,1. Een rechtsstaat
- De overheidsorganen zijn gebonden door het objectieve – democratisch tot stand gekomen – recht
waarvan zij de toepassing moeten verzekeren. De overheid is dus ook “onderworpen” aan het recht.
- De macht v.d. overheidsorganen zijn beperkt door de individuele rechten en vrijheden v.d. burgers.
- De naleving v.d. rechten en vrijheden en v.h. recht in het algemeen, is afdwingbaar voor een
onafhankelijke rechter.
Politiestaat = De rechtsonderhorigen beschikken over geen effectieve juridische verweermiddelen
om zich te verzetten tegen een onbeperkte uitoefening v.d. macht v.d. overheid.
Vb. Libië onder Kadhafi
2. Een federale staat
A. Van gedecentraliseerde eenheidsstaat naar een
federale staat (= BE)
Eenheidsstaat / unitaire staat
= Een staat waarin de soevereiniteit volledig en onverdeeld bij het nationale gezag berust, dat
over de volheid v. bevoegdheid beschikt.
Verzachting / gedecentraliseerde, unitaire staat
= Het politieke gezag rust nog steeds bij de nationale overheid, maar aan van de Staat
onderscheiden entiteiten wordt rechtspersoonlijkheid toegekend om welbepaalde
overheidstaken te behartigen.
=> Bestuurlijk toezicht = Het centrale gezag kan de rechtshandelingen door deze
entiteiten vernietigen.
België: de 4e staatshervorming 1993 => België is een federale staat
=> Verankerd in art. 1 Gw.
=> “België is een federale Staat, samengesteld uit de
gemeenschappen en de gewesten.”
1
,B. Het begrip federale staat
= Bondstaat
= Een staat waarin de bevoegdheden verdeeld zijn tussen 2 onderscheiden en autonome
rechtordeningen.
1. De federatie = de nationale overheid
2. De deelstaten = de sub-nationale overheden
=> Deze zijn niet ondergeschikt aan elkaar
!!! De federatie oefent een nationaal centraal gezag uit
Gedecentraliseerd bestuur: bestuurlijk gezag
=> Beiden spreiding v. overheidsgezag MAAR ≠ intensiteit
Centripetaal federalisme (= agregatief federalisme)
= De vrijwillige aaneensluiting v. voorheen onafhankelijke staten. Deze opteren ervoor om hun
doelstellingen op bepaalde vlakken in een groter staatkundig geheel te realiseren.
Vb. De Verenigde Staten v. Amerika of de Bondrepubliek Duitsland
Centrifugaal federalisme (= segregatief federalisme)
= Een federale staat die ontstaat uit de afkalving v.e. gedecentraliseerde eenheidsstaat waarin de
samenstellende delen steeds ruimere autonomie verwerven.
Vb. België en het Verenig Koninkrijk der Nederlanden
C. De “wetten” v.h. federalisme
- Autonomie (= self rule)
- Participatie v.d. deelstaten (= shared rule)
- Coöperatie
1. Autonomie (= self rule)
=> De componenten beschikken over staatsmachten die zij uitoefenen vrij van enige hiërarchische
band met het centrum.
=> Deelstaten zijn zelfstandige rechtspersonen, met eigen organen, eigen bevoegdheden en eigen
financiële middelen.
=> De deelstaten hebben de bevoegdheid om wetskrachtige normen uit te vaardigen, binnen de
vooraf vastgelegde bevoegdheidsverdeling.
!!! Enkel de federale Staat beschikt over internationale rechtspersoonlijkheid
- Jus belli = het recht de oorlog te verklaren
- Jus tractatis = het recht verdragen af te sluiten
- jus legationis = het recht diplomatieke betrekkingen te voeren
In de meeste federale staten
=> Bevat de Gw. een limitatieve opsomming v.d. bevoegdheden v.d. federale staat
=> Andere komen toe aan de deelstaten
=> Waakt een hooggerechtshof over de naleving v.d. bevoegdheidsverdelende regels.
2
, => Beschikken de deelstaten over voldoende ruime bestedingsautonomie, hoewel hun
fiscale bevoegdheid eerder beperkt is.
2. Participatie v. deelstaten (= shared rule)
= Het medebeslissingsrecht v.d. deelstaten in de federale besluitvorming.
=> Een waarborg dat de federale Gw. en de federale wetgeving betreffende het statuut v.d.
deelstaten niet eenzijdig, tegen de wil v.d. deelstaten kan worden gewijzigd.
=> Methode = tweekamerstelsel
3. Coöperatie
= Samenwerkingsmechanismen tussen de verschillende componenten worden voorzien.
=> Deelstaten onderling & deelstaten met federale overheid
=> Een waarborg voor het voortbestaan v.d. federale staat
D. Confederalisme
= Een staatstructuur binnen dewelke onafhankelijk en soevereine staten met elk een eigen Gw.
en internationale rechtspersoonlijkheid, via een verdrag beslissen bepaalde bevoegdheden
gezamenlijk uit te oefenen. Vb. Economische belangen, defensie…
=> Elke staat blijft onafhankelijk, met eigen grenzen, douane, munt, justitie en defensie.
E. Het Belgisch federalisme
= Centrifugaal
- Alleen de Federale Staat beschikt over een Gw.
- Deelstaten hebben geen grondwetgevende bevoegdheid (WEL constitutieve autonomie)
- Tweekamerstelsel
=> 6e Staatshervorming = Hervorming v.d. samenstelling en bevoegdheden v.d. senaat
=> Geen rechtstreeks verkozen senatoren
=> Leden aangewezen door en uit de deelstaatparlementen
=> Senaat is een ontmoetingsplaats v.d. deelstaten
- Opsplitsing in gemeenschappen en gewesten
=> Met gedeeltelijk overlappende territoria
- Bevoegdheden v. gem. en deelst. zijn v. toegewezen aard
=> De Federale staat heeft een residuaire bevoegdheid ???
Enkele confederale trekken:
1. Deelstaten kunnen internationale verdragen afsluiten in het kader v. hun bevoegdheden
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentRechten4321. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.39. You're not tied to anything after your purchase.