F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
Pagina 1 van 42
,F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
Hoofdstuk 1: Inleiding en wegwijs in het Europese recht 4
1.1 Het primaire recht van de Unie------------------------------------------------------4
1.2 Soevereiniteit --------------------------------------------------------------------------4
1.3 Het afgeleide Unierecht --------------------------------------------------------------4
Hoofdstuk 2: Het institutionele kader van de Europese Unie 4
2.1 Europees Parlement -------------------------------------------------------------------4
2.2 De Europese Raad --------------------------------------------------------------------5
2.3 Raad van de Europese Unie ---------------------------------------------------------5
2.4 De Europese Commissie -------------------------------------------------------------6
2.5 Hof van Justitie, Gerecht en rechterlijke kamers ---------------------------------7
Hoofdstuk 3: Besluitvormingsprocedures in de Europese Unie 8
3.1 Noodzakelijkheid van rechtsvorming en beleidsvorming in de EU ------------8
3.2 Wie nemen de besluiten in de Europese Unie?------------------------------------8
3.3 Rechts- en beleidsvorming in het kader van het Werkingsverdrag -------------8
Hoofdstuk 4: Rechtsbeginselen van de Europese Unie 10
4.1 Het autonome karakter van het Europees recht----------------------------------10
4.2 Het constitutioneel-institutioneel loyaliteitsbeginsel ---------------------------12
4.3 Europees recht in de nationale rechtsorde van de lidstaten --------------------12
4.4 Gevolgen van doorwerking voor nationaal procesrecht ------------------------15
Hoofdstuk 5: Rechtsbescherming in de Europese Unie 16
5.1 Procedures voor het Hof van Justitie en het Gerecht ---------------------------16
5.2 Rechtsbescherming voor de nationale rechterlijke instanties ------------------21
Hoofdstuk 6: Marktintegratiebeleid 22
6.1 De fundamentele vrijheden ---------------------------------------------------------22
6.2 Marktintegratie -----------------------------------------------------------------------22
6.3 Het vrije verkeer ---------------------------------------------------------------------23
6.4 Positieve integratie door harmonisatie --------------------------------------------23
6.5 Gevolgen van harmonisatie --------------------------------------------------------23
6.6 Harmonisatietechnieken ------------------------------------------------------------24
6.7 Het beoordelingskader van nationale maatregelen na harmonisatie ----------24
Pagina 2 van 42
,F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
Hoofdstuk 7: Het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal 25
7.1 Fundamentele verkeersvrijheden --------------------------------------------------25
7.2 De reikwijdte van de bepalingen inzake het vrije verkeer ---------------------25
7.3 Het vrije verkeer van goederen: tarifaire en non-tarifaire belemmeringen --25
7.4 Het vrije verkeer van personen ----------------------------------------------------28
7.5 Het vrije verkeer van diensten -----------------------------------------------------32
7.6 Het vrije verkeer van kapitaal ------------------------------------------------------33
7.7 Terugblik op de vier vrijheden: assimilatie en verdergaande integratie ------33
Hoofdstuk 8: Mededingingsregels 34
8.1 Inleiding ------------------------------------------------------------------------------34
8.2 Artikel 101 VWEU: het kartelverbod ---------------------------------------------35
8.3 Artikel 101 lid 3 VWEU ------------------------------------------------------------37
8.4 Artikel 102 VWEU: het verbod op misbruik van een machtspositie ---------38
8.5 Overheidsingrijpen in de mededinging -------------------------------------------39
8.6 Staatssteun ----------------------------------------------------------------------------40
Pagina 3 van 42
,F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
Hoofdstuk 1: Inleiding en wegwijs in het Europese recht
1.1 Het primaire recht van de Unie
Belangrijkste verdragen: VEU en VWEU.
De verdragen zijn primair recht, algemene beginselen van Europees recht, Handvest voor de
Grondrechten van de EU, interpretatie van de verdragen door het Hof en de protocollen vallen ook
onder het primaire recht.
1.2 Soevereiniteit
Van Gend en Loos en Costa/ENEL: lidstaten hebben hun soevereiniteit overgedragen aan de
Europese Unie. Hierdoor is de Unie in de plaats getreden van de lidstaten op de beleidsterreinen
waar de soevereiniteit overgedragen is.
Die landen zijn dus voor wat betreft de overgedragen bevoegdheden, onderworpen aan die
organisatie en het recht van de organisatie zal van een hogere rang zijn dan het nationale recht van
die landen.
1.3 Het afgeleide Unierecht
Op basis van de Verdragen is het secundair Europees recht vastgesteld. Secundaire recht moet
verenigbaar zijn met het primaire recht en mag dus ook niet verder gaan dan hetgeen het primaire
recht toestaat.
Tertiair recht: uitvoeringsmaatregelen die zijn aangenomen op grond van secundair recht. Secundair
en tertiair recht worden afgeleide Unierecht genoemd. Dit zijn besluiten, verordeningen en
richtlijnen.
Hoofdstuk 2: Het institutionele kader van de Europese Unie
2.1 Europees Parlement
Het Europees Parlement is de enige instelling van de Unie die zijn legitimatie rechtstreeks aan de
onderdanen van de lidstaten ontleent.
Samenstelling en verkiezingsprocedure
Art. 10 lid 1 VEU: werking van de Unie is gegrond op de representatieve democratie
Art. 14 lid 2 VEU: burgers van de Unie van de lidstaten zijn alleen degressief evenredig
vertegenwoordigd in het Europees Parlement.
Geen enkele lidstaat mag meer dan 96 zetels toegewezen krijgen en het minimum aantal zetels per
lidstaat is zes.
Art. 14 lid 2 VEU: aantal leden mag niet meer dan 750, plus voorzitter bedragen. Leden worden
elke vijf jaar door rechtstreekse algemene verkiezingen in alle lidstaten gekozen.
Pagina 4 van 42
,F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
Taken
Wetgeven en begroten
- in overleg met de Raad (art. 14 VEU)
- Vaststellen secundair Unierecht (art. 294 VWEU)
- Vaststellen begroting (art. 314 VWEU)
- Sluiten van internationale akkoorden (art. 218 lid 6 sub a VWEU)
Adviseren c.q. aanbevelingen doen
- Secundair uniefecht waar de bijzondere wetgevingsprocedure geldt. Hierbij doet het Parlement
aanbevelingen.
Controleren
- Recht van enquete (art. 226 VWEU)
- Constitueren en toezicht op de Commissie (art. 17 lid 7 en 8 VWEU)
- Motie van afkeuring Commissie (art. 234 VWEU)
Organisatie
Leden verdelen zich in politieke groepen of fracties. Plenaire vergaderingen worden voorbereid in
parlementaire commissies, die zich elk met een bepaald deelterrein bezig houden.
2.2 De Europese Raad
Samenstelling
Europese Raad is in eerste instantie samengesteld uit de staatshoofden en regeringsleiders van de
lidstaten en de voorzitter van de Europese Commissie.
Taken
Algemene taak: de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie geven en de algemene
politieke beleidslijnen en prioriteiten vastleggen (art. 15 lid 1 VEU).
Op terrein van het externe optreden van de Unie definieert de Europese Raad op basis van de in
artikel 21 VEU vastgestelde beginselen en algemene richtsnoeren de strategische belangen en
doelstellingen van de Unie.
In weerwil van de bewoordingen van art. 15 lid 2 laatste zin VEU speelt de Europese Raad soms
toch een wetgevende rol.
Organisatie
In beginsel moeten alle staatshoofden en regeringsleiders met de beoogde conclusie, resolutie of het
besluit instemmen. Dit betekent dat er moet worden gezocht naar politieke compromissen.
2.3 Raad van de Europese Unie
Zonder toestemming van de Raad kan er geen Uniewetgeving tot stand komen Raad bepaalt
daarnaast (mede) voor een belangrijk deel het beleid van de Europese Unie.
Samenstelling
Art. 16 VEU: Raad bestaat uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat op ministerieel niveau, die
gemachtigd is om de regering van de lidstaat die hij vertegenwoordigt te binden.
Legitimatie is indirect, Raad komt tot stand via parlementsverkiezingen in de lidstaten en de daarop
gebaseerde formatie van de nationale regeringen.
Pagina 5 van 42
,F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
Taken
Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit:
- Constituerend orgaan: voorstellen voor een verdragsherziening door een lidstaat, het Europees
Parlement of de Europese Commissie moeten in het kader van de gewone herzieningsprocedure
aan de Raad voorgelegd worden;
- Wetgever: zonder toestemming van de Raad kan in de meeste gevallen geen secundaire
wetgeving tot stand komen;
- Beleidsorgaan: definieert de beleidslijnen voor de Unie en voor de lidstaten. Raad draagt
daarnaast zorg voor de coördinatie van het algemeen economisch beleid van de lidstaten;
- Bestuursorgaan: vaststellen van de jaarlijkse begroting samen met het Europees Parlement.
Organisatie
Lidstaten onderhouden een soort diplomatieke missie bij de Europese Unie, waarbij elke lidstaat
een vertegenwoordiger benoemt met diplomatenstatus. Dit forum wordt het COREPER genoemd.
In principe moeten alle punten op de agenda van een raadszitting vooraf worden behandeld door
COREPER, het is de Raad echter niet verboden om zonder voorafgaande behandeling door
COREPER besluiten te neme.
Raad wordt ook bijgestaan door secretariaat, belast met de voorbereiding en ondersteuning van de
vergaderingen van de Raad.
Elke lidstaat oefent voor een periode van zes maanden het voorzitterschap van de Raadsformaties
uit Het voorzitterschap van de Raad Buitenlandse zaken is echter permanent in handen van de Hoge
Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.
Besluitvorming
In de regel stemt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. In dit verband wordt elke
lidstaat door het primair Unierecht een bepaald aantal stemmen toegewezen.
In verdragen zijn verschillende definities te vinden van gekwalificeerde meerderheid: art. 16 VEU,
art. 238 VWEU en art. 3 Protocol betreffende de Overgangsbepalingen.
2.4 De Europese Commissie
Europese Commissie kan gekwalificeerd worden als het dagelijks bestuur van de Europese Unie.
Commissie is de hoeder van het algemeen belang en opereert onafhankelijk van de lidstaten.
Samenstelling en benoemingsprocedure
Commissie bestaat uit een onderdaan van elke lidstaat. Leden worden voor een periode van vijf jaar
benoemd en zijn herbenoembaar.
Benoemingsprocedure: Europese Raad raadpleegt lidstaten en Europees Parlement en draagt met
gekwalificeerde meerderheid een kandidaat-voorzitter voor. Het Europees Parlement moet
instemmen met de kandidaat-voorzitter. Verkozen voorzitter stelt samen met de Raad een lijst vast
van overige kandidaat-leden van de Commissie. Daarnaast stelt de Europese Raad met instemming
van de verkozen voorzitter, de kandidaat-Hoge Voorzitter voor. Hierna worden verkozen voorzitter
en overige leden van de Commissie, inclusief de Hoge Vertegenwoordiger ter goedkeuring aan het
Europees Parlement voorgelegd. Het Europees Parlement dient de kandidaat-Commissie dan als
college te aanvaarden. De Europese Raad benoemt ten slotte de Commissie met gekwalificeerde
meerderheid.
Pagina 6 van 42
,F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
Taken
Taken van de Europese Commissie (art. 17 lid 1 VEU):
- Gangmaker van de Unie: EC heeft eigen beslissingsbevoegdheid. Belangrijkste bevoegdheid is
exclusieve recht van initiatief. EC kan op terrein waar het geen initiatiefrecht heeft
aanbevelingen of adviezen uitbrengen. EC speelt belangrijke rol bij herziening van verdragen.
- Vertegenwoordiger van de Unie: EC zorgt voor externe vertegenwoordiging van de Unie,
beschikking over Hoge vertegenwoordiger en een aantal commissarissen. Centrale figuur in dit
verband is de Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlands en veiligheidsbeleid.
- Bestuursorgaan van de Unie: uitvoering vindt normaliter door lidstaten plaats. Alleen waar de
uitvoering volgens eenvormige voorwaarden nodig is, kan aan de Commissie de bevoegdheid
worden gegeven uitvoeringshandelingen vast te stellen.
- Toezichthouder van de Unie: EC voert deze taak uit als bestuursorgaan. Ziet er op toe of lidstaten
zich houden aan primair en secundair recht, op inachtneming van het Unierecht door andere
Unie-instellingen, organen en instanties. Toezichthoudende rol omvat ook natuurlijke personen
en rechtspersonen voor zover zij binnen werkingssfeer van de EU vallen.
Organisatie
Commissie wordt in haar werk ondersteund door aantal directoraten-generaal (DG) en vergelijkbare
afdelingen. Zij zijn verantwoordelijk voor de voorbereidingen van de werkzaamheden van de EC en
de implementatie van haar beslissingen. Elke commissaris krijgt ondersteuning van een kabinet
bestaande uit een kleine groep adviseurs en ondersteunend personeel. Commissie wordt ook
ondersteund door een secretaris-generaal.
Commissie handelt als college (collegialiteitsbeginsel).
2.5 Hof van Justitie, Gerecht en rechterlijke kamers
Samenstelling en benoemingsprocedure
Rechters worden door lidstaten in onderlinge overeenstemming voor een periode van zes jaren
benoemd. Hof moet volgens art. 19 lid 2 uit één rechter per lidstaat bestaan. Hof wordt in zijn
werkzaamheden bijgestaan door advocaten-generaal. Rechters en advocaten-generaal zijn verplicht
hun functie volkomen onpartijdig uit te oefenen.
Gerecht: ten minste één rechter per lidstaat moet zitting nemen, geen maximale aantal rechters.
Taken
Art. 19 VEU: het verzekeren van de eerbiediging van het Unierecht bij de uitlegging en toepassing
van de verdragen:
- Beroep behandelen;
- Bij wijze van prejudiciële beslissing een oordeel vellen;
- De overige in de verdragen bepaalde gevallen.
De functie van de advocaat-generaal is het Hof voorzien van een onpartijdige en onafhankelijke
evaluatie van de feiten en juridische vraagstukken.
Pagina 7 van 42
,F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
Organisatie
Rechters en advocaten-generaal verbonden aan het Hof en de rechters van het Gerecht worden ieder
in de voorbereiding van rechtszaken ondersteund door een kabinet bestaande uit referendarissen en
ondersteunend personeel.
Hoofdstuk 3: Besluitvormingsprocedures in de Europese Unie
3.1 Noodzakelijkheid van rechtsvorming en beleidsvorming in de EU
Art. 3 VWEU: de verschillende beleidsterreinen van de Europese Unie.
3.2 Wie nemen de besluiten in de Europese Unie?
Direct betrokken instellingen bij Europese besluitvorming:
- Het Europees Parlement: burgers rechtstreeks vertegenwoordigd in het Parlement;
- De Raad: gevormd door vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten (artikel 16 lid 2
VEU). Raad behartigt nationale belangen in het bestuur van Europa;
- Commissie: bestuurders die hun taak in het algemeen belang van de Unie uitoefenen (artikel 17
VEU).
Deze instellingen moeten elkaar raadplegen en in onderlinge overeenstemming hun samenwerking
bepalen (artikel 295 VWEU). Dit kan door middel van interinstitutionele akkoorden.
3.3 Rechts- en beleidsvorming in het kader van het Werkingsverdrag
De Raad en het Europees Parlement oefenen samen de wetgevende taak uit.
Met de volgende middelen kunnen de instellingen de bevoegdheden uitoefenen die in artikel 288
VWEU zijn genoemd:
- Verordeningen;
- Besluiten;
- Richtlijnen;
- Adviezen;
- Aanbevelingen.
Het exclusieve recht van de Commissie om initiatieven te nemen
Art. 17 lid 2 VEU: Commissie heeft het exclusieve recht van initiatief.
Aan een besluit moet een voorstel van de Commissie ten grondslag liggen, wil de Raad en het
Parlement een beslissing kunnen nemen over wetgeving. Commissie kan haar voorstel wijzigen en
zelfs terugtrekken tot de Raad een besluit genomen heeft (art. 293 lid 2 VWEU). Raad kan alleen
met eenparigheid van stemmen van een voorstel afkomstig van de Commissie afwijken (art. 293 lid
1 VWEU).
Pagina 8 van 42
, F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder Recht van de Europese Unie D.M. de Vries
In deze gevallen heeft een andere instelling het recht van initiatief:
- De ECB kan een aanbeveling doen voor het wijzigen van de statuten van de ESCB (art. 129 lid 3
VWEU);
- De Raad kan een raadgevend comité instellen voor de werkgelegenheid (art. 150 VWEU);
- Het Parlement stelt bij verordeningen op eigen initiatief het statuut vast van de ombudsman
volgens een bijzondere wetgevingsprocedure (art. 288 lid 4 VWEU).
Het Europees Parlement heeft de bevoegdheid om de Commissie te verzoeken passende voorstellen
in te dienen wanneer naar het oordeel van het Parlement voor de uitvoering van de verdragen,
besluiten noodzakelijk zijn (art. 225 VWEU). De Raad heeft een vergelijkbare bevoegdheid (art.
241 VWEU).
Burgerinitiatief (art. 11 lid 4 VEU): minimaal één miljoen Unieburgers, moet uit minstens een kwart
van de lidstaten afkomstig zijn (art. 7 lid 1 VEU), aantal ondertekenaars moeten een per lidstaat
vastgestelde kiesdrempel overschrijden. Burgerinitiatieven kunnen geweigerd worden wanneer ze
lichtzinnig of ergerlijk zijn, of in strijd met de waarden van de Europese Unie.
De gewone wetgevingsprocedure
Artikel 294 VWEU:
- Voorstel van de Commissie wordt naar de Raad en het Europees Parlement gestuurd;
- De eerste lezing vindt plaats wanneer de Raad het eens is met het Parlement wat betreft de
wetgeving en dit wordt vastgesteld (conform het standpunt van het Parlement) (art. 294 lid 4
VWEU). Als de Raad het niet eens is met het Parlement, stelt eerstgenoemde een standpunt vast;
- De tweede lezing: Het standpunt van de Raad wordt naar het Parlement gestuurd en moet binnen
drie maanden aanvaard worden. Ook kan het Parlement beslissen zich niet uit te spreken.
Wanneer dit gebeurt, is de wetgeving aangenomen conform het standpunt van de Raad (art. 294
lid 7 sub a VWEU). Wanneer het standpunt verworpen wordt, is de wetgeving niet vastgesteld.
Bij amendering komt de bal dan weer bij de Raad en de Commissie terecht;
- De bemiddelingsfase: deze fase treedt in werking als de Raad niet alle amendementen overneemt
en wordt geleid door het bemiddelingscomités (art. 294 lid 8 sub b VWEU). De Commissie is
bemiddelaar in deze fase. Wanneer het comité het niet binnen zes weken eens kan worden, is er
geen besluit (art. 294 lid 12 VWEU). Als het comité het wel eens wordt, vangt de derde lezing
aan;
- Derde lezing: De Raad en het Europees Parlement dienen binnen zes weken de
gemeenschappelijke ontwerptekst aan te nemen (art. 294 lid 13 VWEU).
Bijzondere wetgevingsprocedures
Er is geen bindende termijn voor het Parlement waarbinnen het advies moet uitbrengen.
Art. 13 lid 2 VEU: beginsel van loyale samenwerking.
Art. 48 lid 7 VEU: passerelle opgenomen op grond waarvan de Europese Raad kan bepalen dat
besluiten die via een bijzondere procedure vastgesteld worden, via de gewone procedure moeten
worden vastgesteld.
Het resultaat van het regelgevend optreden is een maatregel van algemene strekking (een
verordening of een richtlijn) of een maatregel die gericht is tot een of meer adressanten (een
besluit). De maatregel moet in ieder geval voldoende gemotiveerd zijn (art. 296 VWEU).
Verordeningen, richtlijnen en besluiten moeten gepubliceerd worden in het Publicatieblad van de
Europese Unie (art. 297 VWEU).
Pagina 9 van 42
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller desmaindevries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.