Samenvatting Nectar 3e editie VWO 5 Hoofdstuk 10: Uitscheiding.
In de samenvatting zijn de volgende paragrafen samengevat:
10.1 Het interne milieu (CE)
10.2 Gaswisseling (CE)
10.3 Ademhaling (CE)
10.4 De nieren (CE)
10.5 De lever (CE)
Alle begrippen zijn groen gekleurd in de samenvatting. Heb je vr...
§10.1 HET INTERNE MILIEU
De norm: hierin ligt de gewenste waarde (bv lichaamstemp) vast in een regelkring.
Regelkring: voorkomt grote afwijkingen.
Bestaat uit receptor en effector: proberen samen een waarde rond de ingestelde norm te houden.
Receptoren (temperatuurzintuigjes) registreren de actuele waarde (temp) en geven dit door aan het regelcentrum.
Regelcentrum: vergelijkt de info met de norm en stuurt de juiste effectoren aan bij een afwijking vd norm.
Het temperatuurcentrum id hersenstam bewaakt de norm van 37°C en zorgt voor passende correcties
Effectoren herstellen de afwijking vd norm. Dit heet negatieve terugkoppeling. (= lichaam vangt de verstoring op)
Terugkoppeling: een afwijking vd norm veroorzaakt een proces dat invloed heeft op die afwijking
Vb van effectoren zijn: zweetklieren, doorbloeding vd huid, spierbewegingen bij rillen en klappertanden
Kerntemperatuur: temp in je lichaam en varieert normaal zeer weinig (norm ligt vast op 37°C)
Hierin bevinden de vitale organen (hart, longen, lever, hersenen)
Receptor van kerntemperatuur zit in de hypothalamus en registreert bloedtemperatuur.
Schiltemperatuur: temp in delen van je lichaam die niet tot de kern vh lichaam behoren (bv: huid/ledematen lager dan kerntemp)
Schiltemperatuur (temp vd buitenkant van je lichaam), varieert met de temp vd omgeving
Temperatuurzintuigjes id huid registeren afkoelingen (bijv zeewater van 12°C) en geven dit door ah regelcentrum. Zonder
tegenmaatregelen zou naast schiltemperatuur ook de kerntemperatuur dalen. Gevolg:
Onderkoeling enzymen werken trager en vitale lichaamsfuncties raken verstoord.
Warmteverlies remt af door kringspieren in slagadertjes naar de huid vernauwen, zodat minder bloed naar de huid gaat.
Koorts: reactie van je lichaam op een infectie. Een hogere lichaamstemp stimuleert de productie en afgifte van afweerstoffen. Het
lichaam kan de infectie sneller/beter bestrijden. Koorts ontstaat doordat de hypothalamus de norm vd kerntemperatuur verhoogd.
Verhoging vd norm vindt plaats oiv een cytokine geproduceerd door witte bloedcellen bij ontstekingen.
Afkoelen wordt geregeld door het temperatuurcentrum:
Slagadertjes naar de huid gaan wijd open (reacties: hoogrode kleur, klam en zweten).
Naast alleen je lichaamstemperatuur, blijft ook je interne milieu constant:
De samenstelling van je bloed
Je weefselvloeistof
Tijdens zweten: je verliest water met opgeloste zouten. Tijdens zwemmen: spieren gebruiken glucose en O2 bij verbranding en
Nieren scheiden minder water uit waardoor teveel geven CO2 af ah bloed.
waterverlies wordt voorkomen. Ook dit verandert het interne milieu sterk; zonder maatregelen
o Hierdoor verandert het interne milieu te sterk. dalen deze gehaltes van bloed en weefselvloeistof te sterk:
Urineproductie gaat pas omhoog als je drinkt o Bloedsuikerspiegel,
o pH
o O2-gehalte
Het regelcentrum voor deze regelkringen bevindt zich id hypothalamus. Elke regelkring heeft zijn eigen norm.
Regelcentra id hersenen nemen, samen met het hormoonstelsel, passende maatregelen:
Ze verwerken gegevens over de bloedwaarden uit gespecialiseerde zintuigen
Het hart gaat sneller kloppen en de ademfrequentie gaat omhoog
Dit geeft extra O2-aanvoer en een grotere afvoer van CO2
Oiv hormonen geeft de lever glucose af ah bloed
Homeostase: het vermogen om het interne milieu voor cellen stabiel te houden rond een
norm (kleine afwijkingen geen probleem).
Voor homeostase zet het lichaam groot aantal regelkringen in met een norm en
negatieve terugkoppeling
De huid, nieren, longen en lever houden het interne stabiel door stoffen aan het
bloed af te geven en eruit op te nemen
Coördinatie ligt bij zenuw- en hormoonstelsel
Er is een bovengrens en ondergrens
§10.2 GASWISSELING
Ademfrequentie: aantal ademhalingen per minuut
, Ademvolume: hvlheid lucht die je bij één ademhaling in- en uitademt
Vitale capaciteit: maximale ademvolume (bepaald hvl O2 de longen kunnen leveren ah bloed)
Juiste samenspel tussen bloedsomloop en ademhaling maakt dat het O2-gehalte van bloed rond de norm waarde blijft schommelen.
Bij grote inspanningen hartslagfrequentie en ademhaling passen zich aan.
Lucht stroomt naar binnen via Neus- of keelholte, luchtpijp en bronchiën.
Kraakbeenringen rond luchtpijp en grote vertakkingen houden tijdens het inademen de grote luchtwegen open
De twee hoofdbronchiën vertakken zich tot bronchiolen (=steeds kleinere luchtpijptakjes omgeven door spierlaag)
o Aan uiteinden vd bronchiolen, komt de ingeademde lucht id alveoli (longblaasjes) terecht.
Er is constante afvoer van CO2 en aanvoer van O2. Via diffusie:
O2 gaat vanuit de longlucht naar het bloed id haarvaten
CO2 gaat vanuit het bloed naar de lucht id longblaasjes
Wet van Fick: hierin staan factoren beschreven die de diffusiesnelheid beïnvloeden.
Ademhalings- en bloedvatenstelsel maken hoge diffusiesnelheid mogelijk
Een O2 molecuul passeert op weg naar het bloed twee cellagen (Δx):
1. De cellen vd wand vh longblaasje
2. De wand vh haarvat Δc
Wet van Fick: n=DA .
Δx
In- en uitademen ververst lucht id longblaasjes en houdt O 2 concentratie n: aantal moleculen dat per seconde opp A passeert
hoog: O2 diffundeert naar het bloed. (Δc:). D: diffusiecoëfficiënt. (Afhankelijk van temp; hogere temp
Het O2-rijk bloed id haarvaten stroomt weg bij de longblaasjes naar de van lucht id longen laat de diffusiecoëfficiënt stijgen).
longaders toe; nieuw O2-arm bloed neemt de plek in. A: diffusieoppervlak. (Bij de longen: gezamenlijk opp vd
Concentratieverschil aan O2 tussen beide kanten vh diffusieopp blijft longblaasjes).
Δc: concentratieverschil tussen hvlheden moleculen aan
groot: de diffusie stopt niet.
weerszijden vh diffusieopp.
Hogere temp van lucht id longen laat de diffusiecoëfficiënt stijgen (D).
Δx: diffusieafstand.
Dode ruimte: gedeelte vd luchtwegen waar geen gasdiffusie optreedt. Lucht
in dode ruimte komt niet in longblaasjes; geeft geen O2 af.
Vd 500 mL ingeademde verse lucht, blijft 150 mL ‘hangen’ id dode ruimte. Effectief levert de ademhaling 350 mL verversing op.
Rendement gaat bij vergroting vd dode ruimte verder omlaag
Longcapaciteit: hvlheid lucht die in de longen kan. (ong. 6L)
Id longen blijft ruim 1L reservevolume achter; ook als je zo diep mogelijk uitademt.
Door je ademdrang tegen te gaan: aantal malen diep in- en uitademen.
Hierdoor daalt de CO2 concentratie ih bloed (meer tijd voordat CO 2 drempelwaarde overschrijdt) en stijgt de O2 concentratie.
Zowel CO2 als O2 maken deel uit vd regelkring voor de ademfrequentie en ademdiepte.
Het ademcentrum: Ontvangt continu info uit een groot aantal receptoren en stuurt impulsen naar ademhalingsspieren.
Die receptoren zitten op verschillende plaatsen:
o Rekreceptoren in longen en spieren.
o Drukreceptoren in rechter hartkamer.
o Chemoreceptoren (voor O2, CO2 en pH) in aortaboog en halsslagader.
Ih ademcentrum zit de norm voor de CO2 en O2-concentratie ih bloed
o Het ademcentrum reageert vooral op CO 2-concentratie ih bloed
Voordelen neusademhaling boven mondademhaling:
1. Ingeademde lucht komt goed in contact met het neusslijmvlies
2. Zintuigcellen in je neus registreren gevaarlijke gassen/bedorven eten
3. Neusharen leiden luchtstroom langs het neusslijm vangt stof en ziektekiemen uit de lucht
4. Lange weg door de neus maakt lucht warmer/vochtiger voorkomt beschadiging tere longblaasjes
Ook binnenkant luchtpijp en bronchiën is bekleed met slijmvlies. Ih slijmvlies bevinden zich:
Trilhaarcellen met trilharen (ciliën)
Slijmbekercellen vormen slijm
Trilharen werken het vervuilde slijm omhoog naar je keelholte; dat je ongemerkt doorslikt.
Astma: hierbij zijn de luchtwegen ontstoken en hoopt slijm zich op. (Lucht kan nu moeilijker longblaasjes bereiken)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JudithVWO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.