Inleiding Strafrecht samenvatting
Week 1; 2 november 2020
H1. Inleiding
Par. 1.1. Eerste kennismaking
Het strafrecht is een van de populairste rechtsgebieden het spreekt mensen aan, omdat het sterk
verbonden is met bijvoorbeeld moraal, veiligheid en rechtvaardigheid.
Par. 1.2. Plaats van het strafrecht
Eenvoudig gezegd: het strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar
feit hebben gepleegd. Het straffen gebeurt door de overheid en de overheid heeft dan ook een
geweldsmonopolie.
Het civiele/ burgerlijke recht regelt de verhouding tussen burgers onderling. De staat blijft
hier in principe buiten. De burgers zijn hier vrij om elkaar voor de rechter te slepen als het
ware.
Het strafrecht regelt de verhouding tussen de burgers en de staat. Het is echter niet het
enige rechtsgebied die dit regelt het bestuursrecht heeft dat ook als taak. In het strafrecht
kunnen burgers elkaar niet dagvaarden voor gepleegde delicten. De OVJ kan een verdachte
voor de rechter brengen. Er bestaan dus verschillende soorten dagvaardingen (civiel en
strafrechtelijk etc.)
Par. 1.3. Doelen van straffen
Het opleggen van straffen dient voornamelijk twee doelen:
1. Vergelding: het kwaad dat de dader heeft veroorzaakt bij het slachtoffer of aan maatschappij
wordt door het opleggen van een straf in de eerste plaats vergolden door leedtoevoeging.
Dit zorgt voor een morele genoegdoening.
2. Preventie: gaat uit van het principe dat mensen geen straf willen krijgen en het dus proberen
te voorkomen. Men onderscheidt twee soorten preventie:
a. Speciale preventie: gericht op de dader
b. Generale preventie: gericht op anderen dan de dader die er lering uit kunnen
trekken
Par. 1.4. Materieel strafrecht, formeel strafrecht en sanctierecht
Het strafrecht kan worden onderverdeeld in drie delen:
1. Materieel strafrecht: dan heeft men het over de vraag wat een strafbaar feit is. Het gaat
hierbij in de eerste plaats om strafbepalingen (diefstal, moord) en ook om algemene
leerstukken die betrekking hebben op de uitsluiting van strafbaarheid (noodweer) en
uitbreiding van strafbaarheid. Wetboek Sr
2. Formele strafrecht: dit wordt ook wel het strafprocesrecht/ strafvordering genoemd. Dit
deel bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een norm van het materiële
strafrecht is overschreden. Wetboek Sv
3. Sanctierecht: heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen
worden opgelegd en ten uitvoer gelegd. Het gaat hier bijvoorbeeld om de vraag of voor een
bepaald feit een taakstraf mag worden opgelegd etc. Wetboek Sr en Sv
Hoewel het Wetboek Sr voornamelijk materieel strafrecht en sanctierecht bevat, zijn hier ook
onderwerpen geregeld met een formeelstrafrechtelijk karakter ne bis in idem (art. 68 Sr)
! Materiële en formele strafrecht niet verwarren met wetten in formele en materiële zin !
Par. 1.5. Commuun en bijzonder strafrecht
Het zou veel overzichtelijker zijn als alle strafbepaling in één wet te vinden zouden zijn, maar dit is
niet het geval. Het strafrecht is namelijk verspreid over een groot aantal wetten.
,Wetboeken zijn wetten waarin het algemene deel van Sr en Sv is opgenomen het strafrecht dat in
wetboeken is opgenomen: commune strafrecht.
Daarnaast zijn er ook veel strafbepalingen in andere wetten, zoals Opiumwet bijzonder strafrecht.
In bijzondere strafwetten treft men bepalingen aan die behoren tot het materiële strafrecht, maar
ook vaak bevoegdheden die behoren tot het formele strafrecht. Er zijn ook strafwetten die door
lagere openbare lichamen tot stand komen. (APV van gemeente). Art. 91 Sr maakt duidelijk dat de
bepalingen van boek 1 van Sr ook van toepassing zijn op feiten die strafbaar zijn gesteld in bijzondere
strafwetten en in lokale strafwetgeving.
Par. 1.6. De opbouw van Wetboek Sr en Sv
Het Wetboek Sr bestaat uit drie hoofdonderdelen (boeken):
- Boek 1: regelt de algemene leerstukken van materieel strafrecht, zoals
strafuitsluitingsgronden. Dit zijn algemene leerstukken, omdat deze van toepassing zijn op
alle delicten die strafbaar zijn gesteld. In dit boek zijn ook regels opgenomen m.b.t. het
sanctierecht en enkele andere onderwerpen.
- Boek 2&3: bevatten strafbepalingen omschrijvingen van gedrag dat strafbaar is, met
daarbij een aanduiding van de maximale straffen. In boek 2 worden alleen misdrijven
strafbaar gesteld en in boek 3 worden overtredingen vastgesteld.
De boeken zijn voor de rest onderverdeeld in kleinere onderwerpen titels en die titels kunnen op
hun beurt afdelingen bevatten.
Het Wetboek Sv is ook ingedeeld in boeken, titels en afdelingen. Dit Wetboek bestaat uit zes boeken
en ze volgen de chronologische volgorde van het strafproces.
- Boek 1: hier worden de belangrijkste bevoegdheden tijdens opsporingsonderzoek geregeld.
- Boek 2: regelt de vervolgingsbeslissing van OVJ en de hele procedure voor berechting.
- Boek 3: bevat de rechtsmiddelen
- Boek 4&5: minder relevant voor dit vak
- Boek 6: bevat de tenuitvoerlegging
In de loop van de jaren zijn de wetboeken meerdere keren gewijzigd er kwam niet een heel nieuw
wetboek, maar er waren steeds partiële wijzigingen. Dat betekende dat er soms wetsartikelen
moesten worden ingepast en dit zorgde voor een ingewikkelde artikelnummering.
Par. 1.7. De invloed van internationaal en supranationaal recht
Nederland sluit verdragen met andere landen. Als gevolg hiervan kan Nederland verplicht zijn om
bepaald gedrag strafbaar te stellen of bepaalde bevoegdheden in het leven te roepen.
(internationaal recht). Het strafrecht in Nederland wordt voor een groot deel bepaald door het
Europese recht. De regels van de EU zijn supranationaalrechtelijk: het gaat om regels die een
internationale organisatie oplegt waar lidstaten bij die organisatie zich aan moeten houden. Ook
uitspraken van het EHRM zijn supranationaal.
H2. Inleiding materieel strafrecht
Par. 2.1. Plaats en structuur van strafbepalingen
De strafbepaling in de meest volledige vorm bestaat uit een delictsomschrijving, een kwalificatie-
aanduiding en een strafbedreiging. De delictsomschrijving geeft aan welke ongewenste gedraging
strafbaar is gesteld, de kwalificatie-aanduiding geeft aan hoe het gedrag in juridische zin moet
worden benoemd en de strafbedreiging bepaalt welke soort straf mag worden opgelegd en wat het
maximum daarvan is. Niet alle strafbepalingen kennen duidelijke omschrijvingen van het strafbare
gedrag en de kwalificatie-aanduiding ontbreekt vaak of ligt besloten in de delictsomschrijving. In
bijzondere wetten zijn de delictsomschrijving en de strafbedreiging uit elkaar getrokken.
Par. 2.2. De opbouw van het strafbare feit in vier componenten
2.2.1. Het vierlagenmodel
De inhoud van een strafbaar feit in materieelstrafrechtelijke zin: menselijke gedraging die valt binnen
de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten
,dit zijn vier componenten die ook cumulatieve waarden zijn. Aan deze vier componenten moet
worden voldaan voordat iemand gestraft kan worden.
2.2.2. De menselijke gedraging
Tegenwoordig kunnen alleen personen worden vervolgd en worden gestraft voor het plegen van een
strafbaar feit. Dit kunnen rechtspersonen of natuurlijke personen zijn. Verder moet het gaan om een
menselijke gedraging deze menselijke gedraging zal uiteindelijk tot uitdrukking moet komen in de
tenlastelegging.
2.2.3. De wettelijke delictsomschrijving
De menselijke gedraging moet binnen de grenzen van de wettelijke delictsomschrijving vallen, maar
niet alle gedragingen zijn vastgelegd in de wet. Er moet een juridische duiding worden aangebracht
aan de feitelijke gedraging als de menselijke gedraging niet beantwoordt aan de bewoordingen
van een delictsomschrijving dan is strafbaarheid uitgesloten. In iedere strafzaak al de rechter de
bewezen verklaarde feitelijke gedraging uit de tenlastelegging juridisch moeten benoemen
kwalificatie.
2.2.4. De wederrechtelijkheid
Over het algemeen wordt gezegd dat wederrechtelijk betekent: in strijd met het recht. In dit geval
wordt er alleen gekeken naar de wederrechtelijkheid van de gedraging en niet van de daad. Als
iemand niet in strijd met het recht handelt dan is het logisch dat er geen straf wordt uitgedeeld.
Meestal is het zo dat met het vervullen van de delictsomschrijving de wederrechtelijkheid ook
gegeven is. Dit is echter niet altijd het geval, want er kunnen namelijk omstandigheden zijn die het
gedrag rechtvaardigen er bestaat dan een grond om aan te nemen dat de gedraging niet
wederrechtelijk was rechtvaardigingsgrond.
2.2.5. De schuld
Ons strafrecht is een schuldstrafrecht betekent dat niemand gestraft mag worden zonder dat hij
schuld heeft. In deze zin moet schuld worden opgevat als verwijtbaarheid. Ook hier zijn gevallen
waarbij het vervullen van de delictsomschrijving niet verwijtbaar is schulduitsluitingsgronden.
Par. 2.3. Legaliteit en interpretatie
Art. 1 lid 1 Sr brengt tot uitdrukking dat strafbepalingen altijd in geschreven recht terug te vinden
moeten zijn legaliteitsbeginsel. Er bestaan namelijk geen gedragingen die hun strafbaarheid
ontlenen aan het ongeschreven recht. Naast wetten in formele zin kunnen ook lagere lichamen
gedragingen strafbaar stellen.
In het vonnis van de rechter moet dan ook altijd vermeld staan waar in de wet het feit strafbaar is
gesteld (kwalificatie). Het kan namelijk zo zijn dat iemand een gedraging verricht waarmee de
bestanddelen van een delictsomschrijving lijken te worden vervuld, terwijl die delictsomschrijving in
werkelijkheid niet bestaat. Ook is het gedrag pas strafbaar als het ten tijde van het begaan van het
feit in de wet strafbaar gesteld is verbod van terugwerkende kracht.
Art. 1 lid 1 Sr heeft als doel de rechtszekerheid te behouden. Dit eist onder andere dat
omschrijvingen van wettelijke strafbepalingen helder moeten zijn. Bovendien kunnen
onduidelijkheden in de wet zorgen voor willekeur en misbruik. Strafbepalingen zijn echter wel
veralgemeniseerd, omdat het onmogelijk is om elk detail dat strafbaar is te omschrijven in de wet.
Voor het interpreteren van wetstermen bestaat een aantal methoden:
Wetshistorische interpretatie: hier wordt gekeken naar de totstandkomingsgeschiedenis van
de bepaling in kwestie
Grammaticale interpretatie: de inhoud van de wet wordt bepaald door de taalkundige
betekenis van woorden
Systematische interpretatie: de wet wordt uitgelegd aan de hand van systematiek van de
wet
Teleologische interpretatie: hier wordt gekeken naar het doel van de wet(gever)
, Par. 2.4. Bestanddelen en elementen
Bestanddelen= de onderdelen van de delictsomschrijving. Deze vindt men in de wettekst.
Elementen= wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid. Deze elementen zijn niet in de wet opgenomen,
maar dit zijn wel voorwaarden voor strafbaarheid. Er moet dus aan beiden zijn voldaan, wil er sprake
zijn van een strafbaar feit.
Par. 2.5. Wederrechtelijkheid als bestanddeel: een moeilijk geval
Bij alle delicten waarbij wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving voorkomt, is de
wederrechtelijkheid geen element maar juist een bestanddeel. Dit heeft wel gevolgen voor het
vierlagenmodel, want als wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving staat, blijven er maar drie
lagen over.
Wederrechtelijkheid is altijd een voorwaarde van strafbaarheid zie p. 47
Par. 2.6. Soorten delicten
2.6.1. Misdrijven en overtredingen
Of een strafbaar feit een misdrijf of een overtreding is, hangt af van de ernst van het strafbare feit
misdrijven zijn over het algemeen wel ernstiger dan overtredingen. Het onderscheid tussen deze
twee is om een aantal redenen van belang:
1. Procesrechtelijke reden: de indeling bepaalt welk soort rechter bevoegd is om kennis te
nemen van een strafzaak (absolute competentie)
2. Poging tot overtreding en medeplichtigheid aan overtreding zijn niet strafbaar
3. Voor het toepassen van dwangmiddelen
2.6.2. Formele en materiële delicten
Het onderscheid tussen formele en materiële delicten heeft betrekking op manier waarop delict in de
wet is omschreven. Formele delicten staan in de wet omschreven als een handeling en het
verrichten van deze handeling is strafbaar gesteld. Bij materiële delicten heeft de wetgever het
veroorzaken van een gevolg strafbaar gesteld en de handeling die tot het gevolg heeft geleid is niet
van belang (gevolgsdelicten).
2.6.3. Commissie- en omissiedelicten
In de meeste delictsomschrijvingen wordt een bepaalde handeling strafbaar gesteld
commissiedelicten. Er kunnen echter ook feiten worden gepleegd door een nalaten
omissiedelicten.
Oneigenlijk omissiedelict= een delict staat in de wet als commissiedelict geformuleerd, maar het is
eigenlijk veroorzaakt door een nalaten.
2.6.4. Gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten
Er zijn delictsomschrijvingen die voortbouwen op andere delictsomschrijvingen bijzondere
strafbepaling. Vaak heeft de delictsomschrijving nog een extra bestandsdeel en deze werkt meestal
strafverzwarend, maar het kan ook strafverlichtend werken. Bij een strafverzwarend bestandsdeel is
er ten opzichte van het gronddelict sprake van een gekwalificeerd delict. Als het strafverlichtend is
dan is er sprake van een geprivilegieerd delict.
Par. 2.7. Causaliteit
Causaliteit leer van oorzaak en gevolg. Dit is onder andere van belang bij materiële delicten. Het is
echter ook van belang bij andere delicten, bijvoorbeeld bij de gevolgen van gekwalificeerde delicten.
Bij het bepalen van de causaliteit gaat het om een ja/nee-kwestie: het oorzakelijk verband tussen
twee gebeurtenissen wordt wel of niet aangenomen. Het vaststellen van de causaliteit kan erg lastig
zijn als er bijvoorbeeld een externe factor van invloed is. Men heeft geprobeerd om aan de hand van
verschillende causaliteitstheorieën oplossingen te geven voor moeilijke gevallen:
- Conditio sine qua non-leer: heeft als uitgangspunt dat, indien bij het ontbreken van een
schakel in de reeks gebeurtenissen het gevolg zou zijn uitgebleven, deze schakel dus
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noellavroege01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.