Week 1
Brahn/Reehuis hoofdstuk: 1, 13, 14 en 24
Arrest: Quint/ te Poel & Goudse bouwmeester
Hoofdstuk 1
Vermogen → Het geheel van op geld waardeerbare – althans in de economische sfeer
liggende – rechten en verplichtingen die iemand heeft, dus het geheel van zijn activa
en passiva.
Objectief recht → Geldende recht. Vermogensrecht in de zin van objectief recht →
Alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten en plichten die onderdeel van
een vermogen kunnen vormen. (Law)
Subjectief recht → Bevoegdheid. Vermogensrecht in de zin van subjectief recht → een aan
een bepaalde persoon toekomend recht dat deel uitmaakt van zijn vermogen, bijvoorbeeld:
eigendomsrecht of een vorderingsrecht. Een subjectief recht bestaat slechts bij de gratie
van een regel van objectief recht. (Right)
Goederenrecht → Deel van het objectieve vermogensrecht, dat gaat over de
rechtsverhouding tussen persoon en een goed. Rechten op goederen kan de
rechthebbende tegenover iedereen inroepen, het is dus een absoluut recht. Goederenrecht
wordt gekenmerkt door de derdenwerking.
Verbintenissenrecht → Deel van het objectieve vermogensrecht, dat gaat over de
rechtsverhouding tussen personen. Verbintenissenrecht is niet tegenover iedereen
inroepbaar, maar maar tegen over een bepaald persoon. Het is dus een relatief recht.
Boek 1 BW → personen- en familierecht.
Boek 2 BW → rechtspersonenrecht.
Boek 3 BW → vermogensrecht in het algemeen.
Boek 4 BW → erfrecht.
Boek 5 BW → zakelijke rechten.
Boek 6 BW → verbintenissen in het algemeen.
Boek 7 BW → bijzondere overeenkomsten.
Boek 8 BW → verkeersmiddelen en vervoer.
Boek 9 BW → voortbrengselen van de menselijke geest.
Boek 10 BW → internationaal privaatrecht.
Hoofdstuk 13
Voor een verbintenis is kenmerkend dat een persoon een recht op een prestatie door
een andere persoon heeft, terwijl die ander tegenover de eerste tot het verrichten van
die prestatie verplicht is.
Verbintenis → vermogensrechtelijke verhouding, waarbij een schuldeiser gerechtigd is
tot een gedraging van de schuldenaar. Een verbintenis heeft drie elementen.
, lOMoARcPSD|383 406 3
ACTIEVE KANT PASSIEVE KANT
(SCHULDEISER) (SCHULDENAAR)
A. KERN Vorderingsrecht Schuld
B. VEROORDELINGSMOGELIJKHEID Rechtsvordering Aansprakelijkheid
C. EXECUTIEMOGELIJKHEID Executierecht Uitwinbaarheid
a. Kern
De schuldeiser heeft een vorderingsrecht en de schuldenaar een schuld.
b. Veroordelingsmogelijkheid
De schuldeiser moet de schuldenaar ter verantwoording kunnen roepen, anders heeft de
schuldeiser niets aan de verbintenis. De schuldeiser kan zich bij het niet nakomen van de
schuldenaar beroepen op art 3:296 BW, om de schuldenaar alsnog na te laten komen.
Mocht dat niet meer mogelijk zijn, dan kan de schuldeiser zich beroepen op art 3:74 BW.
De schuldeiser heeft hier rechtsvordering, de schuldenaar is aansprakelijk.
c. Executiemogelijkheid
De schuldeiser heeft het executierecht, het recht om het vonnis van een rechter ten uitvoer
te laten komen. De daar tegenoverstaande verplichting van de schuldenaar om deze
ingreep in zijn vermogen van buitenaf te dulden, heet uitwinbaarheid.
Hoofdstuk 14
Art 6:1 BW → verbintenissen kunnen slechts ontstaan indien deze uit de wet voortvloeien.
Art 6:213 BW → een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of
meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan.
Obligatoire overeenkomst → roept verbintenissen in het leven.
Liberatoire overeenkomst → doet verbintenissen tenietgaan. Bijvoorbeeld als beide
partijen niet meer willen (art 6:160 BW)
Huwelijkssluiting → dit is een familierechtelijke overeenkomst en is geregeld in boek 1 BW.
Bewijsovereenkomst → kent gevolgen op het terrein van bewijsrecht.
Een rechtsfeit is een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt.
Rechtshandeling → een handeling die een rechtsgevolg beoogt. Zie art 3:33 BW.
Er is sprake van een meerzijdige rechtshandeling wanneer voor de totstandkoming van
de rechtshandeling ten minste twee personen moeten samenwerken. Bijvoorbeeld een
overeenkomst.
Er is sprake van een eenzijdige rechtshandeling wanneer deze door een persoon tot stand
wordt gebracht. Bijvoorbeeld het erkennen van een kind of het opmaken van een
testament. Er zijn twee soorten eenzijdige rechtshandelingen.
- Ongerichte eenzijdige rechtshandeling → niet gericht tot een bepaald persoon.
- Gerichte eenzijdige rechtshandeling → wel gericht tot een bepaald persoon.
Bijvoorbeeld het opzeggen van de huur, hier is geldigheid vereist ten opzichte van
de verhuurder.
, lOMoARcPSD|383 406 3
Wederkerige overeenkomst → art 6:261: indien beide partijen een verbintenis op zich
neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de wederpartij zich daar tegenover jegens
haar verbindt. Beide partijen moeten dus iets doen, zoals bij huur. De huurder en
verhuurder hebben beide een verplichting.
Enkelzijdige overeenkomst → Slechts aan een zijde ontstaan verbintenissen. Bijvoorbeeld:
schenking.
Rechtshandeling om baat → wanneer de rechtshandeling wordt verricht met het oog op
een daardoor te verkrijgen voordeel. Bij een rechtshandeling om niet is daarvan geen
sprake. (Eenzijdige overeenkomsten)
Bij een onrechtmatige daad ontstaat een rechtsgevolg zonder dat dat is beoogd. (art
6:162 BW)
Er zijn ook rechtsfeiten die niet uit gedragingen van personen ontstaan.
Bijvoorbeeld minderjarig zijn. Dit worden blote rechtsfeiten genoemd.
Art 6:1 bepaald dat verbintenissen slechts kunnen ontstaan, indien die uit de
wet voortvloeien. Er zijn drie manieren waarop dit kan gebeuren.
- De wet wijst rechtstreeks feiten aan als bronnen van verbintenissen. Dit kan door
deze als groep aan te wijzen en te regelen of afzonderlijk. → een overeenkomst (art
6:213 BW) of een onrechtmatige daad (art 6:162 BW), zijn voorbeelden van als
groep geregelde verbintenis scheppende feiten. Los geregeld: titel 4 boek 6.
- De wet wijst via het ongeschreven recht bepaalde feiten aan als bronnen
van verbintenissen. → art 6:162 BW ‘ maatschappelijk verkeer betaamt’.
- De wet wijst geen directe bron aan. Het feit doet echter toch een verbintenis
ontstaan, omdat dit past in het stelsel van de wet en aansluit bij de wet in de wet
geregelde gevallen. (arrest Quint/te Poel)
Hoofdstuk 24
Bij een natuurlijke verbintenis is de schuldeiser niet in staat de schuldenaar in rechte
tot nakoming te dwingen, want zijn heeft geen bevoegdheid tot het instellen van een
rechtsvordering en de schuldenaar is niet aansprakelijk.
Een natuurlijke verbintenis ontstaat in twee gevallen (art 6:3 lid 2):
- Wanneer de wet of een rechtshandeling aan een verbintenis de
afdwingbaarheid onthoudt. (verjaring art 3:306 – 3:310 BW)
- Wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van
zodanige aars dat naleving daarvan, ofschoon rechtens niet afdwingbaar, naar
maatschappelijke opvattingen als voldoening van een aan die ander toekomende
prestatie moet kunnen worden aangemerkt. (‘gentleman ’s agreement)
De omzetting van een natuurlijke naar een civiele verbintenis is mogelijk op grond van
art 6:5 BW.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller summaryking. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.