100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biology, ISBN: 9781292341637 Biologie Van Planten ( B-B1PLMI20), Hoorcolleges Plasticiteit + H39 $3.17
Add to cart

Summary

Samenvatting Biology, ISBN: 9781292341637 Biologie Van Planten ( B-B1PLMI20), Hoorcolleges Plasticiteit + H39

 51 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document vind je uitgewerkte aantekeningen van de hoorcolleges over plasticiteit van het vak Biologie van planten en micro-organismen aan de Univeristeit Utrecht. Daarnaast zijn de aantekeningen aangevuld met een samenvatting van H39 Plant signals and behavior uit het boek Campbell 12e edit...

[Show more]

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • H39
  • January 5, 2021
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
HC05A – Plasticiteit
Plasticiteit is de wetenschappelijke term voor flexibiliteit. => Het vermogen van een organisme om
processen, bv groei, ontwikkeling, fysiologie, aan te passen tijdens de levenscyclus van een organisme.
Planten zijn daar goed in! Niet verwarren met:
Ontogenie: verwijst naar de ontwikkeling van een organisme door zijn leven, (ontkiemen boon). Planten
krijgen tijdens hun leven meer ledematen. Groot verschil met dieren! Daarbij staat het vast vanaf
geboorte.
Planten zijn stuurbaar door omgevingsprocessen. Hiervoor moet je die omgeving kunnen waarnemen.
Planten kunnen goed waarnemen en ontvangen veel uitdagingen en info uit omgeving. Lengte dag, licht,
temperatuur, zwaartekracht, water, pathogenen, verwonding. Ze hebben dus ‘zintuigen’ in de vorm van
receptoren en kunnen reageren op omgeving.
VOORBEELD: Planten buigen afhankelijk van licht en Fz, planten groeien weg van giftige plek in bodem.

Er zijn meer overeenkomsten tussen planten- en dierencellen dan verschillen. Dieren reageren vaak op
stimuli door te bewegen. Planten doen dat door groei en ontwikkeling te veranderen.
Uit de axillary bud van een aardappel komt een witte uitloper zonder blaadjes in het donker: plant stopt
de energie van knol (die die anders zou verspillen aan tevergeefse fotosynthese) in de lengte van de
stam. En minder verdamping! (groeit normaal onder de grond). De aanpassing aan het donker noem je
etiolation. Bij blootstelling aan licht gaan er groene blaadjes ontwikkelen. Dit noem je de-etiolation:
productie chlorofyl, verlenging van wortels, ontwikkeling van bladeren. Dus kracht van plasticiteit en
omgevingsfactoren is heel groot!

Hoe doen planten dat? Receptie – transductie – respons.
Signaaltransductie: signaal (hormoon/omgevingsfactor) wordt waargenomen door receptor. Via relay
Blok 2 moleculen
PMO – HC05is er+transductie
HC06 Plasticiteit – H39 Campbell
en uiteindelijk 12e (activatie/onderdrukking cellulaire respons). In
een respons.
iedere cel vinden dit soort processen plaats en gezamenlijk leiden die tot een gecoördineerde output
(organisme output).
Kinase: fosforyleert bepaalde eiwitten en maakt ze zo meer hydrofoob en actief. Veel 2nd messengers
fosforyleren een kinase (cascade). Meestal wordt als laatste een transcriptiefactor gefosforyleert zodat
genen worden aangezet en eiwitten worden geproduceerd.
Fosfatases: enzymen die defosforyleren en zetten het pad uit.
Specifieke transcriptiefactor: bindt aan een specifieke DNA sequentie en bevordert de transcriptie
(activator) of remt het juist (inhibitor). Mutanten voor een inhibitor doen bv aan de-etiolation in donker.
Bij de de-etiolatie reactie worden via transcriptiefactoren via genen enzymen gemaakt (of fosforylering)
die betrokken zijn bij fotosynthese, aanmaak chlorofyl, en remmen van stamgroei (rem auxine).

Plantenhormonen
 Interne regulatoren van de plant. De hormonen kunnen door de plasmodesmata en zo kan de
reactie van hele plant geoptimaliseerd worden. Zorgt ook voor communicatie buitenwereld.
 Beïnvloeden alle ontwikkelingsstadia van een plant.
Hormoon: signaalmolecuul die in kleine hoeveelheden door 1 deel van organisme wordt geproduceerd
en getransporteerd wordt naar ander deel waar het bindt aan een receptor en respons veroorzaakt.
Maar sommige plantenhormonen hebben alleen lokaal invloed en andere (glucose) komen in grote
concentraties voor. Daarom betere term plant groeiregulator: organische componenten die 1 of meer
specifieke fysiologische processen in de plant veranderen of controleren. (gebruiken term hormoon)
Hormonen hebben vele effecten (betrokken bij meerdere processen), hangt af van concentratie en
hoeveel verschillende hormonen er nodig zijn voor proces. => bijna altijd interactie.

, Kieming zaadje: bij ABA zie je een blokpijl (remt kieming). Bij GA (gibberelline) zie je een gewone pijl =>
stimuleert kieming.
Zaailing: Ethyleen , cytokine, auxine, GA, ABA.
Shoot apical meristem: AUX, GA (remt), CK (stimuleert).
Bloeien: CK en ethyleen remmen, GA en AUX stimuleren.
Bloem: GA stimuleert vorming bloemblad, ABA remt.
Bij de meeste vormen van plasticiteit spelen hormonen een grote rol.

Regulatie en aanpassing van groei
ABA beïnvloedt fotosynthese en watertransport door reguleren openen huidmondjes. Tegelijkertijd!
Want open is meer fotosynthese EN meer waterverlies. Het heeft invloed op 2nd messengers en zorgt
voor opening K-kanalen waardoor ionen de cel uitstromen => minder druk, mondje dicht.
ABA kan ook direct invloed hebben op de aanmaak van rubisco. Als er al heel veel glucose in de plant is,
vindt er via ABA een negatieve terugkoppeling plaats => minder aanmaak rubisco.
ABA speelt dus een grote rol in droogtetolerantie:
- Is het primaire interne signaal dat planten in staat stelt tegen droogte te kunnen.
- ABA ophoping in verwelkende bladeren laat huidmondjes snel sluiten.
- Transport van ABA van water gestreste wortelsystemen naar bladeren geeft een vroeg
waarschuwingssysteem.
En als een mutant maiszaadje ongevoelig is voor ABA, gaat het al kiemen als het nog aan de kolf zit. Via
dit soort mutanten zijn veel signaaltransducties ontrafeld. ABA zorgt ervoor dat een zaad niet ontkiemt
bij te koud, droog of te weinig licht en induceert de synthese van eiwitten die helpen de extreme
omstandigheid te overleven. De inactivatie/verwijdering van ABA is nodig voor kieming: wordt bepaald
door verhouding ABA/GA => ABA remt GA en dus kieming:
Blok 2 PMO - –Bij
HC05 + HC06
kieming Plasticiteit
neemt – H39water
een zaadje Campbell
op en12e
wordt er vanuit het embryo GA gemaakt wat zich
verplaatst naar de buitenste laag (aleurone laag).
- Die maakt het enzym α-amylase wat zetmeel afbreekt tot verbrandbare suikers.
- Die worden opgenomen door het embryo die dan kan groeien.
GA is ook een sterke groeiregulator, zorgt voor meer groei. Ze activeren enzymen die de celwand losser
maken en ervoor zorgen dat expansines erbij kunnen. Zorgt samen met auxine voor elongatie/ celdeling.
Foolisch seedling disease: rijstplanten groeiden zo lang dat ze omvielen. Ze waren geïnfecteerd met een
schimmel (Giberelle fujikori) die een stofje maakte die de groei veroorzaakte => GA. Bleek dat de plant
dit ook zelf maakt.

Groene revolutie: er zijn semi-dwerg variëteiten ontstaan via klassieke veredeling. Later blijken dit GA
biosynthese en GA signaleringsmutanten te zijn. => Minder GA gemaakt. Della eiwitten zijn
groeiremmers. In de mutanten werd dit niet afgebroken (want dat wordt aangestuurd door GA) en bleef
de plant dus klein.
GA stimuleert ook de overgang van een vegetatieve naar een reproductie stadium. En als je het aan
druiven toevoegt, worden de druiven groter. En het verlengt de internodes zodat de individuele druiven
meer ruimte hebben om te groeien en de luchtcirculatie infecties bestrijdt.

Planten bewegen
Tropie: elke respons resulterend in een buiging van organen naar of weg van een stimulus.
De groei van een scheut naar of weg van licht wordt fototropie genoemd.
Charles Darwin heeft veel onderzoek gedaan naar de beweging van planten. Bijzonder voor die tijd! Hij
liet bijvoorbeeld zien dat planten konden buigen. En toen hij het topje van een scheut afhaalde, boog de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lukabiemond. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.17
  • (0)
Add to cart
Added