100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychopathologie $5.91   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychopathologie

 36 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de hele cursus

Preview 4 out of 34  pages

  • January 6, 2021
  • 34
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Psychopathologie
Voorwaarden voor psychiatrische stoornis

 Gedrag wijkt af van sociale norm
 Brengt ongemak of lijden bij betrokkene en/of omgeving
 Gedrag verschijnt ook bij andere personen en kan binnen het begrippenkader van de
psychiatrie beschreven worden
 Tijd- en cultuur gebonden

Medische ziekte = lichamelijk met specifieke oorzaak  kan niet voor psychiatrie, betekent niet
minder ernstig, minder wetenschappelijk te benaderen, wel wetenschappelijke onderbouwde kennis
van stoornissen nodig voor onderzoek, persoonlijke en subjectieve aanvoelen belangrijk in
hulpverlening

Hedendaags psychiatrie volgt medisch model of systematische werkwijze:

 Diagnose (kenmerken, symptomen)
 Etiologie (oorzaken)
 Therapie (behandeling)
 Prognose (verloop)
 Preventie

Hiervoor zijn er voorzieningen:

 Klinische of intramurale zorg: psychiatrische centra, minderheid
 Ambulante of extramurale zorg: meerderheid
 Semimurale zorg: tussenvoorziening

Er zijn ook specialisaties:

 Doelgroep
o Infantpsychiatrie: tot 3 jaar
o Kinder- en jeugdpsychiatrie
o Psychogeriatrie: dementie en andere neurocognitieve stoornissen
o Gerontopsychiatrie: ouderen met acute psychiatrische problemen
 Problematiek
o Verslaafdenzorg
o Psychosenzorg
o Dubbeldiagnose (psychose en toxicomanie)
o Depressiekliniek
1. Diagnose

DSM-IV: algemeen aanvaarde indeling en omschrijving van stoornissen, basis van beschrijvende
diagnose (zonder oorzaak). Het groepeert en omschrijft stoornissen volgens de hoofdkenmerken. Het
is een meerassige beoordeling met 5 niveaus of assen:

 As 1: Klinische stoornissen, andere aandoeningen die een reden voor zorg kunnen zijn, meest
gebruikt, ordent door symptomen te groeperen
 As 2: persoonlijkheidsstoornissen, verstandelijke beperking of handicap, apart vastgesteld
 AS 3: somatische aandoeningen, vermeld lichamelijke aandoeningen die samenhangen met
de stoornis van as 1

,  As 4: psychosociale en omgevingsproblemen
 As 5: Algehele beoordeling van het functioneren

De betrouwbaarheid van de diagnostiek, dat wil zeggen de werkwijze om een diagnose te bereiken,
hangt af van de gehanteerde classificatie en de gebruikte diagnostische methode.

DSM-5 ° uit kritiek op hiërarchie in DSM-IV:

 Neurobiologische grondslag
 Stoornis gekoppeld aal psychoactieve stoffen
 Dan kan je de overige groepen systematisch verkennen

DSM-5 heeft een indeling in 20 groepen o.b.v. ontwikkelingsperspectief: mogelijkheid tot vroeg
voorkomen in je leven staat meer vooraan, zowel bij de hoofdgroepen als erbinnen. Het doel is om
onderzoek en communicatie te vergemakkelijken en dient niet als catalogus. Diagnose gebeurt
systematisch a.d.h.v. diagnostisch interview:

 Anamnese = gegevens over leven van patiënt verzamelen
 Beoordeling van psychische toestand
 Lichamelijk onderzoek en/of psychodiagnostische tests

Differentiële diagnose = stellen van diagnose door de kenmerken van verschillende ziekten te
vergelijken, vaak probleem in het klinisch veld

Nosologie = ziekteleer

Categoriale visie

 de ziektebeelden worden als afzonderlijke, nauwkeurig van elkaar te onderscheiden,
categorieën beschouwd
 duidelijke scheidingslijn tussen normaliteit en abnormaliteit
 bv biologische psychiatrie

Dimensionele visie

 continuüm
 stoornissen zijn uitvergrotingen van dimensies die ieders persoonlijkheid structuren
 bv psychoanalyse

Geschiedenis gedachtegoed DSM

DSM 1 en 2: dimensioneel geïnspireerd, beslissing om een gedrags- of denkpatroon als een stoornis
te beschouwen, en dus een grens te trekken tussen ziek en gezond, altijd enigszins arbitrair is

DSM 3 en 4: psychische ziekten worden veroorzaakt door een biologische afwijking, en die afwijking
wijst de breuklijn aan tussen ziekte en gezondheid, categoriaal

DSM 3: enkel o.b.v. empirische gegevens, feiten, wetenschap. Hervormingen kwamen door
lobbywerk en uit machtswil van de psychiatrie. Er werd gelobbyd door:

 Drukkingsgroepen: grote invloed op nieuwe nosologie door te lobbyen bv American
Psychiatric Association: homo is geen geestesziekte meer (wel in DSM 2)
 Geneesmiddelenindustrie: redde de biologische psychologie, eerst toevallig ontdekt en
ontwikkeld zonder marktonderzoek of financiële planning, maar door de populariteit
ontdekte men de grote markt en hoe meer ziekten, hoe meer geld

,  Ziekenfondsen: om te bepalen wie in aanmerking kwam voor terugbetaling, wilde men
duidelijkheid over de doeltreffendheid van therapieën, over onderscheid ziek/gezond

Aantal aandoeningen stijgt per DSM. De machtswil van psychiatrie uitte zich in 2 strategieën om de
patiëntenpopulatie, geneesmiddelenmarkt, te vergroten:

 Bestaande ziektebeelden opsplitsen in meerdere categorieën
 Psychiatrisering van dagelijks leven: bepaalde denk- of gedragspatronen die men voordien
niet eens als symptoom beschouwde worden een aandoening. Psychiatrisering heeft een rol
bij het bepalen van de grens tussen ziek en gezond bv ADHD: vroeger overbewegelijk, later
een ziektebeeld, opkomst van milde varianten (die vervolgens als afzonderlijke categorieën
worden berschouwd)
 Validiteit van epidemiologische studies?

Naast empirie hebben deze de biologische psychiatrie en categoriale classificatie in stand gehouden,
deze bepalen nog meer dan feiten wie ziek of gezond is, nooit helemaal empirisch:

 de opinie van deskundigen in de DSM-commissies
 referenda binnen de APA
 de publieke opinie
 minderheidsgroeperingen
 psychiatrische patiënten
 de geneesmiddelenindustrie
 de machtswil van de psychiatrie zelf
 allerlei onderzoeksinstituten
2. etiologie

geen oorzaak-gevolgredenering, je moet een onderscheid maken tussen:

 voorbeschikking of kwetsbaarheid
 uitlokkende factoren
 bestendigende invlieden

verklaring is vaak o.b.v. samenspel van BPS:

 biologische verklaringen: verstoring lichamelijk functioneren, vooral centrale zenuwstelsel
bij de prikkeloverdracht tussen zenuwcellen en specifieke hersendelen waarbij
neurotransmitters nodig zijn waarvan er te veel of te weinig zijn bv dopamine (psychose,
serotonine (angst), noradrenaline wat leidt tot een stoornis
 psychologische verklaringen
o psychodynamische theorieën: verklaring in onbewuste conflicten door
vroegkinderlijke ervaringen die ontwikkeling belemmerd of vervormd
o cliëntgerichte theorie: drang tot zelfverwezenlijking kwam in drang door geen
onvoorwaardelijke acceptatie in de jeugd
o leertheorie: stoornis is aangeleerd en blijft door conditionering
o cognitieve theorieën: door foutieve gedachten of interpretaties
 sociale verklaringen: leefomstandigheden of sociale omgeving
o systeemtheorie: gezinsstructuur, communicatiepatronen, gevoelens van loyaliteit
o milieutheorie: verstorende maatschappelijke verhoudingen, leefomstandigheden
3. behandeling

biologische behandeling

, persoonlijke kwaliteiten van hulpverleners

 emotionele betrokkenheid
 zekere afstand problemen beschouwen

= functionele relatie (geen vriendschapsrelatie door afstand!). einde en begin van hulpverlening is
afhankelijk van hulpvraag

 probleemverkenning: klachten en problemen nauwkeurig omschrijven
 probleemontleding: verklaringen
 probleemoplossing: behandelingsplan uitwerken
o neurochirurgische ingrepen bv DBS
o elektroconvulsietherapie (elektroshock)
o lichttherapie
o slaapdeprivatie
o psychofarmaca = medicijnen die het psychisch functioneren verbeteren door de
gestoorde activiteit van neurotransmitters zo specifiek mogelijk te corrigeren
 tegen angst = anxiolytica bv benzodiazepinen: ook als slaapmiddel, voor
angst en slaapstoornissen die als tijdelijke reactie bij stress optreden,
langdurige inname kan zorgen voor afhankelijkheid
 tegen depressie = antidepressiva: leiden pas minimum na een week tot
stemmingsverbetering, bijwerkingen werken sneller, overdosis kan dodelijk
zijn bv lithium: stabiliseert stemming en werkt preventief bij bipolariteit
 psychose = antipsychotica of neuroleptica: onderdrukt hallucinaties en
wanen, heeft neurologische bijwerkingen (suf, duizelig, parkinsonisme (kan
weggaan als je stopt met medicatie)), optreden van bewegingsstoornissen
(tardieve dyskinesie) die blijft bestaan.

Psychotherapie

= de behandeling van psychische problemen of stoornissen met behulp van psychologische
methoden door daartoe opgeleide deskundigen

Naast spontane verbetering wordt het bepaald door de relatie tussen therapeut en patiënt. Daar
spelen algemene therapiefactoren en verwachtingen een grotere rol dan techniek of methode, die
laatste worden benadrukt in 5 grote richtingen:

 psychodynamische therapie: inzicht in onverwerkte conflicten uit de kindertijd met
overdracht (= men reageert op therapeut alsof het een ouderfiguur is, zodat de herbeleving
ontstaat van kinderlijke angsten en wensen)
o mensbeeld:
 menselijk functioneren wordt bepaald door onbewuste seksuele en
agressieve driften
 irrationele, onbewuste is typerende dan het rationele, bewuste voor mens
o theorie
 menselijk functioneren verklaard vanuit dynamische relaties tussen Id (Es),
Ego (ik) en Superego (Boven-ik)
 vroegkinderlijke ervaringen met inperking van driftleven kunnen later
psychische problemen veroorzaken
o therapie
 gericht op onbewuste problematiek, vanuit kindertijd

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tyanavdv. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.91
  • (0)
  Add to cart