjarigen kennismaken met buitenschoolse opvang,
sportclubs, bibliotheken, muziekscholen en alle mogelijkheden adviesdiensten. Voor kinderen met
specifieke problemen zijn er diverse soorten ambulante en residentiële hulpverlening.

Veel medeopvoeders buiten de school proberen problemen in de opvoeding en ontwikkeling te
voorkomen, te signaleren, te verminderen of te behandelen. De zorg voor kinderen met problemen
verbindt echter de medeopvoeders buiten de scholen. Bij de moeilijkheden in kwestie gaat het
enerzijds om narigheden die kinderen en jongeren zelf hebben, anderzijds om ellende die zij anderen
bezorgen.
Categorie 1: Tot deze categorie rekent men de minderjarigen die vergeleken met leeftijdsgenoten
belemmeringen hebben. Die belemmeringen kunnen gevolg zijn van chronische tekortkomingen op
zintuigelijk, motorisch, somatisch, neurologisch of psychisch gezondheidsvlak. De hulp aan deze
categorie en hun ouders komt meestal voort uit de gezondheidszorg.
Categorie 2: Deze categorie omvat minderjarigen die als bedreigend worden ervaren. Het wek met
deze groep stamt uit de wees- en tuchthuizen. Ge groeide doordat arbeiderskinderen in de steden
hun vrije tijd vaker op straat sleten. Dat zag men in beter gesitueerde kringen als bedreiging van de
openbare orde. Volgens angstige burgers zouden minder vermogende jongeren niet alleen op straat
slenteren. Ze zouden ook cafés, bioscopen, gokzalen, sportpaleizen etc. aandoen. Daar zou de
volksjeugd van kwaad tot erger vervallen. Risicojongeren zouden veranderen in criminelen. Om dat
tegen te gaan creëerde men voorzieningen voor een gepaste vrijetijdsbesteding, zoals buurthuizen,
bibliotheken en speeltuinen. Tevens kregen misdaadbestrijders oog voor het verleden van boefjes en
gevallen meisjes. Ze merkten dat tijdig ingrijpen het ontstaan van overlast beperkte.

In deze tweedeling spreken politici sinds Jeugd verdient de toekomst (1993). In die nota staan
minderjarigen die problemen hebben, tegenover minderjarigen die problemen veroorzaken.
Beleidsinstanties schatten sindsdien dan 10 – 20% van de leeftijdsgroep in deze categorieën behoort,
maar de tweedeling is problematisch.
Buiten het gezin en de school kreeg de opvoeding namelijk vorm in reactie op de kindersterfte,
armoede en misdaad in dichtbevolkte sloppenwijken. De materiële kant van deze kwestie werd
verzacht door sociale woningbouw en nutsvoorzieningen (riolering, waterleiding, elektriciteit, gas).
De medische en sociale kant van hetzelfde probleem werd aanvankelijk overgelaten aan de
liefdadigheid. Artsen, geestelijken, leraren en andere betrokkenen merkten dat het particuliere
initiatief tekortschoot.

Ouders spelen de hoofdrol in de opvoeding, maar medeopvoeders nemen ook deel aan de
opvoeding. Producenten van luiers, speelgoed, films, popmuziek, mode, games en gadgets zijn ook
nog van de partij. Die bedrijven komen in de gezinssfeer minstens zo duidelijk als de pedagogische
voorzieningen. Ouders kunnen zich nauwelijks onttrekken aan de inmengingen van McDonald’s, Nike,
Walt Disney of Sony. Doordat bedrijven en medeopvoeders zich met kinderen bemoeien, kunnen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Esra_24. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  1x  sold
  • (0)
  Add to cart