1.1 Wat is sociologie?
De leer van de menselijke samenleving. Bestudeert gedrag in sociale omgeving. Sociologie is
een wetenschap die kennis verzamelt via systematische waarneming van de feiten.
1.2 We moeten waarheid weer als waarde omarmen (Kraaijeveld, 2016)
1.3 Sociaal bewustzijn houdt in dat je zicht hebt op de snijpunten tussen jouw persoonlijke
levenslot, geschiedenis en sociale omstandigheden. Dat zicht wordt regelmatig belemmerd
door selectieve waarneming als gevolg van eigen belangen, vooroordelen, gebrekkige
kennis, enzovoort.
Sociaal bewustzijn krijg je door als het ware in een helikopter de aan je voorbijtrekkende
samenleving inclusief jezelf te analyseren. (macro)
Hoe jij de sociale werkelijkheid waardeert wordt in hoge mate bepaald door jouw
referentiekader en je maatschappijvisie. Je referentiekader en maatschappijvisie worden
voor een groot deel bepaald door de sociale klasse waarin je geboren bent of je nu beweegt.
Sociologische verbeelding (skracht). Het vermogen om brede maatschappelijke ontwikkeling
in verband te brengen met de individuele ervarings- en belevingswereld (w. Mills).
We lijden bijna dagelijks onder wat psychologen ‘cognitieve dissonantie’ noemen.
VB: ik wil een hamburger maar ik wil ook afvallen.
Cognitieve dissonantie is een psychologische term voor de onaangename spanning die
ontstaat bij het kennisnemen van feiten of opvattingen die strijdig zijn met een eigen
overtuiging of mening. Mensen hebben hierbij sterk de drang om verschillen van 2 cognities
te verkleinen. Vaak door feiten te vervormen naar onze eigen mening.
Cognitie = kennisvermogen. Proces van kenniswerving door waarneming en het verwerken.
Halo-effect is de neiging om te denken dat wanneer iemand op 1 terrein positief opvalt, hij
ook goed zal zijn op andere terreinen.
,We ondervragen de werkelijkheid niet, we martelen haar tot ze bekend wat we willen horen
(Mersch, 2016).
1.4 Max Weber, een van de grondleggers van de sociologie, word een idealist (liberalisme)
genoemd. Bij vertrekt vanuit het denken en de ideeën van mensen.
Karl Marx gaat meer uit van de structuur van de samenleving. De materiele wereld. Hij
wordt de materialist (socialisme) genoemd. Hij werd beïnvloed door filosoof Feuerbach.
Beide visies zijn terug te vinden in de dominerende hedendaagse maatschappijvisies. Dat zijn
2 dominante politieke stromingen (links en rechts). Ook wel (neo)liberaal en socialistisch.
Conservatief is behoudend en progressief is vernieuwend.
Liberaal rechts vertrekt vanuit de individu, cultuur en de ideeën
Liberaal links vertrekt vanuit de maatschappelijke structuren en de materie.
Rechts is meer voor straffen op basis van de ernst van het delict en de individuele
verantwoordelijkheid. Links is meer geneigd om rekening te houden met de sociale
omstandigheden van de dader. De rechtse politicus zal eerder geneigd zijn om
multiculturele problemen te herleiden tot een botsing tussen culturen (normen en
waarden). Terwijl links meer de nadruk zal leggen op sociale ongelijkheid en
machtsverschillen.
Solidair = samenhorigheid
Veel discussies over links en rechts gaan over de vraag hoe solidair we moeten zijn met
mensen die het slecht getroffen hebben en hoe belangrijk vrijheid en eigen
verantwoordelijkheid is.
1.5 De sociologie heeft zicht ontwikkeld tot een empirische en waardevrije wetenschap.
Haar theorie vloeit voort uit een systematische waarneming van de feiten. Morele
overwegingen mogen geen rol spelen bij onderzoek.
Uitkomsten van sociologisch onderzoeken worden wel gebruikt voor morele doelen.
VB: resultaten kunnen naar ongelijkheid tussen mannen en vrouwen door beleidsinstanties
gebruikt worden voor een gericht emancipatiebeleid.
, Een linkse progressieve regering zal daar eerder toe overgaan dan een rechtse conservatieve
regering.
1.6 Je kan als zorgverlener in je eigen kokervisie belanden. Het is fijn om als team dezelfde
lijn te trekken.
2. Homo sociologie
2.1 intro
2.2 Veel van ons gedrag is sociaal bepaald. De mens is volgens Ralph Dahrendorf (1964) een
‘homo sociologicus’, wiens leven gedirigeerd wordt door de rollen die van hem verwacht
worden.
Socioloog mark Elchardus vindt dat mensen niet zo individualistisch zijn als zij zelf vaak
denken. Onderwijsniveau en mediagebruik voorspellen hun opvattingen en gedragingen.
Genen: domein van de biologen en de genetici.
Uit internationaal onderzoekt blijkt dat zo’n 40% van de verschillen in geluksgevoel komt
door verschillen in genetische aanleg. 60% van de verschillen in geluksgevoel komt door
invloeden uit de omgeving. Welke invloeden weten we niet. Omdat omgevingsinvloeden
vaak ook gerelateerd zijn aan je genetische aanleg is het complex. Bij geluksgevoel is dus
sprake van een complex samenspel tussen genetische aanleg en omgevingsinvloeden.
Omgevingsinvloeden (maatschappelijke factoren) hebben een verschillende oorsprong:
groepering, cultuur, sociale laag (inclusief macht) en maatschappelijke ontwikkeling.
Bij groepering gaat het om mensen met wie je opgroeit. Familie, politieke vrienden,
seksegenoten enzovoort.
Cultuur bestaat uit de waarden, normen, verwachtingen en doeleinden die we als
samenleving of onderdeel daarvan met elkaar delen zoals Nederlands spreken, democratie,
eigen verantwoordelijkheid, rechts heeft voorrang, morgens ontbijten enzovoort. Cultuur is
een soort vruchtwater dat we nodig hebben om te kunnen leven.
Sociale laag is ook belang van belang. Je leven ontwikkelt zich anders in een arbeid wijk dan
in een elite wijk in zeist.
Genen, groepering, cultuur, sociale ongelijkheid, macht en maatschappelijke ontwikkeling
staan niet los van elkaar. Zij beïnvloeden elkaar onderling. Je sociale laag heeft bijvoorbeeld
invloed op de groepering waarin jij je beweegt.
Als er meer factoren in het spel zijn noemen we dat multicausaliteit.
Genen en sociale omstandigheden bepalen grotendeels je doen en denken. Ieder speelt zijn
rol als op een schouwtoneel zoals dat door de samenleving wordt verwacht. Doen mensen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissageitenbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.