100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Algemene psychologie: samenvatting $5.89   Add to cart

Summary

Algemene psychologie: samenvatting

 33 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het onderdeel algemene psychologie. Het betreft de behandelde hoofdstukken in het boek, aangevuld met de notities uit de kennisclips.

Preview 4 out of 147  pages

  • No
  • 1,2, 3, 4, 5, 7, 8, 11
  • January 3, 2021
  • 147
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
1.1 Een definitie van psychologie ............................................................................................................ 2
1.2 Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben ........................................................ 2
1.3 Het ontstaan v/d psychologie ........................................................................................................... 5
1.4 De moderne psychologie: 3 invloeden op het gedrag ...................................................................... 9
1.5 Onderzoekmethoden in de psychologie ......................................................................................... 11
1.6 De plaats v/d psychologie i/d samenleving ..................................................................................... 17
Waarom het zenuwstelsel? ................................................................................................................... 18
2.1 De bouwstenen v/h zenuwstelsel ................................................................................................... 18
2.2 Overzicht van het zenuwstelsel ....................................................................................................... 22
2.3 De hersenen .................................................................................................................................... 23
2.4 Het brein in actie ............................................................................................................................. 27
3.1 Van zintuigelijke gewaarwording naar waarneming ....................................................................... 29
3.2 Van de retina naar de hersenen: bottom-upprocessen .................................................................. 33
3.3 De perceptie verbeteren door de informatieopname te sturen: top-downprocessen .................. 38
3.4 Waarneming van diepte en beweging ............................................................................................ 40
3.5 Waarneming en actie ...................................................................................................................... 43
3.6 Leren en waarneming ...................................................................................................................... 43
3.7 Perceptuele capaciteiten van pasgeborenen .................................................................................. 44
4.1 Klassieke conditionering .................................................................................................................. 46
4.2 Operante conditionering ................................................................................................................. 53
4.3 Observerend leren........................................................................................................................... 59
Startproefje ........................................................................................................................................... 62
5.1 Bevindingen van Ebbinghaus in de 19de eeuw ................................................................................ 62
5.2 Het geheugenmodel van Atkinson en Shiffrin................................................................................. 64
5.3 Verdere ontwikkelingen in de geheugen theorieën........................................................................ 68
5.4 Informatie oproepen uit het LTG .................................................................................................... 71
5.5 Herinnering is reconstructie ............................................................................................................ 78
5.6 Amnesie en het impliciete geheugen .............................................................................................. 84
7.1 Wat verstaan mensen onder intelligentie? ..................................................................................... 88
7.2 Analytische intelligentie .................................................................................................................. 88
7.3 Praktische intelligentie .................................................................................................................. 102
7.4 Sociale en emotionele intelligentie ............................................................................................... 105
8.1 Drie klassieke visies op de persoonlijkheid ................................................................................... 108
8.2 Het meten van persoonlijkheidsverschillen en de trekbenadering .............................................. 115
8.3 Persoonlijkheidsstoornissen .......................................................................................................... 123

1

,11.1 Sociale beïnvloeding .................................................................................................................... 130
11.2 Aantrekking en hechte relaties ................................................................................................... 135
11.3 Persoonsperceptie....................................................................................................................... 140
11.4 Groepsperceptie .......................................................................................................................... 144




1. Wat is psychologie
1.1 Een definitie van psychologie
 Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij de
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan de basis liggen van
gedrag

 Grote overeenkomst met def. Van andere wetenschappen
 Om inzicht in het gedrag te krijgen moet men:
o Het gedrag observeren en meten + kijken naar invl van gebeurtenissen
o Theorieën opstellen over onzichtbare, interne processen die aan dat gedrag ten
grondslag liggen
 We bestuderen het rechtstreeks zichtbare gedrag om de niet- rechtstreeks
zichtbare interne processen te begrijpen
 observeerbaar = relatief begrip
o Wat we op een bepaald moment niet kunnen bestuderen, kan dat later wel worden
 Psychologie boekt vooruitgang = nauwkeuriger registreren + gerichter zoeken
o Betere technieken en methodes
o Beter weten waarnaar men moet kijken
 Hermann Ebbinghaus
o Pionier psychologie
o Uber das gedachtnis (1885)
o ‘Van het oudste onderwerp zullen wij de nieuwste wetenschap maken’
o Psychologie = oud onderwerp MR: vandaag heel andere invulling

1.2 Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben
A) Rede, intuïtie en geloof
Filosofie in het Oude Griekenland
 Plato, Aristoteles: stelden vragen over het universum en de plaats v/d mens erin
o Antwoorden: oorsprong binnenin de mens
o  Mensen waren de enige wezens met rede en rede maakt mogelijk om realiteit te
begrijpen
 Plato
o Onderscheid tussen: ware onzichtbare wereld v. Onveranderlijke ideale vormen EN
zichtbare, veranderlijke wereld rondom ons (die een afspiegeling is van ware wereld)
o Menselijk ziel: deel ware wereld
o Ziel had kennis v/d ideale wereld, mens krijgt toegang door gebruik te maken van rede

2

, o  Observatie minder bel.: enkel toegang tot zichtbare constant veranderende wereld
o  Echte kennis kwam voort uit de menselijke geest
o Wiskunde = meest geavanceerde wijsheid die dichtst ideale wereld benaderde
getallen= onveranderlijk
 Aristoteles
o Meer belang aan observatie dan Plato  ware kennis ook ni op observatie gebaseerd
o Toegang tot kennis door uit te gaan van algemene waarheden= axioma’s
o Door mens: intuïtief en zelfevident erkend
o Door uit te gaan van axioma’s (= onwrikbare uitgangspunten)
o Demonstratie = axioma’s erkend door menselijk ziel
o  obv deze demonstraties = de rest van kennis afgeleid dmv menselijke rede

De kerk
 Na val Romeinse rijk: Room-Katholieke kerk de belangrijkste hoeder van kennis
 Vertaalde geschriften van Plato & Aristoteles
o Op zoek naar verloren kennis in oude geschriften = verdrijving Adam & Eva
 Hemel = Plato’s ideale wereld
 Goddelijke ingevingen = Aristoteles’ demonstraties
B) De wetenschappelijke revolutie
Een nieuwe manier van denken
 Eerst: Grieken + Katholieke kerk = nadenken, intuïtief aanvoelen, goddelijke ingevingen
o  Onstaat spontaan in alle beschavingen
 Europa (16de – 17 de eeuw) = andere vorm van kennis opdoen
o Ware kennis is gebaseerd op systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld

Wetenschappelijke revolutie

 Oorzaken
o Verminderde macht kerk
o Herwaardering handel en handenarbeid
o Boekdrukkunst
o Ontdekkingsreizen
o Confrontatie islamitische met westersewereld
o Oprichting universiteiten
o Periode van relatieve welvaart

De Copernicaanse revolutie
 Vaststelling dat de aarde niet het centrum vormde v/h heelal

 Vaststelling: kalender klopte niet meer
o  Juliaanse kalender vervangen door Gregoriaanse kalender
 Copernicus
o Aarde draait rond de zon, niet alles draait rond de aarde  HELIOCENTRISME
o Mens + aarde ≠ langer middelpunt, mens ook onderworpen aan natuurwetten + kan en
mag voorwerp van studie zijn
 Galilei
o Verdedigde copernicaanse model + nieuwe observaties
o Telescoop
3

,  Newton verdere uitwerking a.d.h.v. wiskundige formules, planeten rond zon

Nieuwe kennis komt voort uit observatie en experimenten
 Niet het bestuderen van oude meesters
 Kennis is niet verloren gegaan maar moest opnieuw ontdekt worden
 Actief op fenomenen ingrijpen= experimenteren
 ‘Nieuwe mannen van de wetenschap’
o Machines bouwen, onderzoek over allerhande substanties (chemie)
o Levende wezens (geneeskunde en biologie), experimenteren en gevolgen bestuderen

Maatschappelijke veranderingen: industriële revolutie, platteland naar stad, grotere welvaart…

C) De groeiende macht v/d wetenschappen en het ontstaan V. 2 culturen
Wetenschap en macht
 Ontwikkeling wetenschap groter in landen die zich van de kerk onttrokken
o  Meer invloed door belangrijke voordelen in handel en oorlogsvoering
 Macht en prestige gebonden aan nieuwe wetenschappen
 In universiteiten steeg de ontwikkeling door de VS

c
 Snow

Klassieke, humanistische cultuur Nieuwe, natuurwetenschappelijke cultuur

 = beta-wetenschappen  = alfa-wetenschappen
 = kwam voort uit onderwijs dat gericht was  = weinig contact tussen beiden door
op geloof, studie Latijn en Grieks, wiskunde tegenstrijdige opvattingen
en kunst  NU: natuurwetenschappen + samenleving
 NU: geesteswetenschappen= bestuderen herinrichten
bestaande cultuur + kunst + uitbreiden


D) Toepassing wetenschappelijke methode o/h menselijke functioneren
 Afvragen over de mogelijkheden en beperkingen v/d menselijke waarneming  Mens kan niet
alles waarnemen

De persoonlijke fout
 Mensen hebben een bepaalde tijd nodig om informatie te verwerken, ene al wat langer dan de
andere

De snelheid van de informatietransmissie in de zenuwen
 Vroeger = oneindig groot + ≠meetbaarµ
o Informatie was overal en altijd meteen beschikbaar
 Hermann von Helmholtz
o Snelheid zenuwimpulsen in zenuwvezels meten
o Methode zenuw in kikkerpoot
o Snelheid = 30 meter per seconde/ 100 km per uur
 Snelheid is dus NIET ONEINDIG GROOT


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phywee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  2x  sold
  • (0)
  Add to cart