Het zijn uitgebreide aantekeningen van alle colleges van het vak Klinische psychologie. Alle collegeslides zijn inclusief de plaatjes meegetypt in het bestand, waardoor je een volledig bestand hebt van de aantekeningen van de colleges, en daarmee een fijne samenvatting. Het is geschreven voor studi...
Klinische psychologie
College 1 – inleiding en onderzoek
Literatuur voor dit college
• Davey, hoofdstuk 1
o A brief history of psychopathology
o Defining psychopathology
o Explanatory approaches to psychopathology
o Mental health and stigma
• Davey, hoofdstuk 3
o Research and science
o Clinical psychology research
o Research designs in clinical psychology
o Ethical issues in clinical psychology research
Leerdoelen voor dit college
De leerdoelen zijn niet altijd 1 op 1 gelijk aan de literatuur. Zelf moet je soms dus even puzzelen bij
welke les ze horen.
1. Tegen elkaar afzetten van verschillende historische en hedendaagse perspectieven op
psychopathologie (en haar behandeling)
2. Bespreken van de gevaren die kleven aan het diagnosticeren van iemand met een psychische
stoornis
3. Beschrijven van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, inclusief de
ontwikkeling en beperkingen ervan
a. Dit leerdoel komt ook nog terug in de andere colleges.
4. Uitleggen wat het belang en de specifieke kenmerken zijn van het onderzoek in de klinische
psychologie, met name de experimentele psychopathologie
Van leerdoelen naar online tentamen
Het tentamen is zo gemaakt dat elk leerdoel ongeveer evenveel terugkomt in het tentamen. Een
voorbeeldvraag voor leerdoel 1 zou kunnen zijn:
Carl Rogers staat niet bekend om ..
a. Zijn humanistische benadering van de psychopathologie
b. Zijn rol in de ontwikkeling van gedragstherapie
c. Zijn onderzoek naar het proces van behandeling
Verder zijn de tentamenvragen afgeleid uit de verplichte lesstof: boeken, artikelen, en colleges.
Ook is dit jaar nieuw; slimstampen. Dit is een programma waarin we elke week 2 credits moeten
behalen. Een credit kost je zo’n 20 a 30 minuten. Hiervoor moet je vragen voer week overstijgende
thema’s moet beantwoorden. En belangrijk: alle slimstampen oefeningen moeten met voldoende
behaald zijn voor het tentamen, om het vak te kunnen halen.
,Vandaag: Geschiedenis van de klinische psychologie
Geschiedenis in een notendop
Als we gaan kijken naar de eerste boeken die bestonden over psychische
stoornissen en de eerste verklaringsmodellen, begon het eigenlijk bij het idee
dat een psychische stoornis veroorzaakt werd doordat je lichaam bezeten zou
zijn door demonen.
Iets later kwam de hypothese dat er misschien biologisch/lichamelijk iets aan
de hand zou zijn wat kon verklaren waarom je psychische stoornissen had.
bijvoorbeeld dat er iets mis was in het bloed, of wat dan ook. Dit was dus een
heel biologische kijk op hoe afwijkend gedrag verklaard werd.
Vanaf de 18e eeuw ontstond de psychiatrie (dit was eerder dan het ontstaan
van de psychologie). De psychologie komt ook wel voort uit de psychiatrie.
En er zijn een aantal personen die een grote rol in hebben gespeeld in de
opkomt van de psychiatrie:
• Philippe Pinel
Simpel classificatiesysteem; morele behandeling
Een van de eersten die een grondslag legde in de psychiatrie was Philippe Pinel (1798). Hij zei
eigenlijk dat geestelijke stoornissen op verschillende manieren konden worden ingedeeld volgens
een simpel classificatiesysteem; mania, melangolia, dementia en idiotisme. En wat belangrijk was
(wat toen echt een hele nieuwe benadering was) dat hij vond dat mensen een morele behandeling
moesten krijgen. Hij was dan ook tegen het vastketenen van mensen, hen opsluiten, etc. Dit is nu ook
de basis van behandeling.
• Benjamin Rush
Begrijpen van de ziektes van de geest
In 1812 kwam Benjamin Rush met het idee dat we de ziektes niet vanuit de biologie moesten
begrijpen, maar het is belangrijk dat we echt kijken naar de geest. Dit was ook wel een heel
vernieuwend idee.
• Francis Galton
Oorsprong van individuele verschillen
In 1869 kwam Francis Galton met het idee dat er gewoon veel individuele verschillen waren, en we
moesten gaan kijken naar hoe het kan dat sommige mensen wél op een bepaalde manier reageren,
klachten krijgen en op een normale manier stoornissen ontwikkelen, en anderen niet. Dit is iets wat
we tegenwoordig nog steeds veel terugzien. Hierin proberen we te begrijpen in welke mate
individuele verschillen een bijdrage leveren aan het verklaren van waarom niet iedereen, maar
slechts een klein deel een bepaalde stoornis (bijvoorbeeld PTSS) ontwikkeld na een bepaalde
gebeurtenis.
• Emil Kraepelin
Modern classificatiesysteem; focus op biologische oorzaken
In 1883 kwam Emil Kraepelin die met het moderne classificatiesysteem kwam; wat nu het idee van
de DSM is. De focus hierin ligt heel erg nog op de biologische oorzaken van een stoornis. Dus op
hersenen, lichamelijk, genen, etc. Hij kwam dus met het eerste moderne classificatiesysteem, en die
classificatiesystemen gebruikten we nog steeds.
, • Sigmund Freud
Psychoanalyse; focus op psychologische oorzaken
En in 1917 kwam Sigmund Freud. We kennen hem natuurlijk van de psychoanalyse. Hij was een arts,
en hij zei dat we echt moesten kijken naar psychologische oorzaken. Dit was in deze tijd heel
bijzonder, omdat hij de eerste was hiermee. Hij verlegde de focus dus van de biologische oorzaken
meer naar de psychologische oorzaken.
Klinische psychologie tot WO1
In 1900 kwam de klinische psychologie in een soort versnelling terecht.
Tijdens WO1 werd er gebruik gemaakt van bommen, en hierdoor zijn er
enorm veel slachtoffers gevallen. Wat we nu PTSS noemen, werd toen
Shell Shock genoemd. Voor het eerst waren er mensen te zien die PTSS
hadden. Dit waren dan ook vooral soldaten die gevochten hadden en
veel van hun maten overleden waren in het gevecht. De soldaten die
terugkeerden vertoonden klachten behorende bij Shell Shock, en men
wist niet zo goed wat ze hier aan konden doen. Er waren niet echt
behandelingen in die tijd. Maar wat wel duidelijk werd, was dat heel
veel mensen heel veel problemen hadden door wat ze hadden gezien.
En het idee kwam op dat er een betere selectie moest komen, om zo te
voorkomen dat mensen klachten zouden krijgen. Hiervoor moesten ze natuurlijk wel begrijpen
waarom sommige mensen wel en sommige mensen geen klachten vertoonden.
Vanaf dat moment begon de klinische psychologie zich heel erg te richten op die screening. Ze waren
op zoek naar nieuwe soldaten, en hiervoor gingen ze eerst de potentiële soldaten testen.
Bijvoorbeeld door het afnemen van een IQ test.
Hierna kwam natuurlijk ook WO2, maar ondanks de betere screening was hetzelfde te zien; heel veel
soldaten kwamen getraumatiseerd terug. En omdat er zo veel mensen getraumatiseerd terug
kwamen, wilden ze hier iets mee. Tot die tijd waren het psychiaters die psychologische
behandelingen gaven, maar ze begonnen hier toch aan te twijfelen. Het was misschien beter om
mensen te gaan trainen om psychologische behandelingen te gaan geven (psychologen dus).
Boulder model
Er kwam dus na WO2 een commissie op die zeiden dat er meer klinisch psychologische training
moest komen. Zo kwam er in 1947 een APA commissie op:
1947: APA commissie over klinisch-psychologische training
• Kijken naar al bestaande programma’s
• Nieuwe inhoud aanbevelen
• Standaarden ontwikkelen
En in 1949: congres in Boulder over post-bachelor educatie in de klinische psychologie:
Shakow Rapport
• Belangrijk is dat de focus echt lag op de ‘heilige drie-eenheid’ van diagnostiek, therapie en
onderzoek
• Belangrijk was ook: klinisch psychologen werden gezien als scientist-practitioners!
Dit zijn mensen die én in de praktijk staan, en ook wetenschappers zijn. ze doen dus zowel
onderzoek als dat ze in de praktijk bezig zijn.
, Wat is klinische psychologie?
• Praktische component
o Psychopathologie = symptomen die kunnen duiden op een psychologische stoornis
• Wetenschappelijke component
o Psychopathologie = onderzoek naar (symptomen van) psychologische stoornissen.
Hiermee ga je ook zoeken naar de oorzaken en de mechanismen van die
psychologische stoornissen en kun je hier de behandeling uiteindelijk weer op
afstemmen.
We hebben ervoor gekozen om niet de term ‘abnormale psychologie’ te kiezen omdat de term
abnormaal een term is waar heel veel van afhangt. Als je niet abnormaal bent, ben je dan normaal?
En wat is dan normaal? Dit is niet heel sterk. Dus vandaar dat we spreken van klinische psychologie of
van psychopathologie.
Wat is abnormaal?
Stel je voor; je stapt de douche in en dit is wat je ziet. Wat zou je
dan doen in deze situatie? Vorig jaar hebben we hier een polletje
over gedaan, en dit is de uitkomst geweest hiervan:
De grootste groep zal beter opletten in het vervolg op
het zien van spinnen. Ook een redelijk grote groep zal
gewoon gaan douchen zoals ze altijd deden.
Je kan dus zeggen; wat is nou abnormaal? Kun je
zeggen dat abnormaal is; afwijkend van de statistische norm? Dus dat die 1% die de douche niet
meer in zal gaan abnormaal zou zijn. Of ook die 3% die de douche eerst wil laten controleren voor ze
gaan douchen.
Als we inderdaad uitgaan van ‘abnormaal = afwijkend van de norm’ zullen we dit zien:
Pluspunten Minpunten
- Er zijn duidelijke afkappunten (cut-offs), - Niet alle zeldzame gedragingen zijn
bijvoorbeeld, de hoogste 1% is het afkappunt onwenselijk
- Kwantificeerbaarheid: de frequentie van - Niet alle ‘abnormale gedragingen’ zijn
gedrag wordt gemeten. Dus je kan heel zeldzaam. Sommige abnormale gedragingen zijn
duidelijk meten. niet de gangbare norm, maar niet zeldzaam
(roken bijvoorbeeld)
- Afkappunten zijn arbitrair. Waar zit nou het
afkappunt? Is het de hoogste 1%, of 5%?
Het zou dus wel iets kunnen zeggen over abnormaliteit, maar er zitten ook nadelen aan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritdeweijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.