Bestuursrecht examenmatrijs behandeld. Dit is puur examengericht en met behulp van wat oefenvragen. Het bestand heeft 7 pagina's en is behandeld tot 5.1. Verduidelijkt een hoop.
1.1. De kandidaat onderbouwt of een handeling van de overheid valt onder de bevoegdheden van
de wetgevende, uitvoerende of rechtsprekende macht.
Dit staat ook bekend als de scheiding der machten (Trias Politica).
De wetgevende macht bepaalt de inhoud van de wetten en het recht in het land. De wetgevende
macht in een land maakt de wet.
Voorbeeld: De gemeenteraad stelt verordeningen vast.
De uitvoerende macht zorgt ervoor dat de wetten die gemaakt zijn daadwerkelijk in uitvoering
komen.
Voorbeeld:
De rechterlijke macht moet erop toekijken dat de wetten die gemaakt zijn en ten uitvoering is
gelegd, ook daadwerkelijk worden nageleefd. Als dat niet het geval is mag er worden
gehandhaafd.
1.2. De kandidaat beoordeelt of een bestuursorgaan onder de bestuurslaag rijk, provincie of
gemeente valt, dan wel een zelfstandig bestuursorgaan is.
Om dit te kunnen begrijpen, dien je eerst te weten wat een bestuursorgaan is.
Wat is een bestuursorgaan?
Een bestuursorgaan is een overheidsdienst waaraan de wet de bevoegdheid heeft toegekend om
bestuursbesluiten te nemen (art. 1:1 lid 1 Awb).
Het bestuursorgaan voert dus in principe een deel van de bestuurstaak van de overheid uit.
Zelfstandig bestuursorgaan
Een ZBO is een bestuursorgaan bedoeld voor zelfstandig een bepaald deel van de bestuurstaak
uitvoeren en losstaat bij de overheid. Dit kan bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel zijn, het
UWV of DUO.
Gemeente:
- Collega van Burgemeester en Wethouders
- de burgemeester
- de gemeenteraad.
Provincie:
- De commissaris van de koning
- Gedupeerde staten
- Provinciale staten
Het Rijk
- De minister
- De regering
, 1.3.De kandidaat onderbouwt of er in een situatie sprake is van autonomie of medebewind
OPEN VRAAG
Autonomie is de bevoegdheid hebben om regels te stellen m.b.t. de eigen huishouding. Dit zijn
openbare zaken die betrekking hebben op de provincie of de gemeente.
Voorbeeld: De gemeente mag voor de regeling van de eigen huishouding belastingen invoeren.
Medebewind is de plicht van lagere overheden om medewerking te geven aan de uitvoering van
regelingen van de hogere overheid.
Voorbeeld 1: Wettelijk is bepaald dat de gemeente medewerking moet verlenen aan de uitvoer
van de wet op de sociale zekerheid, mits de rechthebbende daarvoor in aanmerking komt. Zo kun
je zien dat de rijksoverheid orders geeft (bij wijze van spreken) waardoor de lagere overheid (de
gemeente) verplicht is om mee te helpen aan de uitvoering.
Voorbeeld 2: Uitkeringen verstrekken maar tevens terugvorderen.
Het betreft een open vraag, dus licht je antwoord toe!
Relevante wetsartikelen: ‘
Art. 124 e.v. Grondwet beschrijft de twee termen.
Autonomie (lid 1): ‘’Voor provincies en gemeenten wordt de bevoegdheid tot regeling en bestuur
inzake hun huishouding aan hun besturen overgelaten’’
Toelichting: Lid 1 beschrijft specifiek de inhoud. De provincies en gemeenten krijgen de
bevoegdheid om zelf regels te stellen m.b.t. de huishouding. Wanneer je de twee termen
moeilijk uit elkaar kunt halen onthoud de wetsartikelen.
Medebewind (lid 2): ‘’Regeling en bestuur kunnen van de besturen van provincies en gemeente
worden gevorderd bij of krachtens de wet’’
Toelichting: Lid 2 beschrijft specifiek de inhoud. De rijksoverheid (hogere overheid) geeft de
plicht dat provincies en gemeenten medewerking moet geven aan de uitvoeringen van
regelingen, krachtens de wet (wat in de wetgeving bepaald is).
2.1. De kandidaat onderbouwt voor een situatie op grond van welke wettelijke bepaling een
overheidsorgaan mag optreden. (legaliteitsbeginsel)
OPEN VRAAG
Bestuursorganen mogen alleen bevoegdheden uitoefenen als deze bevoegdheden zijn bepaald in
de wet.
Voorbeeld: Bevoegdheden om een vergunning af te geven, subsidie te verstrekken of een
belastingaanslag op te leggen moeten dus gebaseerd zijn op de wet.
Specialiteitsbeginsel: de overheid mag de bevoegdheid alleen gebruiken voor het doel waarvoor
de wet deze bevoegdheid heeft gegeven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ThomasDegens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.