Wat is het bestuursrecht: het recht dat de relaties tussen het openbaar bestuur en de
burgers normeert. Het bestuursrecht regelt dus de rechtsverhouding tussen het openbaar
bestuur en burger.
Het algemene bestuursrecht wordt in de Awb behandelt. In deze wet worden algemene
regels gegeven over de rechtsbescherming, handhaving en bijvoorbeeld de begrippen
bestuursorgaan, delegatie, attributie, mandaat, besluit en beschikking.
Doelen Awb:
- Meer eenheid brengen in de bestuursrechtelijke wetgeving
- De bestuursrechtelijke wetgeving systematiseren en vereenvoudigen
- Tot slotte normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld codificeren (opnemen in een
wet).
Ontstaan van de Awb:
- Doolhof voor 1983 -> na 1983: art 107 lid 2 Gw ¨De wet stelt algemene regels van
bestuursrecht vast¨.
- Commissie Scheltema: bevorderen eenheid / systematiseren en vereenvoudigen /
codificeren jurisprudentie / treffen van voorzieningen bepaalde onderwerpen.
- Resultaat Awb -> under construction (de wet is nog niet af)
Het bijzonder bestuursrecht richt zich op een bepaald onderdeel van het bestuursrecht. Het
vreemdelingenrecht, belastingrecht, socialezekerheidsrecht, milieurecht en het ruimtelijk
bestuursrecht zijn voorbeelden van onderwerpen die in speciale (bijzondere)
bestuursrechtelijke wetten worden geregeld.
Algemeen <-> bijzonder:
Algemeen: regels over de procedures die de overheid moet hanteren jegens de burgers.
Bijzonder: valt alles onder wat in een specifieke wet is geregeld.
BIJZONDER GAAT ALTIJD BOVEN ALGEMEEN!!!!!!
Voorbeeld van publiekrecht: als je een evenementenvergunning wilt hebben, moet je deze
aanvragen bij de overheid. De overheid bepaalt dan (als machtig orgaan) of je wel of niet
voor de vergunning in aanmerking komt.
Wat is dat nou het openbaar bestuur: het uitvoerende gedeelte van onze overheid.
Het bestuursrecht kun je vinden in:
- Het internationale recht (EVRM is een voorbeeld) -> artikel 6 van dit verdrag speelt
een grote rol in procedures voor de nationale bestuursrechter. De burger kan zich
beroepen op partijdigheid van de bestuursrechter of schending van een redelijke
termijn.
- De nationale wetgeving bestaat uit een groot aantal bestuursrechtelijke wetten in
formele zin (dit zijn wetten die door de regering en de Staten-Generaal worden
vastgesteld art 81 Grondwet). Bijvoorbeeld: de Gemeentewet, de Grondwet en de
Wet op de Raad van State.
- Jurisprudentie (uitspraken van de Hoge Raad).
- Het ongeschreven bestuursrecht, wordt ook wel het gewoonterecht genoemd. Het
vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel zijn ongeschreven beginselen
waar de overheid rekening mee moet houden en waarop de burger een beroep kan
doen.
Aanbouwwet:
- Eerste en tweede tranche: per januari 1994
- Derde tranche: per januari 1998
- Vierde tranche: per 1 juli 2009
- Toekomst: Vijfde tranche: under construction
Inhoudsopgave Awb -> materiële bestuursrecht:
Hoofdstuk 1: inleidende bepalingen
Hoofdstuk 2: verkeer tussen burgers en bestuursorganen
Hoofdstuk 3: algemene bepalingen over besluiten
Hoofdstuk 4: bijzondere bepalingen over besluiten
Hoofdstuk 10: bepalingen over bestuursorganen
,Bestuursprocesrecht:
Hoofdstuk 5: handhaving
Hoofdstuk 6: algemene bepalingen bezwaar en beroep
Hoofdstuk 7: bijzondere bepalingen over bezwaar en adm. beroep
Hoofdstuk 8: bijzondere bepalingen over de wijze van proceduren bij de bestuursrechter
Hoofdstuk 9: klachtbehandeling
Formele bestuursrecht: de procesrechtelijke regels die de burger nodig heeft om tegen het
optreden van de overheid iets te ondernemen.
Voorbeeld: de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de afwijzing van een
omgevingsvergunning.
Materieel bestuursrecht: rechtsnormen waarin voor burgers en bestuursorganen
aanspraken of verplichtingen zijn opgenomen.
Voorbeeld: een bepaling in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, waarin de
voorwaarden staan waaraan een aanvraag voor een omgevingsvergunning moet worden
getoetst.
Legaliteitsbeginsel: De bevoegdheid van de overheid om op te treden moet in de wet terug
te vinden zijn.
De overheid die de burger verplichtingen kan opleggen, is alleen in staat als de bevoegdheid
in een wet in formele zin is opgenomen.
Voorbeeld: artikel 125 Gemeentewet is de bevoegdheid van het gemeentebestuur om
bestuursdwang toe te passen opgenomen.
Specialiteitsbeginsel: Dat de bevoegdheid van de overheid alleen kan worden aangewend
voor het specifieke doel waarvoor die wet is bedoeld. Dat doel is meteen ook de grens voor
de bevoegdheidsuitoefening. Indien de overheid zijn bevoegdheid voor een ander doel
aanwendt, is sprake van détournement de pouvoir.
Voorbeeld: artikel 2.2.2, eerste lid APV bepaalt dat het verboden is zonder vergunning van
de burgemeester een evenement te organiseren.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Overheidsmacht is verspreid over
verschillende niveaus. Op elk niveau treffen we openbare lichamen aan: de Staat, de
provincies, de waterschappen, de gemeenten en de lichamen waaraan krachtens de
Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend. De openbare lichamen bezitten
rechtspersoonlijkheid (art 2:1 BW).
Welke openbare lichamen zijn er:
- De Staat: een minister
- De provincies: provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de
Koning -> art 6 Provinciewet.
- De waterschappen
- De gemeenten: gemeenteraad, burgemeester en het college van B&W -> art 6
Gemeentewet.
, - De lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is
verleend, bijv: Sociaal-Economische Raad (SER). De SER is een adviesorgaan
waarin ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen samenwerken, om
tot overeenstemming te komen over belangrijke sociaal-economische onderwerpen -
> art 134 Grondwet.
De openbare lichamen bezitten rechtspersoonlijkheid.
Wanneer de overheid privaatrechtelijk handelt, moet zij rekening houden met het feit dat zij
handelt in algemeen belang.
De overheid die als ´burger´ optreedt, moet rekening houden met de algemene beginselen
van behoorlijk bestuur (art 3:1 lid 2 Awb en art 3:14 BW).
Wat houdt de tweewegenleer in: De leer dat, indien een publiekrechtelijke bevoegdheid
bestaat, ook gebruik mag worden gemaakt van een privaatrechtelijke bevoegdheid.
In het Windmill-arrest heeft de Hoge Raad bepaald in hoeverre de overheid kan kiezen voor
de publiekrechtelijke dan wel privaatrechtelijke weg.
Bij de toetsing of van een onaanvaardbare doorkruising sprake is, moet onder meer
worden gelet op:
1. Inhoud en strekking van de regeling.
2. De wijze waarop de mate waarin het kader van die regeling de belangen van de
burgers zijn beschermd, een en ander tegen de achtergrond van de overige
geschreven en ongeschreven regels van publiekrecht.
3. En voorts of de overheid door gebruikmaking van de publiekrechtelijke regeling een
vergelijkbaar resultaat kan bereiken als door gebruikmaking van de privaatrechtelijke
bevoegdheid, omdat, zo zulks het geval is, dit een belangrijke aanwijzing is dat geen
plaats is voor de privaatrechtelijke weg.
De tweewegenleer bepaalt dat, als de publiekrechtelijke weg openstaat, de privaatrechtelijke
weg in beginsel is afgesloten. Maar als in de wet niet duidelijk wordt aangegeven dat het om
een exclusief publiekrechtelijke bevoegdheid gaat, kan op dit beginsel een uitzondering
worden gemaakt.
Voorbeeld privaatrechtelijke rechtspersoon die publieke taken uitoefent:
Voor mensen met beperkingen, die vanwege die beperkingen onmogelijk met het openbaar
vervoer kunnen reizen, bestaat de mogelijkheid een zogenoemd ´hoog persoonlijk
kilometerbudget´ te krijgen. Dat is een jaarlijks budget van 2250 kilometer waarmee men
voor 0,20 cent per kilometer met de taxi buiten regio kan reizen. Een aanvraag voor zo'n
budget kan men indienen bij FMMU advies BV. Dat is een besloten vennootschap die een
overeenkomst met de minister heeft gesloten. Op grond van die overeenkomst is het bedrijf
belast met het nemen van besluiten op aanvragen om een hoog persoonlijk kilometerbudget.
FMMU advies BV is, als zij besluiten neemt op een aanvraag, een bestuursorgaan en wel
een b-orgaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jamienannen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.