100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 3.2 t/m 3, Ontwikkelingspsychopathologie - Leefwereld jongeren (jaar 2) $4.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 3.2 t/m 3, Ontwikkelingspsychopathologie - Leefwereld jongeren (jaar 2)

 42 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staan alle paragrafen / hoofdstukken beschreven welke nodig zijn voor het tentamen 'leefwereld jongeren' vanuit het boek 'Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jongeren'. De andere samenvattingen voor dit vak staan ook op Stuvia. Deze zijn los of in een bundel te koop.

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3.2 t/m 3,4 - 13 - 14 - 15 - 16
  • January 4, 2021
  • 5
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Rigter
Hoofdstuk 3.2
Bio-ecologisch systeemmodel van Bronfenbrenner: in
het systeem van Bronfenbrenner staan er verschillende
lagen centraal.

1. In het centrum staan de intrapersoonlijke
factoren van het kind. Een voorbeeld
hiervan is het temperament van het kind.
De factoren veranderen onder invloed van
de verschillende systemen waarin hij
fungeert, en door het verstrijken van de tijd.
2. Microsystemen: De relaties die een kind heeft
met zijn directe omgeving. Bijvoorbeeld, ouders,
grootouders, broertjes, zusjes, vrienden.
Het gaat hier om het face-to-face contact dat het kind heeft.
3. Mesosystemen: De relaties die ontstaan tussen de verschillende mesosystemen. Hierbij kan
gedacht worden aan de ouders die overleg hebben met de docenten van het kind.
4. Exosystemen: Verschillende maatschappelijke systemen die via mesosystemen en
microsystemen de ontwikkeling van het kind beïnvloeden, dus op een indirecte manier. Denk
hierbij aan werkkringen van de ouders, of de docentenvergaderingen op school.
5. Macrosysteem: Het gaat hierbij om wetten, instituties en daarbij horende waarden en
normen.
6. Chronosysteem: de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling die mensen door de tijd
heen maken. Daarbij veranderen ze onder invloed van hun omgeving, maar een aantal
aspecten blijft ook hetzelfde.


Het bio-ecologische systeemmodel kent een aantal uitgangspunten:
1. Oorzaak en gevolg zijn circulair: een omgeving beïnvloedt een kind en omgekeerd; et is geen
eenrichtingsverkeer.
2. Ontwikkeling vindt plaats op alle niveaus: niet alleen het kind in het centrum ontwikkelt zich;
alle systemen eromheen ontwikkelen zich ook.
3. Interpretatie verschilt per individu: Kinderen leveren in sociale contexten – zoals een gezin,
buurt, vriendenkring, school – waarvan de kenmerken kunnen verschillen.
4. Kinderen geven actief vorm aan hun ontwikkeling: hoe ouder kinderen worden, hoe meer ze
beseffen dat ze hun leven zelf kunnen beïnvloeden. Ze kiezen hun eigen vrienden en hobby’s
uit. Dit heet de locus of control
5. Ouders fungeren als ‘bemiddelaars’: voor jonge kinderen geldt dat de invloeden van het
exosysteem en het macrosysteem via de ouders bij hen terechtkomen. Als ouders
bijvoorbeeld leven in een onveilige buurt, dan kunnen ze daardoor gestrest raken, en
gestreste ouders zijn minder goede opvoeders.

, 6. Kinderen internaliseren normen en waarden: Oudere kinderen kunnen ook onder invloed
staan van ouders en opvoeders als dze niet aanwezig zijn, omdat ze zich hun normen en
waarden eigen hebben gemaakt (geïnternaliseerd)
7. Verschillende factoren versterken elkaar: Er zijn verschillende factoren die de ontwikkeling
van een kind beïnvloeden. Die factoren kunnen elkaar versterken of afzwakken. Bijv. stel dat
je een erfelijke aanleg hebt voor een psychische stoornis én dat een van je ouders een
psychische stoornis heeft. In dat geval heb je veel meer kans zelf psychische problemen te
krijgen dan kinderen die met één van deze twee risicofactoren te maken hebben.


Hoofdstuk 3.3
Het bio-ecologische systeemmodel geeft aandacht aan de verschillende systemen die een kind
beïnvloeden.

De manier waarop kinderen omgaan met gebeurtenissen in hun leven en wat ze daar wel of niet van
leren, heeft invloed op de manier waarop ze omgaan met opgaven die zich later in hun leven
voordoen. Als een kind een ontwikkelingsopgave niet goed volbrengt, is dat niet ‘de schuld’ van het
kind. Diens omgeving kan het volbrengen bemoeilijken of vergemakkelijken, en dat geldt te meer
naarmate het kind jonger is. Een kind dat wordt verwaarloosd en/of mishandeld heeft veel meer
moeite om de ontwikkelingsopgave ‘veilige gehechtheid’ te voltooien dan een kind dat wordt
opgevoed door warme en betrokken ouders. Sommige ontwikkelingsopgaven zijn tijdgebonden: als
kinderen er in een bepaalde periode niet in slagen zich veilig te hechten aan hun ouders, kunnen ze
dat niet later nog eens proberen. Andere ontwikkelingsopgaven houden we ons hele leven, zoals op
een goede manier omgaan met anderen.

Extra ontwikkelingsopgaven ontstaan bijvoorbeeld als ouders gaan scheiden of emigreren. In het
eerste geval moeten kinderen leren met de scheiding om te gaan, en mogelijk met de nieuwe
partner(s) van hun vader en/of moeder. In het tweede geval moeten ze leren met twee culturen om
te gaan: die van thuis en die van de buitenwereld. De eisen van die twee werelden kunnen
verschillend zijn en zelfs in strijd met elkaar. Een kind moet bijvoorbeeld thuis stil zijn en
gehoorzamen, terwijl het op school uitgedaagd wordt uitgedaagd om zijn mening te geven en te
argumenteren.

Hoofdstuk 3.4
Beschermende factoren: factoren die, als er een risico aanwezig is, de kans op het krijgen van een
stoornis verminderen. Ze werken dus alleen in aanwezigheid van een risicofactor.

Van een risicofactor is sprake als de kans op het ontwikkelen van stoornissen statistisch gezien groter
is dan wanneer de risicofactor er niet is. Een echte risicofactor gaat aan het probleemgedrag vooraf,
maar dat is niet eenvoudig vast te stellen.

Zijn er specifieke effecten van bepaalde risico- en beschermende factoren?
Risico- en beschermende factoren hebben vooral een aspecifiek effect: ze spelen een rol bij heel veel
problemen en stoornissen. Zo is een lage SES een risicofactor voor drugsgebruik, school- en
gedragsproblemen.
Voor beschermende factoren geldt hetzelfde: ondersteunende opvoeders, een goede relatie tussen
ouder en kind, etc. zijn beschermende factoren tegen vrijwel alle psychische problemen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Esra_24. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.35
  • (0)
  Add to cart