In deze samenvatting worden alle hoofdstukken uit het boek Inleiding in het Nederlands recht behandeld die aan bod komen bij het vak Algemene Rechtswetenschap 2. Deze samenvatting is niet alleen zeer handig ter voorbereiding op het tentamen, maar is ook ideaal voor de voortgangstoetsen van ARW 2!
Het bestuursrecht heeft de bestuursactiviteiten van de overheid tot onderwerp. Het bepaalt
welke bevoegdheden en plichten het bestuur heeft ter uitvoering van zijn taken en bevat dus
normen voor het bestuursrecht dat deel van het recht dat de relatie tussen bestuur en
burger beheerst.
- Bijzonder bestuursrecht: betreft de regels over de verschillende, specifieke
deelterreinen van het bestuursrecht, zoals het milieurecht, het belastingrecht en het
sociaal zekerheidsrecht
- De Awb bevat regels die voor het hele bestuursrecht van toepassing zijn. Het gaat
dan om voorschriften waaraan bestuursorganen zich moeten houden bij de
uitoefening van bevoegdheden waarmee zij in de deelterreinen van het
bestuursrecht zijn toegerust.
Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed
- Met de a-organen worden de Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen
en alle lichamen bij of waaraan krachtens de grondwet rechtspersoonlijkheid is
toegekend.
- Met b-organen wordt gedoeld op de in art. 134 Grondwet genoemde openbare
lichamen voor beroep en bedrijf
B-organen oefenen hun bevoegdheid uit op een specifiek terrein van het maatschappelijk
leven. Tot dit type bestuursorgaan behoren doorgaans (maar niet altijd) colleges en
personen van privaatrechtelijke rechtspersonen die met enig openbaar gezag zijn bekleed
- De wetgevende macht, de Eerste en Tweede kamer, de volledige rechterlijke macht,
de Raad van State en de Algemene Rekenkamer zijn GEEN BESTUURSORGANEN.
Bestuursorganen kunnen in beginsel twee soorten handelingen verrichten die voor het recht
van belang zijn: feitelijke handelingen en publiekrechtelijke rechtshandelingen
- Feitelijke handelingen van een bestuursorgaan zijn handelingen met een
rechtsgevolg, ongeacht de wil van het bestuursorgaan.
- Een onrechtmatige daad gepleegd door een overheidsorgaan wordt een
onrechtmatige overheidsdaad genoemd
Publiekrechtelijke rechtshandelingen van bestuursorganen worden onderscheiden in Awb-
besluiten en besluiten die niet onder de werking van de Awb vallen:
- Een besluit in de zin van de Awb/ Awb-besluiten: een schriftelijke beslissing van een
bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
- Bij Awb-besluiten gaat het om besluiten van zowel a-organen als b-organen
,Daarnaast zijn er besluiten die weliswaar door publiekrechtelijke organen zijn genomen,
maar die geen awb-besluiten zijn omdat het betreffende orgaan geen bestuursorgaan in de
zin van de Awb is. Besluiten van deze organen vallen buiten het bereik van de Awb omdat zij
behoren tot de organen, personen en colleges die art. 1:1 lid 2 Awb niet als bestuursorgaan
in de zin van de Awb aanmerkt.
- Besluiten die geen rechtsgevolg in het leven roepen zijn ook geen Awb-besluiten
ZIE SCHEMA BLZ 162 HANDELINGEN VAN DE OVERHEID
Besluiten van een bestuursorgaan kunnen de volgende inhoud hebben:
- Algemeen verbindend voorschriften
- Andere besluiten van algemene strekking (niet zijnde algemeen verbindend
voorschriften);
- Beleidsregels
- Beschikkingen
De belangrijkste besluiten die vallen onder de werking van lid 1 van art. 1:3 Awb zijn de
algemeen verbindende voorschriften die een bestuursorgaan maakt.
- Daartoe behoren de algemeen verbindende voorschriften van ‘lagere wetgevers’,
zoals de AMvB’s van de regering, ministeriële regelingen van de ministers en
verordeningen van provincies en gemeenten
- ‘De andere besluiten van algemene strekking die niet algemeen verbindende
voorschriften zijn’ missen het kenmerk dat ze van toepassing zijn in een onbepaald
aantal gevallen. (Dit is wel zo bij algemeen verbindende voorschriften)
- Aanwijzingsbesluiten: besluiten die betrekking hebben op de werkingssfeer of het
toepassingsbereik van reeds bestaande algemeen verbindende voorschriften. Zelf
bevatten ze geen zelfstandige normen.
De derde categorie Awb-besluiten is die van de beleidsregels.
- Beleidsregel: een regel die geldt bij het gebruik van een bevoegdheid door een
bestuursorgaan
- Een beleidsregels lijken op algemeen verbindende voorschriften, maar zijn dat niet
omdat ze niet zijn vastgesteld krachtens een wetgevende bevoegdheid
De beschikking is de rechtsvaststelling in een individueel geval
- Onder een beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking
is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan (art. 1:3 lid 2 Awb)
- Een beschikking is elke concrete rechtsvaststelling van een bestuursorgaan ten
opzichte van een individuele burger dan wel een rechtspersoon.
ZIE SCHEMA BLZ 164 INLEIDING IN HET NEDERLANDS RECHT. AWB-BESLUITEN
,DE BESCHIKKING
Het belangrijkste onderscheid in beschikkingen is dat tussen begunstigende en belastende
beschikkingen. Sommige beschikkingen doen voor de burger een recht ontstaan, andere
leggen een verplichting op.
- Het onderscheid is van belang omdat aan een negatief overheidsoptreden altijd de
eis wort gesteld dat de beschikking op een wet berust
- Soms is een beschikking tegelijkertijd begunstigend en belastend van aard.
Vereisten voor een rechtsgeldige beschikking:
Iedere overheidshandeling moet bevoegd plaatsvinden, dus ook het vaststellen van een
beschikking.
- Het bestuursorgaan moet op grond van de wet bevoegd zijn om de beschikking vast
te stellen. Daarbij dient het orgaan erop te letten dat het de grenzen van zijn
wettelijke bevoegdheid niet overschrijft en dat het de bevoegdheid op een juist wijze
gebruikt
De beschikking moet in overeenstemming zijn met algemeen verbindende voorschriften.
- In het algemeen deel van het bestuursrecht staan de algemene regels die een
bestuursorgaan bij het vaststellen van een beschikking in acht moet nemen.
- In het bijzondere van het bestuursrecht zijn rechtsregels betreffende specifieke
beschikkingen vastgelegd in allerlei afzonderlijke wetten. Kenmerkend voor deze
rechtsregels is de gelaagde structuur. Deze houdt in dat de van toepassing zijnde
regelgeving niet in een wettelijk voorschrift is neergeld, maar in diverse wettelijke
voorschriften van verschillend niveau.
Naast de wet gelden bij het vaststellen van beschikkingen de zogenoemde algemene
beginselen van behoorlijk bestuur.
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: beginselen die in de loop van de
afgelopen honderd jaar in de rechtspraak zijn ontwikkeld om beschikkingen op hun
rechtmatigheid te toetsen.
Bij de vaststelling van een beschikking is een bestuursorgaan ten slotte ook gebonden aan
beleidsregels.
- Beleidsregels: instructies die binnen het bestuursorgaan voor ambtenaren gelden als
zij een beschikking vaststellen.
, DE BEVOEGDHEID VAN HET BESTUURSORGAAN
Bij attributie van beschikkingsbevoegdheid kent de wet aan een bestuursorgaan de
bevoegdheid toe om over een bepaald onderwerp beschikkingen te geven.
- Bij de toekenning noemt de wet telkens twee onderwerpen: de naam van het
bestuursorgaan dat de bevoegdheid mag uitoefenen, en een omschrijving van de
betreffende bevoegdheid.
- Een bestuursorgaan kan de aan hem toegekende bevoegdheid om beschikkingen te
geven overdragen aan een ander bestuursorgaan. We spreken dan van delegatie van
beschikkingsbevoegdheid.
Van delegatie moet mandaat worden onderscheiden.
- De rechtsfiguur mandaat behoort tot het algemeen bestuursrecht en is daarom
geregeld in de Awb.
- Bij delegatie gaat het om de overdracht van een bevoegdheid inclusief de daarbij
behorende verantwoordelijkheid voor het besluit, bij mandaat gaat het om de
bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen.
- Bij mandaat blijft het bestuursorgaan zelf verantwoordelijk voor het besluit, ook al
wordt dat feitelijk door een ander genomen.
- Een krachtens mandaat genomen besluit geldt als een besluit van het mandaterende
bestuursorgaan.
GELDIGHEIDSVEREISTEN IN DE AWB (ALGEMENE BEGINSELEN)
Belangrijkste geldigheidsvereisten voor beschikkingen die in de Awb zijn opgenomen:
1. Zorgvuldige voorbereiding
Het eerste beginsel is dat van de zorgvuldige voorbereiding van een besluit (beschikking)
- Art. 3:2 Awb: Bij de voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de
nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen
- Bij ingewikkelde besluiten moet een openbare voorbereidingsprocedure worden
gehouden.
2. Hoorplicht
Hoofdregels van de Awb omtrent het horen van belanghebbenden staan in art. 4:7 en 4:8
Awb.
- De aanvrager hoeft in beginsel niet te worden gehoord, tenzij het bestuursorgaan
dreigt de aangevraagde beschikking af te wijzen op grond van andere gegevens dan
die de aanvrager heeft verstrekt.
- Een derde-belanghebbende moet worden gehoord: (a) als het bestuursorgaan een
beschikking zal geven waartegen een (derde-) belanghebbende naar verwachting
bedenkingen zal hebben, en (b) die beschikkingen zou steunen op gegeven over
feiten en belangen die de belanghebbende betreffen die deze niet zelf heeft verstrekt
3. Evenredige belangenafweging
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bingjiezeng. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.