B&C 3: Cognitieve Neuropsychologie - College aantekeningen
BEST ANSWERS ALAT CERTIFICATION FINAL EXAM LATEST VERIFIED COMPLETE SOLUTIONS UPDATED VERSION 2024
All for this textbook (2)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Bewegingswetenschappen
Neuropsychologie
All documents for this subject (13)
Seller
Follow
aniquejulien
Reviews received
Content preview
Neuropsychologie
College 1 Introductiecollege
Lokalisten VS Holisten
Lokalisten: functies in de hersenen behoren bij bepaald gebied van hersenen.
Oorsprong frenologie: voelen aan de schedel zegt iets over wie je bent.
Frans Joseph Gall: lokaliseren van deugden door te voelen aan de schedel
Broca: gebied voor spraak want meneer die alleen TAM zei had hier afasie.
Holisten: het hele brein is verantwoordelijk voor de functies in samenwerking met omgeving
Flourens: begon bij onderzoek dieren welke hersengebieden voor welke functie. Vond
geen gebieden voor moeilijke dingen.
Kwabben en indeling Gyri & Sulci KENNEN (zie dia 39)
Indeling gyri & Sulci:
Structureel voordeel: minder ruimte nodig
Functioneel voordeel: minder tijd nodig voor communicatie tussen
gebieden want de structuren liggen in 3D bij elkaar.
Brodmann gebieden: indeling op basis van cel architectuur door middel
van histologische kleuring.
Verschillende naamgeving voor zelfde structuur: wordt vaak naar
verwezen. Dit opzoeken niet leren.
Lokalisten: hersengebieden zijn structureel en functioneel van elkaar te
onderscheiden. Beschadiging van een specifiek gebied zorgt voor een
specifiek functioneel verlies. Gebied heeft gespecialiseerde functie.
- Spraak = Brodmann gebied
- Bewegen = M1
Waarom:
- M1 vertoont activatie als je een beweging uitvoert
- Stimulatie van M1 gebiedjes zorgt voor een motor respons
- Eenzijdige beschadiging van M1 zorgt voor hemiplegie
- Training zorgt voor reorganisatie van M1
Complexiteit en flexibiliteit in vaardigheiden en handelingen: Bewegen is een vaardigheid.
Multitasking (visuele sturing, sensoriek, emotie, gezichtsuitdrukkingen, communicatie).
Activiteit zet alle gebieden in het brein in actie.
Holisten: Er zijn geen onafhankelijke functionerende gebieden in het brein. Het is een groot
geheel wat alle kenmerken ontleent aan de samenstellende delen, maar ook aan de
samenhang of ordering van die delen en hun interactie.
,Neuroanatomisch structureel:
- Witte stof
o Projectiebanen
o Commissuur banen (corpus collosum)
Homotopisch: zelfde plek in andere hemisfeer
Hetrotopisch: andere plekken in de andere hemisfeer
- Associatie banen: intrahemiphirisch gebieden met elkaar verbinden
Banen laten zien dat de hersengebieden samenwerken
Functionele hiërarchie: Luria (1920)
Complex gedrag is opgebouwd uit subcomponenten die geïntegreerd worden
1. Law of the hierarchical structure of the cortical zones: anatomische hiërarchie is het
resultaat van evolutie het brein is hiërarchisch opgebouwd door evolutie.
2. Law of diminishing specificity of the hierarchically arranged cortical zones
Top down motor hiërarchie (onderscheid motornetwerk en sensorisch netwerk)
3. Tertair: Higher centres: prefrontaal/parietaal gebieden (associatie gebieden)
2. Secundair: Higher motor areas: PM en SMA (associatie gebieden)
1. Primaire: Motor cortex (M1)
(Van boven naar beneden aangestuurd, info altijd van 3 -> 2 -> 1)
Verminderde specificiteit: associatiegebieden minder specifieke activatie dan primaire
gebieden. Dus M1 grootste specificiteit. Bij associatie gebieden globalere projectie dus
minder specifiek.
Bottum-up sensory hiërarchie
1. Tertaire gebieden = polymodale associatie (prefrontal/parietal)
2. Secundaire gebieden = Unimodale associatie (S2/V2)
3. Primaire gebieden = S1/V1
(Van beneden naar boven aangestuurd)
Verminderde specificiteit van primair naar tertiair: van V1 via visuele speciallisten naar
polymodale integratie.
Klinisch neuropsychologie volgt ook traditioneel hiërarchische indeling. Dia 29
Er komt heel veel informatie binnen dat verschillende delen van de hersenen waarnemen.
Dit leidt tot een besluit van handelen. En de motorische uitvoering daarbij. Heel veel
informatie uit verschillende gebieden worden met elkaar geassocieerd.
Kritiek functionele hiërarchie door eenrichtingsverkeer:
- Divergentie: een neuron is verbonden met een wijdverspreide groep neuronen
- Convergentie: wijdverspreide groepen neuronen allemaal verbonden met een neuronen
- Re-entry (reciproke koppeling): parallelle connecties heen en weer tussen neurale
groepen en neuronen
Isoleren van het motorisch netwerk voor bewegingsuitvoering is onjuist:
Motorische gebieden worden ook actief wanneer:
- Kijken naar bewegingsrelevante objecten -> Affordance perseptie
- Kijken naar bewegingen van anderen -> Spiegelneuronen
- Woorden lezen die over acties gaan
,Bottum-up hiërarchie is geen eenrichtingsverkeer: hogere gebieden beïnvloeden de lagere
sensorische gebieden top down attentional control
Top-down hiërarchie is geen eenrichtingsverkeer: cognitie wordt beïnvloed door motorische
ervaring Embodied cognition
Connectivity into systems:
Small-world architecture (manier van organiseren): brein bestaat uit heel veel korte lokale
verbindingen en enkele lange afstandsverbindingen. Dit zorgt voor lokale efficiëntie en snelle
communicatie in globale netwerk.
Netwerk perspectief
Functieverlies hangt samen met veranderingen in connectiviteit.
Diaschisis: hersendeel functioneert minder door beschadiging in een ander hersengebied.
Veranderingen in connectiviteit: verschillende onderzoek manieren
- Anatomische structurele connectiviteit: bekijken witte stof baan -> Tractografie (DTI)
- Functionele connectiviteit: afhankelijkheid tussen neurale regio’s; temporale correlatie
tussen neurofysiologische processen -> EEG resting state connectivity
- Effectieve connectiviteit: oorzaak-gevolg van deze afhankelijkheid
Neurorevalidatie
Revalidatie kan een belangrijk effect hebben op de neurale circuits. Beïnvloeden van de
neurale circuits:
- Aspecifiek stimuleren -> verrijkte omgeving, algehele fitheid
- Bottom-up via omweg -> specifieke sensorische en motorische stimulatie
- Top down via instructie -> mentaal inbeelden, richten van aandacht
- Breinstimulatie rTMS -> bevrijden van inhibities
, College 2 Methode en onderzoeken
Dierenonderzoek
1. Genetische manipulatie
- Selectief fokken: voortplanten met de gewenste eigenschappen/genen. Maze-bright
ratten: nature (genen) versus nurture (omgeving)
- Mutaties: effect van iets niet goed in het brein. Weaver mice (ataxie) er ontbreken cellen
in cerebellum zorgt voor verstoring motoriek.
2. Gedragsonderzoek
- Aanmaak van specifieke cellen beter voor functioneren. Onderzoek schapen die
gezichten leren kennen. Deze schapen meer gliaweefsel wat geheugen veroorzaakt.
Goed voor Huntington patiënten.
3. Perturberen
In hersengebieden specifieke beschadigen aanbrengen kijken wat er gebeurt bij
stimulatie van die gebieden. Goede en beschadigde met elkaar vergelijken.
Voordeel ten opzichte van patiënt onderzoek is dat je kunt vergelijken met hoe het voor
de laesie was.
- Onderzoek Taub naar plasticiteit en learned non use (artikel 2)
4. Registreren
Zeer precies meten om te bepalen wanneer specifiek neuron actief wordt.
Single-cell recordings: Cel prikken en kijken wanneer die actief wordt (in boek fig 8.14).
Hubel en Wiesel die cel prikken -> kijk filmpje
Multi-unit recordings: grip krijgen op functie van groepje neuronen. Onderzoek
motorcortex aap. Door signalen uit motorcortex aan robotarm te linken kan de arm
bewogen worden. Onderzoek heeft geleid tot robot die doet waar patiënten aan denken.
Patiëntonderzoek
Lokalisten: Welke functie verloren is linken aan waar de beschadiging is.
Beperking:
- Vaak diffuse beschadigingen dus weinig specifiek
- Lokale schade kan effect hebben op ander gebied in neuraal netwerk (diaschisis)
- Compensatie en reorganisatie na schade
Je weet niet waar het precies is omdat een bepaalde beschadiging opgevangen kan
worden door andere hersengebieden en omdat er reorganisatie plaatsvindt. Dus je kan de
locatie niet goed linken aan de verstoorde functie. En wat je ziet als gedrag is het resultaat
van reorganisatie en compensatie in hersengebieden.
Neurologie: chirurgische ingrepen
Weefsel verwijderen tegen epilepsie
- Corpus callosum doorsnijden Split-brain patiënten. Voorkomen dat epileptische
aanval naar beide hemisferen gaat.
- Temporale Lobe Resection (weghalen) Patiënt H.M. Geen geheugen meer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aniquejulien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.