Samenvatting Basiskennis Nederlands
Deze toets wordt gegeven in het derde jaar van de PABO
Alle hoofdstukken die in de toets voorkomen worden beschreven.
- Behaviorisme: kinderen leren hun taal door imitatie.
- Creatieve constructietheorie: kinderen beschikken over een aangeboren
taalvermogen, waardoor ze op creatieve manier nieuwe zinnen kunnen bouwen.
- Interactionele benadering: taalaanbod van de omgeving en de interactie tussen het
kind zijn belangrijk voor het leren van de taal.
De taalontwikkeling van kinderen begint op het fonologisch niveau met vormen van
spraakklanken. Ze ontwikkelen zich ook op morfologisch niveau, het gaat hierbij om de
manier waarop worden gevormd worden. Bij het semantisch niveau gaat het om de
betekenis van woorden. Op syntactisch niveau van de taal leren kinderen de regels die er
zijn voor het combineren van woorden. Ook wordt er taal geleerd op pragmatisch niveau,
waarbij regels zich eigen maken voor het gebruik van de taal en de communicatie tussen
mensen.
1. De prelinguale periode (0 tot 1 jaar): voordat een kind zijn woordjes spreekt.
Onsamenhangende reeksen klanken. Vocaliseren. Ontdekken van klanken. Na 7
maanden begint het brabbelen. Oefenen verschillende aspecten taal: articulatie,
klankstructuur van taal, zinsmelodie en communicatie met anderen.
2. De linguale periode
De vroeglinguale periode (1 tot 2,5 jaar): van brabbelen naar betekenisvol
taalgebruik. Sterk gebonden aan specifieke context. Op anderhalf jaar
beginnen kinderen woorden te combineren (tweewoordzin). Daarna komt de
periode van de meerwoordzin. Rond 2 jaar ongeveer 500 woorden.
De differentiatiefase (2,5 tot 5 jaar): morfologische en pragmatische aspecten.
Taal los van een concrete context gebruiken. Rond 3 jaar actieve
woordenschat tot 1000 woorden. Functiewoorden gebruiken. Vorm van een
woord bevat belangrijke informatie.
De voltooiingfase (5 tot 9 jaar): alle processen uit vorige fasen worden
uitgebouwd. Tussen 5 en 6 jaar een actieve woordenschat van 3000 tot 4000
woorden en passieve woordenschat van 6000 tot 8000. Onregelmatige
vormen.
We spreken van simultane tweetaligheid als iemand twee talen tegelijk leert. Als kinderen
voor hun derde levensjaar beginnen met het leren van een tweede taal, dan spreken we van
simultane taalverwerving.
Successieve tweetaligheid komt vaak voor. Kinderen leren een tweede taal nadat ze een
eerste taal hebben geleerd. De grens tot 3 jaar. Interferentiefouten: fouten die voortkomen uit
de verschillen tussen eerste en tweede taal.
1
, Een spreekstrategie is een manier van spreken die iemand hanteert om een bepaald
spreekdoel te bereiken. De volgende stappen bij het produceren van een tekst zijn
belangrijk:
- Oriënteren op de inhoud
- Doel en publiek behalen
- Plannen
- Presenteren
- Reflecteren op doel en inhoud
Bij deze stappen kun je de volgende spreekstrategieën gebruiken:
- Een gespreksvorm hanteren
- Presentatietechnieken hanteren
- Een bepaald taalgebruik hanteren
4 luisterstrategieën
- Globaal luisteren: globaal volgen wat de spreker zegt. Begrijpen van informatie.
Minder op details letten.
- Intensief luisteren: alle details van het verhaal opnemen.
- Kritisch luisteren: tijdens het luisteren een mening vormen.
- Gericht luisteren: geïnteresseerd zijn in bepaalde aspecten van taal. Als luisteraar
moet je weten wat je wilt weten.
Luistervaardigheden:
- Een beschrijving kunnen volgen
- Gevoelens en meningen begrijpen en waarderen
- Inhoud interpreteren en beoordelen
- Een uitleg volgen
- De strategie van de spreker doorzien
- Passende feedback geven
- Vragen stellen
De 4 belangrijkste spreekdoelen zijn:
- Informeren: overbrengen feitelijke informatie.
- Amuseren: toehoorders vermaken.
- Instrueren: iets uitleggen/verduidelijken.
- Overtuigen: overhalen van een bepaald standpunt/mening.
Luisterdoelen
- Iets te weten willen komen
- Een bepaald gevoel ondergaan
- Zich een mening willen vormen
- Een bepaalde handeling willen uitvoeren
- Een spel mee willen spelen
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pabostudent99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.66. You're not tied to anything after your purchase.