In dit document staan verschillende paragrafen van het boek 'ontwikkelingspsychologie' beschreven. Het zijn geen volledige hoofdstukken, omdat deze paragrafen alleen maar gevraagd werden.
Ook werden er nog andere boeken gevraagd, waarvan de samenvattingen ook hier op Stuvia staan. Deze kun je los...
Feldman
Hoofdstuk 2.1.4
Systemisch perspectief: perspectief waarbij men kijkt naar de relatie tussen individuen en hun
fysieke wereld, cognitieve wereld, persoonlijkheidswereld en sociale wereld.
Bio-ecologisch model: model dat uitgaan van vijf omgevingsniveaus waardoor elk biologisch
organisme gelijktijdig beïnvloed wordt.
Microsysteem: de dagelijkse, directe omgeving van het kind. Thuis, ouders, verzorgers, vrienden,
leraren. face-to-face contact
Mesosysteem: de connecties tussen de verschillende aspecten van het microsysteem. De ouders van
vrienden die contact hebben met je ouders, ouders met je leraren
Exosysteem: de algemene invloeden van buitenaf. Sociale instituties, social media, overheid, school.
Macrosysteem: De overkoepelende culturen waaraan het kind bloot word blootgesteld. De politiek,
economie, cultuur
Chronosysteem: he heeft betrekking op de invloed van het verstrijken van de tijd, incl. historische
gebeurtenissen en de geleidelijke historische veranderingen.
Socioculturele theorie: benadering waarbij het verloop van de cognitieve ontwikkeling gezien wordt
als het resultaat van de sociale interacties tussen
de leden van een cultuur.
Hoofdstuk 5.1.2
Neuron: de basiscel van het zenuwstelsel.
Neurotransmitter: stof die het mogelijk maakt dat
, neuronen met elkaar kunne communiceren. Deze neurotransmitters zitten tussen de kleine spleten
tussen de neuronen. Deze spleten het synapsen.
Synapsen: de spleet tussen de neuronen
Myeline: een vettige substantie die de neuronen beschermt en de overdracht van zenuwsignalen
versnelt.
Hersenschors: de bovenste laag van de hersenen.
Plasticiteit: de mate waarin zich ontwikkelende structuren of gedragspatronen te veranderen zijn als
gevolg van ervaringen.
Rapid eye movement (REM)-slaap: de periode tijdens de slaap van oudere kinderen en volwassen
die geassocieerd wordt met dromen.
Hoofdstuk 14.1
Adolescentie: het ontwikkelingsstadium tussen de kindertijd een de volwassenheid. Het is een
periode die niet heel duidelijk is afgebakend. De adolescentie begint vlak voor de tienerjaren en
eindigt net daarna.
Pubertaire groeispurt: periode van zeer snelle groei in lengte en gewicht tijdens de adolescentie.
Tijdens deze groeispurt nemen lengte en gewicht net zo snel toe als tijdens de babytijd.
Puberteit: de periode van rijping waarin de geslachtsorganen zich volledig ontwikkelen.
Menarche: het tijdstip waarop de eerste menstruatie optreedt.
Primaire geslachtskenmerken: kenmerken die worden geassocieerd met e ontwikkeling van de
organen en structuren van het lichaam die rechtstreeks betrekking hebben op de voortplanting.
Secundaire geslachtskenmerken: zichtbare tekenen van seksuele rijping die niet direct betrekking
hebben op de geslachtorganen.
Vroege rijping heeft voor jongens over het algemeen een voordeel. Als ze vroeg lichamelijk volgroeid
zijn, zijn ze meestal beter in sport, omdat ze groter en zwaarder zijn. Bovendien zijn ze vaak
populairder en hebben ze een positiever zelfbeeld. Een nadeel is dat deze jongens vaker problemen
hebben op school. Ze lopen een grotere kans om betrokken te raken bij criminele activiteiten en
gebruiken vaker verslavende middelen.
Voor vroeg rijpe meisjes ligt het anders. Zij voelen zich vaak ongemakkelijk en anders dan hun
leeftijdsgenoten door de in het oog springende veranderingen van hun lichaam. Omdat meisjes
eerder in de puberteit komen dan jongens, treedt rijping bij sommige meisjes op een heel vroeg
tijdstip in hun leven op. Soms worden ze zelfs belachelijk gemaakt door klasgenootjes die nog niet zo
ver zijn.
Net als vroege rijping kan late rijping verschillende gevolgen hebben. In dit geval kunnen de gevolgen
voor jongens negatiever zijn dan voor meisjes. Jongens die kleiner en lichter zijn van hun rijpere
leeftijdsgenoten worden minder aantrekkelijk gevonden. Vanwege hun kleinere omvang zijn ze in het
nadeel bij sommige sportactiviteiten.
Voor laat rijpende meisjes is het verhaal behoorlijk positief. Meisjes die later in de puberteit komen,
worden tijdens de eerste jaren van het voortgezet onderwijs soms over het gezien bij afspraakjes en
andere gemengde activiteiten en hebben soms een relatief lage status. Maar tegen de tijd dat ze een
jaar of 15 ijn en zichtbaar vrouw beginnen te worden, is de kans groot dat laatrijpe meisjes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Esra_24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.