Hi, hierbij een Nederlandse samenvatting van het vak Nieuwe media en Communicatie! Het betreft 49 pagina's, inclusief alle hoorcolleges / kennisclips, de 10 artikelen & het boek!
Succes met leren :)
Communication Technology and its Impacts 2019-20 complete notes
All for this textbook (3)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Communicatie- En Informatiewetenschappen
Nieuwe Media En Communicatie
All documents for this subject (42)
5
reviews
By: hiddebruning • 2 year ago
By: Louiseporro • 2 year ago
By: anoukteveldhuis • 1 year ago
Translated by Google
Not easy to read because of the layout and many language errors.
By: philinevanklaveren • 2 year ago
By: renatekoopmans • 3 year ago
Seller
Follow
juulevers
Reviews received
Content preview
Hoorcolleges + boek H1-5 ‘Nieuwe Media en Communicatie’
Week 1 Sociale consequenties van digitale media
KC1: Nieuwe media en communicatie - H1: New forms of personal connection
Nieuwe media refereert niet naar de nieuwheid, maar refereert naar digitale media. Nieuwe
media zijn culturele objecten voor technologie en renovering. Nieuwe media = digitale media.
In de jaren ‘90 wordt nieuwe media opgenomen in studies. Hierbij wordt nieuwe media
gebruikt ipv digitale media, om de essentie van deze nieuwe digitale media te ontdekken.
Digitale media wordt ook besproken aan de hand van 5 principes en kenmerken.
Nu zijn deze media geïntegreerd in ons dagelijks leven en samenleving. De media zijn
gedomesticeerd (domesticatie = onzichtbaar, en volledig opgenomen in het alledaagse
bestaan). Hieruit ontstaan verschillende vraagstukken en dilemma’s waar ieder van ons mee
te maken heeft.
Kernvraag: Wat zijn de sociaal- maatschappelijke consequenties van digitale media?
Kernvraag boek: Welke rol spelen online platforms in de organisatie van publieke waarden in
Noord-Amerika / West-Europese samenlevingen?
Digitale Media
Nieuwe media is erg gegroeid; sociale media, online platforms, algoritme.
Het boek richt zich ook op het begrijpen van de consequenties van digitale media, in het
bijzonder op persoonlijke relatie en communicatie.
Afgelopen millennium zijn er steeds meer technologieën van communiceren, ipv face-to-face.
De digitale media roept positieve en negatieve gevoelens op bij mensen. Het is een feit dat de
digitale media de natuur van sociale connecties verandert. Eerst was de telefoon alleen voor
militair gebruik, later dus voor connecten als communicatiemedium. Eerst betreft het internet
alleen teksten, wat sociale cues limiteerde en slecht was voor persoonlijke interacties.
Tekstueel internet was synchronische communicatie zoals op Facebook Message, waar je kon
zien wie er online was.
Een grote verandering van digitale communicatie was in ‘90 waar The World Wide Web ontstond.
Van tekst -> multimedia communicatie (social network, fotos delen, platformen & apps).
Verder maken nieuwe media nu gebruik van algoritme, waardoor bepaalde inhoud zichtbaar
wordt voor bepaalde gebruikers op bepaalde tijdstippen. Elk soort platform biedt eigen unieke
affordances voor communicatie.
Nieuwe media, zorgt voor nieuwe regels en grenzen; nieuwe invloed op hoe we de wereld
zien, op onszelf en op relaties. Het fundamentele doel van communicatie technologieën was
om mensen in staat te stellen berichten uit te wisselen, zonder fysieke aanwezigheid
(telegraph). Het gevolg is ‘challange of absent presence’, waarin de vraag is wanneer mensen
nou aanwezig zijn of niet. Het kan zijn dat je fysiek aanwezig bent, maar mentaal en
emotioneel in een gesprek zit (via je telefoon). Hierdoor kan je jezelf verliezen, maar het
gescheiden houden van aanwezigheid in communicatie biedt ons ook meer controle en
toezicht over onze sociale werelden; vermijden, manipuleren, relaties eindigen, zien waar
mensen zijn.
1
,De grenzen tussen publiek en privé zijn met elkaar verbonden geraakt en veranderd. Zo is een
element van nieuwe media dat het persoonlijke / individuele communicatie mogelijk maakt, in
grote mass media platformen wat alsnog iedereen kan zien of lezen. Prive informatie komt
online, en is niet langer privé maar publiek. Hierdoor ontstaat verwarring tussen virtueel (wat
echt lijkt, maar een simulatie is) en de werkelijkheid. Digitale media kan schijn laten zien, en
kan vraagstukken opleveren over de echte identiteit en relaties.
Vanuit het social shaping kader, ligt de aandacht op de specialiteit op de digitale media vorm.
we moeten de verleiding vermijden om naar de nieuwe media te kijken als uniek geheel; elk
van deze media biedt unieke mogelijkheden of pakketten van mogelijkheden en beperkingen
voor communicatie. We moeten ons dus richten op de unieke eigenschappen van de
verschillende digitale media.
Het boek beschrijft 7 affordances om digitale media te kunnen onderscheiden van elkaar en
van face-to-face communicatie, en zo de unieke mogelijkheden te ontdekken (p7):
1. Mobiliteit: de mate waarin je deze kan dragen / waar je bericht kan zenden en
ontvangen onafhankelijk van locatie (--> micro coördinatie; altijd in contact)
2. Interactiviteit: de mate waarin deze (sociale) interactie mogelijk maakt en antwoord /
response kan ontvangen (face-to-face; whatsapp)
3. Temporele structuur: de mate (a)synchrone communicatie.
Synchroon = snelle transmissie, gelijk reactie, gevoel van verbintenis op afstand, meer
persoonlijk (real time). - is dat mensen tegelijk ‘online’ moeten zijn + nauwelijks
mogelijk in grote groepen. (face-to-face)
Asynchroon = + voor grote groepen, geeft tijd, opslaan en kopie. - geen reactie
4. Sociale cues: de mate waarin deze visuele, auditieve, contextuele informatie onthult
over boodschap of persoon (face-to-face)
5. Opslag: de mate waarin berichten behouden blijven over tijd
6. Repliceerbaarheid: de mogelijkheid kopieën te maken (beter bij asynchroon)
7. Bereik: de grote van het publiek dat bereikt kan worden
Boyd introduceert een begrippenkader van sociale media als publieke ruimte. Hierbij zijn 4
sociale begrippen van publieke ruimte:
1. Persistentie: het blijvend bestaan van online expressies en content (tweets blijven
online zichtbaar)
2. Zichtbaarheid: het potentieel publiek welke content kan zien (bij sociale media heb je
onzichtbare en onbekend publiek dat je kan bereiken)
3. Verspreidbaarheid: het gemak waarmee content gedeeld kan worden
4. Zoekbaarheid: de mogelijkheid om content te vinden
Who uses new digital media?
Vroeger was internet vooral in Amerika, en gebruikte universiteiten en de overheid dit.
Halverwege 1990 werd internet onderdeel van dagelijks leven. Verder zijn skills belangrijk bij
de mate van internetgebruik en zijn verschillende sociale uitsluitingen (geslacht, leeftijd,
opleiding) verschillend in deze skills.
Nieuwe media blijft ontwikkelen, nieuwe populaties pakken dit op en nieuwe gebruikers
ontstaan. Media heeft dus verschillende betekenis voor verschillende populaties in
verschillende tijden of contexten.
2
, KC2: Drie benaderingen (H2) - Making new media, make sense
Om nieuwe media en consequenties te begrijpen, moeten we zowel de technologische, als de
persoonlijke en culturele kenmerken van het medium vaststellen. Mensen zijn bang voor
continue interactie of neppe relaties, wat negatieve invloed heeft op het welzijn. Maar ook de
sociale krachten beïnvloeden de technologische interpretatie. Er zijn verschillende
theoretische veronderstellingen om oorzakelijke relaties tussen technologie en maatschappij
te begrijpen. Iedere benadering brengt een theoretisch perspectief voor de kern, van wat de
sociale en maatschappelijke consequenties zijn:
1. Technologisch determinisme
2. Sociale constructie van technologie (SCOT)
3. Social shaping (affordances)
1. Het technologisch determinisme: Wat doet (nieuwe) media technologie met ons en
maatschappij? Machines change us. Technologie → maatschappij. (Google makes us
stupid).
- media is oorzaak van sociaal - maatschappelijke consequenties
- de technologie bepaalt en de mens staat machteloos en ondergaat de macht van
media. De technologie maakt ons dom.
- Essentialisme: Het richt zich enkel op de essentie van technologie om iets te zeggen
over haar sociaal-maatschappelijke impact (maar het heeft geen oog voor context)
McLuhun is bekend door ‘the medium, is the message’ = niet de inhoud, maar de
vorm van het medium heeft invloed op hoe wij zijn en hoe de maatschappij is. Hij
staat ook bekend om zijn claims:
- de consequenties zijn een gevolg van de eigenschappen en vorm van het medium, en
niet van de inhoud. Dus als je het medium niet begrijpt, snap je ook de boodschap niet.
Het medium beïnvloedt ons hele leven, zowel positief als negatief. Invloed op (nieuwe)
relaties, anonimiteit en info sociale status; zowel verbeteren als verslechteren.
Onzekerheid, door minder visuele en auditieve signalen, over wie je wel/niet kan
vertrouwen. Ook angst dat gemedieerde relaties, face-to-face overneemt -> anti-social
en sociale isolatie. Focust dus op welzijn en identiteit van ‘echte’ relaties.
Je zou kunnen beweren dat sociale media zorgt voor een oneindige stroom aan informatie
blijft komen, en mbv deze stroming kan je dus beargumenteren dat de jeugd stress krijgt door
sociale media (information overload -> FOMO). Cartoons: We met online; on the internet,
nobody knows you’re a dog; how the hell does Facebook know I’m a dog?.
2. Sociale constructie van technologie (SCOT): Hoe ontstaan media technologieën en
hun gebruik vanuit een sociaal-maatschappelijke context? Staat tegenover het
determinisme. Maatschappij → technologie. People have the power. Mensen hebben
invloed op technologie en maatschappij.
- Technologie, haar gebruik en sociaal-maatschappelijke gevolgen als een
consequentie van sociale factoren (mens, politiek, economie). Sociale krachten ->
technologieën.
- Anti-essentialisme: benaderen van technologie als ‘tekst’.
- geschreven ontwikkeld door ontwikkelaars, producenten, marketeers; kennen betekenis
toe aan technologie beïnvloed door contextuele factoren. Internet en technologie
wordt gevormd door de mens en zijn/haar eisen.
- gelezen door gebruikers of consumenten; interpreteren technologie op basis van
contextuele factoren, en niet alleen door de ontwikkelaars.
3
, Ui = metafoor, een ui heeft geen kern maar bestaat uit verschillende lagen. Zo bestaat
technologie uit een opeenstapeling van betekenissen door makers en gebruikers. en door
deze lagen kan je iets zeggen over de kenmerken van technologie. Het zoeken naar
essentiële kenmerken is dan ook zinloos, waarbij net zoals een ui er geen essentiële
karakteristieken zijn.
De oorzaak van psychische klachten, zou je niet halen uit de essentie van sociale media,
maar uit bijvoorbeeld de tekst die geschreven is op basis van onderzoeken. De oorzaak van
verslaving of klachten, wordt toegeschreven aan de manier waarop het medium is
toegeschreven en de technologie als tekst te lezen. Vanuit SCOT kan je facebook ook zien als
hoe mensen zelf dingen interpreteren.
De invloed van de mening en perceptie van anderen/vrienden over social media, bepaalt ook
hoe jij erover denkt. Zo zie je ook dat mensen invloed hebben op de manier van gebruik en
mening over technologie = social influence model. Ook hebben mensen invloed op het
misbruik van social media, door bijv catfish, mentale stoornissen, seksuele intimidatie of
cyberpesten.
-> ‘moral panic’; risico voor jonge mensen die internet gebruiken, waarin angsten over
ongecontroleerde sociale krachten de focus zijn van de nieuwe media.
3. Social shaping / affordances: Hoe oefenen zowel mens als mediatechnologie invloed uit op
maatschappij? Technologie <-> Maatschappij
- Sociaal-maatschappelijke consequenties zijn het resultaat van een samenspel tussen
technologie en sociale praktijken
- Middenweg tussen andere benaderingen: de relatie tussen objectieve eigenschappen van
technologie en subjectieve perceptie/interpretatie van gebruikers begrijpen om iets te
zeggen over consequenties (relationeel perspectief)
- Affordances: de acties / handelingsmogelijkheden beschikbaar gesteld door een
technologie aan een bepaalde actor.
Perzik = metafoor, waarbij er wel een kern is van objectieve kenmerken adv context.
“Affordances,” a term popularized in the world of design and user interaction by Donald
Norman, is a way of describing the perceived possibilities of how the user can interact with the
product. These affordances shape how users behave.
De affordances theory is van Gibson om te begrijpen hoe dieren interacteren met hun fysieke
omgeving in termen van beschikbare acties / affordances.
Affordances: de acties/handelingsmogelijkheden beschikbaar gesteld door iets aan een
bepaalde actor. Affordances vormen relationele aspecten van technologie, omdat ze bestaan
in de relatie tussen gebruiker en technologie. Het kan zijn dat een medium bepaalde
affordances biedt, maar dat wij die niet gebruiken.
Ze bestuderen de affordances, die bestaan in de relatie tussen het dier en de fysieke
omgeving. Het gaat dus niet om alleen de kenmerken van het dier, of de relatie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juulevers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.