100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bijeenkomst 3 - Rome I $3.77
Add to cart

Summary

Samenvatting Bijeenkomst 3 - Rome I

 0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide en overzichtelijke samenvatting over de verplichte literatuur van Bijeenkomst 3 (Rome I) van het vak Europees en internationaal van de Master Arbeidsrecht aan de EUR. Deze samenvatting bevat alles wat je moet weten voor het tentamen. Je kunt deze samenvatting ook in een bundel kopen...

[Show more]

Preview 2 out of 13  pages

  • No
  • 20.6
  • January 6, 2021
  • 13
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Bijeenkomst 3 (Rome I) | Anne Hoogendoorn


AT H20.6 – Toepasselijk recht
Nadat is vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is, dient de vraag zich
aan welk recht op de internationale arbeidsovereenkomst van toepassing is.
Deze vraag wordt beantwoordt door Rome I die weer is gebaseerd op het EVO.

Rome I en EVO: toepasselijkheid
Rome I is van toepassing als aan de volgende vereisten is voldaan:
- Materieel: verbintenissen uit burgerlijke en handelszaken, maar fiscale
zaken, douanezaken en administratiefrechtelijke zaken zijn uitgezonderd
(art. 1 lid 1). Lid 2 sluit bepaalde rechtsgebieden uit.
o Aovk vallen onder dit bereik, maar let op art. 1 lid 2 sub i Rome I:
verbintenissen die voortvloeien uit onderhandelingen voorafgaand
aan de sluiting van een overeenkomst zijn uitgezonderd.
- Formeel: universeel toepassingsgebied (art. 2 Rome I).
- Temporeel: overeenkomsten die op of na 17 december 2009 zijn gesloten
(art. 28 Rome I).
o Hierin verschil met het EVO. Het EVO is voor de Nederlandse
situatie van toepassing op overeenkomsten welke zijn gesloten na 1
september 1991. Dus hieraan toetsen als het buiten het bereik van
Rome I valt.
 Zal voor resultaat amper uitmaken, op meeste plaatsen zijn
Rome I en het EVO gelijkluidend.
 Als een reeds bestaande aovk op of na 17 december 2009 zo
ingrijpend wordt aangepast, dat aangenomen moet worden
dat vanaf die datum een nieuwe aovk is gesloten dan valt
deze wel onder Rome I (Griekenland/Nikiforidis).

Rome I: het recht van toepassing op de aovk, de rechtskeuze
Vrijheid tot het kiezen van het recht dat van toepassing is op de aovk staat
voorop in Rome I. Deze keuze moet uitdrukkelijke zijn gedaan of duidelijk
blijken uit de bepalingen van de ovk of de omstandigheden van het geval (art. 3
Rome I).
- Oorspronkelijk stond in dit artikel ook dat indien een ovk voorziet in een
forumkeuze voor een gerecht van een lidstaat, dat zou worden vermoed
dat de partijen ook voor het recht van die lidstaat hebben gekozen. Is
eruit gehaald, maar is wel een factor om rekening mee te houden
(paragraaf 12 preambule Rome I).
o Hoeft niet te voldoen aan vereisten van art. 23 EEX.
o Het gaat om de wil van de partijen om – zij het impliciet – voor een
bepaald recht te kiezen. De (on)geldigheid van de
forumkeuzebepaling doet aan die wil niets af (Cox/Ströter
Antriebstechnik GmbH).
 Hiernaast zijn er nog meer factoren voor een impliciete
rechtskeuze, zo blijkt uit bovenstaand arrest (maakt niet uit
dat is gewezen onder art. 3 lid 1 EVO): de taal van de aovk,
forumkeuze voor bepaalde Duitse rechter, verwezen naar
Duits recht en centrum van activiteiten werkgever was in
Duitsland. Voorgaande factoren waren voor Hof Den Bosch
voldoende om de impliciete rechtskeuze aan te nemen, werd
uiteindelijk afgedaan met art. 81 RO.
- Er zijn wel uitzonderingen op de vrije rechtskeuze, worden later
besproken.

Rome I: toepasselijk recht bij gebrek van rechtskeuze

Pagina 1 van 13

, Bijeenkomst 3 (Rome I) | Anne Hoogendoorn


Als er geen (impliciete) keuze is gemaakt voor een bepaald recht is gemaakt,
geldt voor de arbeidsovereenkomst artikel 8 Rome I: de aovk wordt bepaald
door het objectieve recht en art. 8 lid 2 Rome I geeft de hoofdregel. Het
objectieve recht is dus het recht van het land waar (of van waaruit) de
werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht.
- Als dit gewoonlijke werkland niet bepaald kan worden, geldt lid 3 en
wordt gekeken naar het land waarin de vestiging is die de werknemer
heeft aangenomen.
- Als er kennelijk een nauwere band is met een ander land dan uit lid 2 en
lid 3 blijkt, geldt lid 4 (exceptieclausule).

Het gewoonlijke werkland
Vergeleken met het EVO is ‘van waaruit’ toegevoegd aan art. 8 lid 2 Rome I. De
reden hiervoor is volgens de Commissie om aansluiting te zoeken met de
jurisprudentie van het Hof met betrekking tot het huidige art. 21 EEX. Wordt
dus een zekere gleichlauf beoogd tussen Rome I en EEX met betrekking tot dit
begrip.
- Wijzigt niet bij tijdelijk werken in een ander land. Overweging 36 van de
preambule stelt dat iets tijdelijk is als het de bedoeling is dat de
werknemer daarna weer in zijn land van herkomst aan de slag gaat.
- In Koelzsch/Luxemburg heeft het Hof toegelicht hoe dit gewoonlijke
werkland vastgesteld dient te worden.
o Koelszch woonde in Duitsland en was werkzaam voor het
Luxemburgse Gasa als internationaal vrachtwagenchauffeur. Aovk
was getekend in Luxemburg, bevatte een forumkeuze voor die
rechter en verwees naar een clausule uit de Luxemburgse wet.
Toen Koelzsch werd ontslagen, was dit naar Luxemburgs recht wel
geldig, maar naar Duits recht niet. Koelzsch stelde zich toen op het
standpunt dat Duits recht van toepassing was (gewoonlijk
werkland), maar Gasa vond dat dit Luxemburgs recht was
(vestiging, art. 6 lid 2 sub b EVO/8 lid 3 Rome I).
o Hof stelde eerst vast dat de het gewoonlijke werkland bepaald
autonoom bepaald dient te worden aan de hand van eenduidige
criteria.
 Wordt dus niet bepaald door recht van de aangezochte
rechter.
o Hof maakte kenbaar een voorstander van Gleichlauf te zijn.
 De uitleg van dezelfde criteria van art. 5 lid 1 EEX kunnen
niet buiten beschouwing worden gelaten. Ook stelde het Hof
dat art. 6 EVO is ontworpen om de zwakker geachte
werknemer te beschermen, evenals art. 5 lid 1 EEX.
 Hierom moet de bepaling worden opgevat ‘als een
waarborg dat eerder het recht van de staat waarin hij
zijn beroepswerkzaamheden verricht van toepassing is
dan de staat van de zetel van de werkgever’.
 Sub a moet dus ruim worden uitgelegd en sub b is
slechts van toepassing indien het gewoonlijke
werkland niet kan worden vastgesteld.
o Om dat te bepalen moet sub a aldus worden
opgevat ‘dat het verwijst naar de plaats waar of
van waaruit de werknemer daadwerkelijk zijn
beroepswerkzaamheden verricht, en bij gebreke
van een centrum van de activiteiten, naar de


Pagina 2 van 13

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annehoogendoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

68175 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.77
  • (0)
Add to cart
Added