Not all important topics are mentioned in it. Also, not all chapters are in the summary. This while that is in the description..
By: sofiekooitje • 3 year ago
Translated by Google
All chapters that are prescribed for the exam/classes are described herein. It is true that not all chapters have been described because it was not part of the prescribed literature!
By: serkanarslan • 3 year ago
By: marwatasgaoui • 3 year ago
By: lamyaerabhi • 2 year ago
By: kjeldmensink • 3 year ago
Seller
Follow
sofiekooitje
Reviews received
Content preview
INLEIDING RECHT
H1
4 functies recht
- Normatieve functies > gedragsregels na leven (normen)
Sommige rechtsnormen veranderen nooit (diefstal, moord, verkrachting) en sommige
wel, bijvoorbeeld discrimineren van transgenders.
- Geschiloplossende functie > oordelen of iemand wordt gestraft. En zo ja, op welke
wijze en met behulp van welke procedure
- Additionele functie > als partijen vergeten op een bepaald punt afspraken te maken,
geeft het recht aan welke regel geldt. Deze functie geldt niet als er wel afspraken zijn.
- Instrumentele functie > wetgever bepaalt hoe we sommige dingen doen (stoppen
voor roodstoplicht) geen normbesef maar wel belangrijk. Sommige dingen kan je niet
aan de mensen zelf overlaten, de risico’s zijn hiervoor te groot en daarom hakt de
wetgever de knoop door.
Rechtsgebieden
- Personen- en familie recht
- Vermogensrecht
- Ondernemingsrecht
- Strafrecht
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
Materieel recht:
- Regeling wetgever voor onbepaald aantal, niet bij de naam genoemd persoon.
- Wat wel en niet mag, rechten en plichten.
- Strafrecht
Formeel recht: wet is tot stand gekomen door regering en Staten Generaal.
- Houdt de regels in die men moet volgen om het materiële recht na te leven
(procederen, hoe en waar)
- De regels die men moet volgen om materiële regels te effectueren
- Strafvordering
Dwingend recht (moeten)
- Recht waarvan burgers niet mogen afwijken, wel doen? > dan komen er wettelijke
regels van toepassing.
Aanvullend recht (kunnen)
- Recht waarvan burgers wel mogen afwijken, voorwaarde is dat beide partijen moeten
akkoord gaan met deze afwijking.
Objectief recht > BW wetten
- Positief recht. Regels die in eerdergenoemde rechtsregels voortvloeit
Subjectief recht
- Recht dat een individu in concreto bezit >bv. Politie mag iemand aanhouden.
Rechtsbronnen > bron van het recht
1. De wet
2. Jurisprudentie
3. Gewoonte
4. Verdragen
,Rechtsregel > ligt vast in rechtsbronnen en verschilt van gedragsregels.
Gedragsregel > wordt gedrag van iemand verwacht (huisregels)
Jurisprudentie > verzameling rechterlijke uitspraken en uitleg wetteksten of aangevuld.
Wet is niet altijd volledig of duidelijk. Dus de rechter moet het aanvullen op basis van
bestaande regels. Bv. Elektriciteit < geen goed, maar toch wel
H9
Kenmerken rechtsstaat
- Volksgemeenschap > groep mensen die bij elkaar hoort (natie)
- Volksgemeenschap bevindt zich in afgegrensd grondgebied.
- Binnen volksgemeenschap is er 1 orgaan die de hoogste macht heeft.
Soevereiniteit > recht orgaan om hoogste gezag uit te oefenen zonder verklaring maar
wel wordt geaccepteerd.
Trias Politica
1. Wetgevende macht > Staten-Generaal & regering + 1e en 2e kamer
- wetgever vaardigt regels uit.
2. Uitvoerende macht > regering
- voert de regels uit
3. Rechtsprekende macht > rechters
- macht waaraan rechtspraak is opgedragen. De recht over de wetten.
Checks & Balances
- systeem om de machten in evenwicht te houden. Geen enkele is de sterkste.
Decentralisatie
- macht in Nederland is verspreid over verschillende overheden. Verschillende vormen
van decentralisatie onderscheiden.
Territoriale spreiding > aan lagere overheden bevoegdheden toegevoegd die
ieder verbonden zijn aan eigen afgebakend stuk (gemeente & provincie)
Functionele spreiding > specifieke bevoegdheden aan openbare lichamen om
een bepaald doel te realiseren. (productschap & bedrijfschap)
Combinatie van territoriale en functionele decentralisatie > Waterschap: dit
heeft tot opdracht de waterstand en alles wat daarmee samenhangt in stand te
houden en daartoe de nodige maatregelen te treffen (functioneel), maar
gekoppeld aan een bepaalde regio (territoriaal)
Staten Generaal > Eerste & Tweede Kamer (parlement)
- Parlement is op democratische wijze gevormd
- Mensen hebben kiesrecht:
> Actief kiesrecht= mogelijkheid om op andere te stemmen, je moet 18 jaar, Nederlands
en niet veroordeeld zijn en geen stoornis hebben.
> Passief kiesrecht= mogelijkheid om zelf gekozen te worden. Zelfde voorwaarden als
kiesrecht + niet uitgesloten zijn voor het kiesrecht.
, Tweede Kamer
- Bestaat uit 150 leden (afgevaardigden of parlementariërs)
- Zittingsduur is 4 jaar, daarna kunnen ze herkozen worden.
- 2 kiesstelsels:
> Districtenstelsel: kandidaten worden per district gekozen. Het land wordt in zoveel
districten verdeeld als weg te geven zijn.
> Stelsel van evenredige vertegenwoordigers: kandidaten worden landelijk uitgekozen.
Politieke partij krijgt zoveel zetels als stemmen zijn uitgebracht gedeeld door de kiesdeler
(blz. 317)
Eerste Kamer
- 75 leden (senatoren)
- Zittingsduur is 4 jaar, daarna kunnen ze herkozen worden.
- Burgers kiezen per provincie de leden van de Provinciale Staten. De Provinciale Staten
kiezen de leden van de Eerste Kamer.
Regering
- Bestaat uit Koning en ministers.
- Kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen (bewindslieden), onder leiding van
minister-president. In het kabinet wordt over ministerraad gesproken.
- Demissionair kabinet: na verkiezingen in oude samenstelling blijft regeren tot nieuwe
kabinet is samengesteld & lopende zaken afhandelt.
- Monarchie: De koning is via vererving gekozen. Gedecentraliseerde eenheidsstaat,
overheid geeft deel van de taken over aan lagere overheden (provincies & gemeenten)
Attributie Art. 10:22 Awb
- Toekenning bevoegdheden aan staatsorgaan
Delegatie Art 10:13 Awb
- Bevoegdheid overgedragen aan bestuursorgaan,
- Verkrijger oefent bevoegdheid op eigen verantwoord en in eigen naam uit.
- Overdragen van bevoegdheid kan het niet meer terugdraaien.
- Verder doorgegeven= subdelegatie
Mandaat Art. 10:1 Awb
- Doorgegeven bevoegdheid om namens bestuursorgaan te handelen.
- Maar wel in de naam van de ander.
- Mandaatgever blijft dus bevoegd en houdt ook verantwoordelijkheid.
Wet in formele zin
- Zegt iets over de manier waarop de wet tot stand gekomen is. (Art. 81 Gw)
- Altijd gemaakt door de hoogste wetgevende orgaan (1e en 2e Kamer)
- Bevat geen algemeen verbindende voorschriften
- “wet” in de naam
Wet in materiele zin
- Zegt iets over de inhoud van de wet.
- Algemene toepassing, geldt voor iedereen
- Kan ook door lagere wetgever tot stand zijn gekomen zoals gemeente.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofiekooitje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.25. You're not tied to anything after your purchase.