Nederlands schriftelijk 2020
LITERAIRE TERMEN
1. Algemeen
A) Lectuur: leest als ontspanning
B) Literatuur: boodschap op artistieke wijze overbrengen, kunstvorm
Primaire literatuur: het boek/ de tekst zelf
Secundaire literatuur: achtergrondinformatie over het boek zoals
recensies, analyses, interviews
Triviaalliteratuur: populaire literatuur; volgens vaste patronen, cliché
taalgebruik, eenvoudige chronologie bv. misdaad-liefde roman
Pulp: reeks goedkope fictie-tijdschriften
C) Proza: teksten zonder tekstregels, rijm of metrum, (doorgeschreven) (roman)
D) Poëzie: teksten met versregels, klank en metrum (gedichten)
E) Epiek: verhalen, nadruk op beschrijvingen
F) Lyriek: gedichten, nadruk op gevoelens uiten, versvorm
G) Dramatiek: toneel, films -> emotioneel thema
2. Prozagenres
A) Parabel: kortverhaal dat dient om religieus of filosofisch idee te illustreren
B) Fabel: kort didactisch verhaal met morele les, dieren hebben hoofdrol en
menselijke eigenschappen (praten)
C) Sage: traditioneel volksverhaal met historische kern die vaak verklaring geeft over
iets (geestenwereldsagen, toverwereldsagen, duivelssagen, historische sagen en
heldsagen)
D) Stadssage/ broodje-aapverhaal: gruwelijk, mondeling doorverteld verhaal dat als
waar wordt voorgesteld door toegevoegde details
E) Mythe:
Heldenmythe: verhaal over (half)goden of helden uit het verleden
Verklarende mythe: verhaal over ontstaan/einde van de wereld
F) Sprookje: kort volledig verzonnen verhaal, veel herhaling, goede afloop
Volkssprookje: mondeling overgeleverd, ongekende auteur
Cultuursprookje: recenter, gekende auteur, levensvisie
G) Epos/heldendicht: verhaal waarin gevechten en heldendaden worden bezongen
Dierenepos: dieren als hoofdrol
H) Legende: kort didactisch verhaal met religieus karakter, bevat een les over kracht
van het geloof
1
, Marie-Julie Vanderstraeten
Marialegende: Maria speelt grote rol
Hagiografie: geheel aan verhalen of teksten over heilige
I) Novelle: korter dan een roman, langer dan een kortverhaal, beperkt aantal
personages
J) Kortverhaal: begint in medias res, open einde, fragment uit leven ve persoon
K) Aforisme: korte, pittige spreuk, bevat boodschap/wijsheid bv. geen woorden
maar daden
L) Anekdote: vermelding van een alledaagse gebeurtenis waarvan het zeker is dat
het gebeurd is
M) Cursiefje: kort, humoristisch prozastukje in een dag- of weekblad, langer dan een
anekdote, cursief gedrukt
N) Column: korte prozatekst op vaste plaats in een krant of tijdschrift, schrijver geeft
persoonlijk mening over actuele onderwerpen
O) Essay: opstel of verhandeling waarin de auteur zijn persoonlijke visie geeft over
een actueel of algemeen menselijk probleem
P) Raamvertelling: verteltechniek waarbij een verhaal de omlijsting vormt voor een
aantal andere verhalen
Q) Roman: uitgewerkt verhaal met meerdere personages die zich ontwikkelen
Autobiografische roman: leven dan de auteur
Historische roman: gebaseerd op waargebeurde, historische
gebeurtenissen
Ridderroman: ideale ridderwereld
- Karelroman: Karel de Grote speelt hoofdrol
Bv. Karel ende Elegast -> voorhoofs
- Arthurroman: Koning Arthur en zijn Ronde tafel
Bv. Walewein -> hoofs = Keltische romans
- Graalroman: subgenre binnen de Arthurromans waarin de graal
centraal staat
Adolescentenroman: hoofdpersonages zijn jongeren die op zoek gaan
naar eigen identiteit en plaats in de wereld
Bildungsroman: karakterontwikkeling van hoofdpersonage staat centraal
Gothic novel: in de middeleeuwen, horror/terror
Streekliteratuur (heimatliteratuur): beschrijving van een landelijke streek
en zijn bewoners
Psychologische roman: innerlijke ontwikkeling van de personages
Chicklit: romantische fictieliteratuur, voor en door vrouwen waarin het
leven van moderne jonge mensen beschreven wordt: problemen met
relaties, werk, zichzelf
Ladlit: voor en door mannen, over mannen/ vaders alleen en hun
zoektocht naar geluk
Science-fiction: avonturen in de toekomst gebaseerd op actuele of
verzonnen wetenschappelijke ontdekkingen
Fantasy: in verzonnen wereld vol magie
Strip: beeldverhaal
2
, Marie-Julie Vanderstraeten
Utopische roman: ideale samenleving
Dystopische roman: rampzalige wereld
Detective roman (whodunit): zoektocht naar dader
Thriller: spannend verhaal met nadruk op actie en gevaar
Sleutelroman: roman waarin duidelijk herkenbare personen uit de
werkelijkheid optreden onder schuilnamen
Zedenroman: boek dat schildering van de leefgewoonten van een tijd of
land als onderwerp heeft
3. Verhaalkenmerken
3.1 Personages
A) Held: doet het goede, voorbeeld, moedig, doorzettingsvermogen, verdient
respect
B) Antiheld: zwak, laf, bedriegt, lot niet in eigen handen
C) Protagonist: hoofdrolspeler
D) Antagonist: tegenspeler
E) Karaktertekening: manier waarop personage getypeerd wordt
Flat character: enkele eigenschappen, voorspelbaar
Round character: verschillende eigenschappen, niet zo voorspelbaar,
evolueert, “mens”
F) Type: typische karaktertrekken, voorspelbaar, (karikatuur) bv. dom blondje
G) Figurant: achtergrondspeler
3.2 Tijd
A) Chronologische volgorde: gebeurtenissen in juiste volgorde vertelt
B) Flashback: verwijzing naar het verleden
C) Flashforward: verwijzing naar de toekomst
D) Verteltempo:
Vertelde tijd: tijd die loopt vanaf de 1ste tot de laatste gebeurtenis
(uren, dagen, jaren)
Verteltijd: tijd die nodig is om het verhaal te vertellen (woorden,
regels, pagina’s)
Tijdverdichting: vertelde tijd > verteltijd (versnelling)
Tijdverruiming: vertelde tijd < verteltijd (vertraging)
Simultaneïteit: handelingen gelijktijdig laten plaatsvinden
Synchronie: gelijktijdigheid van handelingen die niet als zinvol kunnen
worden aangemerkt
3.3 Ruimte
A) Setting: situering in tijd en ruimte, achtergrond
B) Geografische ruimte: plaats waar het verhaal zich afspeelt
C) Symbolische ruimte: omgeving staat symbool voor gevoelens
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marie-julievanderstraeten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.