100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hogeschool Utrecht Fysiotherapie Jaar 1Blok D Begrippenlijst $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Hogeschool Utrecht Fysiotherapie Jaar 1Blok D Begrippenlijst

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

De begrippen op een rijtje met makkelijk en duidelijke omschrijving

Preview 2 out of 13  pages

  • January 4, 2021
  • 13
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Begrippenlijst Beweegzorg in de
wijk
Metabool syndroom = een verzameling van klachten rondom de stofwisseling. Het gaat om een
combinatie van een verhoogd cholesterolgehalte, hoge bloeddruk, overgewicht en een hoge
bloedsuikerspiegel. Vooral mannen hebben er last van.

Centrale adipositas = ophoping van vetten rondom de darmen in de viscerale compartimenten

Hypertensie = hoge bloeddruk

Microangiopathie= aantasting van de bloedvaten en met name de slagaders die worden aangetast

Retinopathie = aantasting van de bloedvaatjes in het netvlies (retina). De meest voorkomende
oorzaak van blindheid bij volwassenen.

Nefropathie = aantasting van de nier door de hoge bloedsuikers, maar ook door hypertensie en
aanleg. Het leidt uiteindelijk tot nierinsufficiëntie. Dat is de belangrijkste reden waarom diabetes
patiënten eerder overlijden

Neuropathie = een degeneratieve aandoening van de zenuwen met name in de handen en voeten.
De reflexen in de benen gaan achteruit en de vibratiezin van de voeten ook. Polyneuropathie is veel
voorkomend bij Diabetes Mellitus. Dat komt vooral symmetrisch in de handen en voeten voor. Elk
soort zenuw kan aangetast worden door diabetes.

Macroangiopathie= aantasting van hart- en bloedvaten. Daardoor is er meer kans op een hartinfarct,
hersenbloeding en perifeer arterieel vaatlijden

Ulcus = een diabetische voet. Een voet met wondjes die niet meer genezen. Door neuropathie voelt
een diabetes patiënt niet of er wonden op de voeten zitten, wat leidt tot diepe wonden. Door
retinopathie zien ze de wonden niet. Door de slechte doorbloeding treedt er ook slechte
wondgenezing op wat kan leiden tot een amputatie.

Polyurie= veel plassen

Polydipsie = veel drinken

Furunkel= recidiverende steenpuisten

Hypoglycaemie = een te lage bloedsuikerspiegel

Hyperglycaemie = een te hoge bloedsuikerspiegel

Adrenerge = De sympathicus wordt geactiveerd die stoffen zoals adrenaline produceert

Dysartrie = een spraakstoornis die het gevolg is van een aandoening aan het zenuwstelsel

Tachycardie = snel of onrustig hartritme

, Pancreas = alvleesklier

Somatostatine = probeert de balans tussen alfa- en bètacellen te behouden. Het kan de afgifte van
insuline en glucagon remmen en stimuleren. Dit wordt aangemaakt in de deltacellen.

Insuline = bloedsuikerspiegel verlagende hormoon. Insuline wordt in de pancreas gemaakt door de
bètacellen in de eilandjes van Langerhans. Bij mensen met DM type I wordt er geen insuline meer
gemaakt door de alvleesklier. Zonder insuline kan glucose de cellen niet in (behalve in neuronen, dat
kan zonder insuline). Cellen verbranden het liefst glucose waardoor de eiwitten en vetten
onaangetast blijven.

Insulineresistentie = Je lichaam reageert niet goed meer op insuline, het is er ongevoelig voor
geworden.

Glucagon = bloedsuikerspiegel verhogend hormoon. Glucagon wordt in de pancreas gemaakt door
de alfacellen in de eilandjes van Langerhans. Glucagon wordt afgegeven aan het bloed wanneer er
een te lage bloedsuikerspiegel is. Wanneer dit te hoog wordt, wordt het glucagon omgezet in
glycogeen en opgeslagen in spier-, vet- en levercellen. Glucagon stimuleert de glycogenolyse en de
gluconeogenese.

Glycogenolyse = wanneer de glycogeen weer wordt afgebroken naar glucose. Dit gebeurt wanneer
de bloedsuikerspiegel te laag is.

Glycogenese = glucose wordt omgezet naar glycogeen (de opslagvorm van glucose). Dit gebeurt
wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog is.

Gluconeogenese = nieuwe glucose wordt gemaakt in de lever (bloedsuikerspiegel stijgt). Dit proces is
vooral bezig wanneer je slaapt of wanneer je een langere tijd niks gegeten hebt.

Glycolyse = een proces waarbij glucose, met behulp van enzymen, in de cellen van een organisme in
tien stappen wordt afgebroken tot pyrodruivenzuur. Glycolyse vindt plaats in het cytoplasma van
een cel.

Synthese = het ontstaan van iets nieuws

-lyse = het afbreken van stoffen.

Lipogenese = is een proces in de lever waarbij enkelvoudige suikers, zoals glucose, worden omgezet
in vetzuren.

Ketogense = is het proces waarbij verzuren en ketogene aminozuren zoals lysine en leucine worden
omgezet in ketonen.

Ketonen = Wanneer er te weinig insuline aanwezig is om glucose om te zetten gaat het lichaam
vetten gebruiken. Ketonen zijn afvalstoffen die vrijkomen als vetten worden afgebroken. Bij teveel
ketonen in het bloed kan deze afvalstof tot een ketoacidose leiden. Hierbij verzuurt het bloed en
vallen organen en andere lichaamsfuncties uit. Tijdig opmerken van een ketoacidose is dus erg
belangrijk voor mensen met diabetes.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabellewitteveen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added